Axolotl

Beschrijving van de axolotl

Leefgebied van de axolotl

De axolotl leeft van oorsprong in het Chalco- en het Xochimilcomeer in het Dal van Mexico aan de zuidoostelijke rand van Mexico-Stad. Deze leefgebieden waren grote, in een vulkanische omgeving en op grote hoogte gelegen meren. Van de twee meren blijft waarschijnlijk alleen het Xochimilcomeer, wat op een hoogte van 2274 m ligt, bestaan. Het Chalcomeer is helaas drooggelegd om overstromingen te voorkomen. Het Xochimilcomeer blijft alleen nog maar bestaan in de vorm van kanalen. De watertemperatuur in Xochimilcomeer stijgt zelden boven 20 ° C , hoewel het in de winter tot 6 a 7 ° C en lager kan dalen.

Uiterlijk

De axolotl is een relatief grote soort in vergelijking met andere salamanders. De totale lichaamslengte inclusief staart is gemiddeld ongeveer 20 centimeter en kan oplopen tot 30 cm. De huid van de dieren voelt zacht en fluweelachtig aan. Dit in tegenstelling tot de huid van de gemetamorfoseerde molsalamanders, die een wat rubberachtige textuur heeft.

De kop is breed en enigszins afgeplat zodat een spatelachtige vorm ontstaat. De snuit is eveneens breed en de mondopening is relatief groot. De zwarte ogen van de salamander zijn juist klein en kraalachtig. Oogleden ontbreken altijd bij de axolotl waardoor de ogen niet gesloten kunnen worden.

Aan de nek, achter de kop, zitten rode varenachtige kieuwen. De kieuwen zijn niet bedekt zoals de kieuwen van vissen en jonge kikkervisjes. Dergelijke uitwendige kieuwen komen ook voor bij andere salamanders, maar gaan verloren tijdens de metamorfose. Een volwassen salamander heeft normaal gesproken geen kieuwen meer maar de axolotl is hierop een van de weinige uitzonderingen. De axolotl neemt niet alleen met de kieuwen zuurstof op uit het water maar ook door de huid. Ten slotte hebben de dieren ook longen, en ze moeten regelmatig naar de oppervlakte zwemmen om te ademen.

Op het midden van de rug is een lage kam aanwezig, aan weerszijden van deze kam zitten aan de flanken verticale groeven in de huid tussen de ribben. De rugkam gaat achter de staartwortel ononderbroken over in een hoge bovenste staartzoom. De onderste staartzoom is kleiner. De staart is hierdoor visachtig lateraal afgeplat en relatief groot in vergelijking met (gemetamorfoseerde) molsalamanders.

De poten, die relatief ver uit elkaar staan, zijn klein en de vingers en tenen zijn dun. De voorpoten hebben altijd vier vingers terwijl de achterpoten vijf tenen dragen.

De lichaamskleur van de axolotl is chocoladebruin tot geheel zwart, de buikzijde en de poten zijn lichter van kleur. De meeste exemplaren die in gevangenschap worden gehouden zijn echter zeer licht van kleur. Men spreekt vaak van een ‘witte’ kleur maar de dieren zijn feitelijk roze omdat de bloedvaten door de huid zichtbaar zijn. Deze witte exemplaren zijn vaak leucistisch, dit wil zeggen dat alle huidpigmenten ontbreken, maar niet de pigmenten van de ogen. De ogen zijn hierdoor wel gekleurd en bij de axolotl zijn ze zwart van kleur.

Exemplaren die albinisme vertonen komen ook voor, deze zijn eveneens witroze maar hebben altijd ‘rode ogen’. De rode kleur wordt hierbij veroorzaakt door de achterliggende bloedvaten. Wilde axolotls zijn zelden wit, maar de mutante witte vorm met donkere ogen die vaak voorkomt in laboratoria en dierenwinkels werd geschapen in een Amerikaans laboratorium in de jaren 50 van de twintigste eeuw. Ook het tegenovergestelde van albinisme komt voor- zij het veel zeldzamer. Dit wordt melanisme genoemd, en de dieren hebben hierbij juist te veel pigment en hebben een geheel zwarte kleur.

De axolotl is speciaal aangepast aan bergmeren en behoudt de juveniele kenmerken zodat het dier permanent onder water kan leven. Er is geen metamorfose zoals bij veel andere salamanders. Een voordeel van het uitblijven van de metamorfose is het op het water aangepaste lichaam van de larve. Volledig getransformeerde molsalamanders hebben een worstvormig lichaam. De poten zijn groter en de staartzomen zijn verdwenen, wat het vermogen tot het zwemmen sterk beperkt. Daarnaast zijn salamanders op het land gevoelig voor uitdroging maar daar heeft de permanent in het water levende axolotl geen last van.

Als ze transformeren verliezen ze niet alleen de visachtige lichaamsvorm maar gaan ook de kieuwen verloren. Voor de axolotl zou dit eveneens alleen maar nadelig zijn. Op het rotsachtige, kale land is weinig voedsel te vinden.

Mannetjes en vrouwtjes zijn lastig te onderscheiden. De cloaca-omgeving van de mannetjes is in de regel meer opgezwollen.

Voortbeweging

De poten zijn niet erg krachtig en worden hoofdzakelijk gebruikt om over de bodem te lopen. Ze worden ook wel gebruikt om te sturen en te remmen als de salamander zwemt. Bij het zwemmen wordt de staart gebruikt, deze wordt samen met het lichaam heen- en weer bewogen om vooruit te komen.

Wetenswaardigheden

  • Ze zijn speciaal aangepast aan bergmeren en behouden de juveniele kenmerken zodat ze permanent onder water kunnen leven.
  • Ze zijn in staat tot regeneratie.
  • Ze danken het onvermogen om uiterlijk volwassen te worden aan een tekort aan jodium in het water.
  • Ze ademen met de kieuwen, de huid en longen.

Voedsel in de natuur

De axolotl is een carnivoor ofwel een vleeseter. Hij jaagt op kleine prooidiertjes zoals insecten en kleine vissen, die hij in zijn geheel doorslikt.

De jonge exemplaren kiezen door hun kleinere lichaam iets kleinere prooidieren uit, zoals kleine diertjes die in het plankton leven en watervlooien. Grotere exemplaren eten onder andere wormen, insecten, insectenlarven en kleine vissen. Ook de larven van andere amfibieën zoals kikkers worden wel gegeten en zelfs de eigen kleinere soortgenoten zijn niet veilig.

Gedrag

De axolotl leeft solitair en is gedurende de hele dag actief. Het is een zichtjager, als een prooidier stil blijft zitten wordt het niet opgemerkt. Alles wat beweegt en niet te groot is wordt echter als voedsel gezien en opgeslokt. Ook is bekend dat de salamander elektrische velden kan waarnemen, die opgewekt worden door bewegende dieren.

Een opmerkelijk feit aan de axolotl is zijn mogelijkheid tot regeneratie: de axolotl herstelt zich zonder littekenweefsel te vormen. Hij kan zelfs vernielde ledematen herstellen, zoals blijkt uit in gevangenschap gehouden exemplaren. De salamanders bijten elkaar regelmatig lichaamsdelen af zoals kieuwen en delen van poten en van de staart. Als de dieren enige tijd geïsoleerd worden gehouden genezen dergelijke verwondingen vaak volledig.

De axolotl metamorfoseert soms als het waterpeil wordt verlaagd. Ze kunnen dan gemakkelijk ademhalen wat de metamorfose langzaam in gang zet, hierbij verdwijnen eerst de kieuwen. Als het waterpeil bij zich metamorfoserende dieren weer wordt verhoogd, stopt het proces. Als het waterpeil vervolgens hoog blijft, ontwikkelen de kieuwen zich weer opnieuw. Overigens is bekend dat slechts een deel van dergelijke exemplaren het uiteindelijk overleeft. Van alle exemplaren die zijn getransformeerd naar de volwassen vorm is bekend dat ze slechts zeer kort blijven leven.

Predatie

Vijanden van de axolotl zijn bij de jongere dieren vooral de grotere exemplaren. Verder zijn roofvissen een belangrijke vijand. Vooral enkele vissoorten die door de mens zijn geïntroduceerd zijn een bedreiging.

Voortplanting in de natuur

De axolotl paart in de lente en de vrouwtjes zijn eierleggend. Er vindt een balts plaats waarbij het mannetje een soort dansje maakt om de aandacht van een vrouwtje te trekken. Ze maken hierbij cirkelvormige bewegingen die nog het meest lijken op de wals. Hierbij scheidt het mannetje geurstoffen af uit zijn lichaamsklieren, en gebruikt zijn staart om ze naar het vrouwtje te waaieren.

Salamanders kennen een externe bevruchting en het mannetje maakt een zaadpakketje dat de spermatofoor wordt genoemd. Het pakketje wordt vóór het vrouwtje gedeponeerd waarna zij het opneemt in haar cloaca. Pas na enige tijd vindt de bevruchting plaats waarbij de spermacellen in contact komen met de eicellen.

Na enige tijd zet het vrouwtje eieren af, dit zijn er ongeveer 100 tot 300 per seizoen. De eieren hebben een gelatineus omhulsel dat opzwelt als het met water in contact komt. De eieren worden, in tegenstelling tot eitjes van kikkers die een samengeklonterd massa vormen, afzonderlijk op de bodem afgezet of aan waterplanten geplakt, omdat ze een grote behoefte aan zuurstof hebben. Ze zijn vaak gehecht aan het substraat: zoals rotsen of drijvende vegetatie. De embryo’s hebben een incubatietijd tot ongeveer twee weken. Als de jonge larven uit het ei kruipen eten ze kleine diertjes om snel te groeien. In de winter gaan de larven in een winterslaap. Na 12 tot 18 maanden worden ze volwassen, meestal in het eerstvolgende jaar na de overwintering.

De levensverwachting in het wild is ongeveer vijf tot zes jaar, maar in gevangenschap kan de axolotl veel ouder worden. De langstlevende exemplaren worden 10 tot 15 jaar oud.

Bedreiging

De Axolotls zijn in hun natuurlijke habitat bijna uitgestorven wat grotendeels te danken is aan habitatverlies en de invoering van roofvissen zoals de Afrikaanse tilapia en de Aziatische karper. Deze vissen eten zowel de jongen van de Axolotls als hun primaire voedselbron. 

Door het afdammen van toevoerrivieren naar de meren zijn grote delen van het oorspronkelijke merenstelsel drooggevallen.

De meren overstroomden in het verleden vaak delen van de steden en vormden zo een directe bedreiging voor de mens. Daarnaast was het water uit de meren een belangrijke bron van drinkwater. Vervuiling en het ongeschikt worden van delen van de natuurlijke habitat als leefgebied droegen bij aan de achteruitgang.

De populatiedichtheden zijn zeer laag en zijn in de afgelopen jaren sterk afgenomen. In 1998 kwamen er nog gemiddeld zes exemplaren voor per vierkante kilometer, in 2004 was dat nog één exemplaar per vierkante kilometer. Omdat de salamander in grote aantallen in gevangenschap wordt gekweekt is de populatie buiten het natuurlijk leefgebied veel groter dan het aantal dieren in het wild. Om de axolotl en andere dieren in zijn areaal voor uitsterven te behouden worden beschermingsprogramma’s gemaakt. Deze bestaan vooral uit het voorlichten van de bevolking om de dieren niet te vangen en door het stimuleren van ecotoerisme.

Deze diersoort staat op de Rode Lijst van IUCN geclassificeerd als “Ernstig bedreigd”.

Bronnen:

Ambystoma mexicanum

NaamAxolotl
KlasseAmfibia (Amfibieën)
OrdeCaudata (Salamanders)
FamilieAmbystomatidae (Molsalamanders)
GeslachtAmbystoma
SoortAmbystoma mexicanum
Kop-staartlengte20 – 30 cm
Gewicht60 – 110 gram
BroedintervalJaarlijks
PaartijdMaart – juni
Aantal eieren100 – 300 per seizoen
Plaats eierenGehecht aan rotsen of drijvende vegetatie
Incubatietijd10 – 14 dagen
GeboorteMaart – juni
Geslachtsrijp1 jaar
Levensduur in het wild5 – 6 jaar
Levensduur in gevangenschap10 – 15 jaar
Voeding in de natuurWormen, insecten, insectenlarven, kleine vissen, plankton en watervlooien
LeefgebiedChalco- en het Xochimilcomeer ten zuidoosten van Mexico-Stad
Groep/solitairSolitair
Fokprogramma
CITESAppendix II, (01/07/1975)
EU ListngAnnex B (04/02/2017)
IUCNErnstig bedreigd (CR)

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven