Kristalkwal

Beschrijving van de kristalkwal

Leefgebied van de kristalkwal

De kristalkwal is een kwallensoort uit de Stille Oceaan die langs de Noord-Amerikaanse kust voorkomt, van Californië tot Vancouver.  

Uiterlijk

Hoewel er verschillende ondersoorten zijn, zijn ze buitengewoon moeilijk van elkaar te onderscheiden. Om ze te identificeren, wordt er gekeken naar de grootte en het aantal tentakels. Men moet echter vaak DNA-monsters nemen om ze echt met succes te kunnen identificeren.

Kristalkwallen zijn bijna volledig transparant en kleurloos en hebben een zeer grote samentrekkende mond en sterke tentakels. In het midden van bijna 100 radiale kanalen die zich uitstrekken tot aan de rand van de klok bevinden zich de mond en het manubrium.

De klokrand is omgeven door ongelijke tentakels, waarvan bijna 150 volgroeid zijn. Deze plakkerige tentakels zijn uitgerust met netelcellen (nematocysten) die bedoeld zijn voor het vangen van prooien.

Exemplaren die groter zijn dan 3 cm hebben voor de voortplanting meestal geslachtsklieren die over het grootste deel van de lengte van de radiale kanalen lopen en zichtbaar zijn als witachtige verdikkingen.

Kenmerkend voor hydroïdpoliepen is het spierweefsel langs de rand van de klok, wat gebruikt wordt voor de voortbeweging door de klok samen te trekken.

Grotere exemplaren worden vaak gevonden met in symbiose levende vlokreeftjes die aan de onderkant van de kwal zitten, of soms zelfs in de darm of radiale kanalen leven.

Voortbeweging

Kristalkwallen hebben meer controle over hun bewegingen in het water dan veel andere soorten. Maar meestal zorgen de wind en de waterstroming ervoor dat ze zich voortbewegen.

Ze zullen alleen energie gebruiken om zich voort te bewegen als er gevaar dreigt en wanneer er een gebrek aan voedsel is.

De zwemsnelheid van kristalkwallen neemt niet toe naarmate hun lichaamsgrootte toeneemt, wat hen weer als inefficiënte zwemmers bestempeld.

Wetenswaardigheden

  • De kristalkwal heeft het grootste medusa-stadium van alle soorten hydroïdpoliepen en de diameter kan 60 cm bedragen.
  • Omdat afval dat in de oceaan is terechtgekomen ook met de stroming wordt meegevoerd, worden kwallen blootgesteld aan verhoogde concentraties van verontreinigende stoffen.
  • In 2008 werd de Nobelprijs voor Chemie toegekend aan Osamu Shimomura, Martin Chalfie en Roger Tsien voor de “ontdekking en verdere ontwikkeling van het groen fluorescerende eiwit”.

Voedsel in de natuur

Kristalkwallen eten meestal organismen met een zacht lichaam, maar ook wel schaaldiertjes en zoöplankton, zoals eenoogkreeftjes, krabzeeltjes, zeepokkennaupliën en andere larvale plantenorganismen.

Geleiachtige organismen die gegeten worden zijn ribkwallen, mantelvisjes en andere hydroïdpoliepen, waaronder heel zelden ook andere kristalkwallen als de omstandigheden daarvoor geschikt zijn.

De prooi raakt verstrikt in de lange plakkerige tentakels die netelcellen bevatten. Vervolgens wordt de prooi met de tentakels naar de sterk samentrekkende mond gebracht. De mond kan uitzetten om organismen op te eten die half zo groot zijn als de medusa.

Vanwege hun vraatzuchtige karakter kan de dichtheid van kristalkwallen omgekeerd evenredig zijn met de dichtheid van zoöplankton, wat duidt op competitief gedrag.

Gedrag

Kristalkwallen hebben felle fluorescerende vlekken rond de rand van de mantel. Ze kunnen blauwe lichtflitsen veroorzaken door snel Ca2+ vrij te maken dat een interactie aangaat met het fosfo-eiwit aequorine. Dit blauwe licht wordt omgezet in groen licht door groen fluorescerende eiwitten (GFP). Het licht wordt in de kwal opgewekt in meer dan 100 dunne licht producerende organen die de buitenste mantel omringen.

Het fluorescerende eiwit van kristalkwallen wordt in veel gevallen als reportergen gebruikt, vooral in de moleculaire biologie. De genen voor het groen fluorescerende eiwit (GFP) en het aequorine zijn geïsoleerd en gekloond en kunnen dus door genetische manipulatie worden geproduceerd.

Voortplanting in de natuur

Kristalkwallen leiden een dimorf leven, waarbij aseksuele op de bodem levende poliepen en seksuele planktonische medusae volgens een seizoenspatroon worden afgewisseld.

Jonge medusae komen in het late voorjaar aseksueel los van hydroïd-poliepen. Deze vrijlevende medusae zullen de rest van hun leven in het plankton doorbrengen.

De medusae brengen hun eerste levensfase snel groeiend door en nadat ze ongeveer 3 cm groot zijn produceren ze gameten voor de voortplanting. Elke medusa heeft maar één geslacht: mannelijk of vrouwelijk. De eitjes en de zaadcellen rijpen in de geslachtsklieren. Nadat ze voldoende voedsel hebben gekregen, worden ze voor bevruchting in de waterkolom geloosd en vormen ze een nieuwe hydroïdpoliepen kolonie.

De hydroïdpoliepen leven op harde of rotsachtige substraten op de bodem, waar er elke lente weer opnieuw kleine ongeslachtelijke kwallen ontstaan als reactie op enkele (nog onbekende) omgevingsfactoren.

De medusa-vorm leeft over het algemeen plusminus 6 maanden, ongeveer vanaf de late lente tot in de herfst.

Predatie

Kristalkwallen worden gegeten door de vraatzuchtige gele haarkwallen, evenals ribkwallen, Portugese oorlogsschepen en andere hydroïdpoliepen, maar ook kannibalisme komt voor.

Veel grotere exemplaren worden aangetroffen met de parasitaire vlokreeften die aan de subumbrella (onderste laag) of exumbrella (buitenste laag) vastzitten. Deze vlokreeften kunnen zich in de gelei nestelen, maar dit is niet dodelijk voor de kwal.

Bedreiging

Op dit moment worden er geen inspanningen verricht om kristalkwallen te beschermen. Hoewel het buitengewoon moeilijk is om exact vast te stellen hoeveel dieren er in het wild leven, wordt aangenomen dat het meer dan genoeg zijn om te overleven. Er wordt zelfs aangenomen dat hun aantal is toegenomen als gevolg van de afname van roofdieren in de oceanen, waaronder grote vissen.

Bronnen

Aequorea victoria

NaamKristalkwal
KlasseHydrozoa (Hydroïdpoliepen)
OrdeHydroida
FamilieAequoreidae
GeslachtAequorea
SoortAequorea victoria
Manteldiameter8 – 20 cm, max. 60 cm
Voeding in de natuurEenoogkreeftjes, krabzeeltjes, zeepokkennaupliën, ribkwallen, mantelvisjes en andere hydroïdpoliepen
Leeftijd6 maanden
LeefgebiedStille Oceaan die langs de Noord-Amerikaanse kust
Groep/solitairGroep en solitair
Fokprogramma
CITES
IUCN

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven