Citroenhaai

Beschrijving van de citroenhaai

Leefgebied

De citroenhaai leeft in het Nearctisch gebied van de Atlantische Oceaan, van de kust van New Jersey in Noord-Amerika tot het zuiden van Brazilië, het Caribisch gebied en de Golf van Mexico. Citroenhaaien zijn ook waargenomen langs de kusten van Senegal en Ivoorkust in Afrika. Deze soort komt ook voor in het oosten van de Stille Oceaan, van Baja California tot Ecuador.

Ze leven meestal in ondiepe oceaanwateren (tot een diepte van 90 m), in habitats zoals mangroven, koraalriffen en ingesloten baaien. Ze worden ook rond dokken gezien. Deze haaien komen ook voor in brak en zoet water, meestal in riviermondingen en zee-engtes, hoewel ze zich doorgaans niet diep in deze gebieden wagen. Tijdens migraties zijn te vinden in de open oceanen, maar meestal leven ze in kustgebieden. Men probeert meer informatie te krijgen over de migratie van citroenhaaien door middel van tagging en tracking.

Citroenhaaien kunnen zich aanpassen aan gebieden met laag water en gebieden met weinig zuurstof, maar kunnen ook op oceaanbodems worden aangetroffen. 

Uiterlijk

Citroenhaaien zijn grote gedrongen haaien met een enigszins afgeronde, korte, brede snuit, kleine ogen en een gebogen bek die voorbij de ogen eindigt. De kleur van de rug van citroenhaaien varieert van donker olijfkleurig tot geelachtig bruin. De onderkant heeft een lichtgele kleur. Ze hebben geen opvallende markeringen.

De onderste tanden zijn driehoekig en smal met gladde randen, terwijl de boventanden breder zijn en gladde knobbels en een gekartelde basis hebben. De tanden worden schever naarmate ze dichter bij de mondhoeken staan.

Ze hebben twee rugvinnen, waarbij de achterste vin korter is dan de voorste vin, en twee paar borstvinnen en bekkenvinnen. Deze soort is seksueel dimorf en de vrouwtjes zijn groter dan mannen, gemiddeld 240 cm versus 225 cm, hoewel er grotere exemplaren zijn gevonden. 

Wetenswaardigheden

  • Citroenhaaien groeien gedurende hun hele leven, met een gemiddelde van 0,54 cm per jaar.
  • Deze gedrongen, krachtige haai is genoemd naar zijn licht geelbruine tot grijze huid. Dit zorgt voor een perfecte camouflage bij het zwemmen over de zanderige zeebodem in zijn kusthabitat.
  • EOL:

Voedsel in de natuur

Citroenhaaien eten weekdieren, schaaldieren en beenvissen. Enkele voorbeelden van prooien zijn grootkopharders, gestippelde egelvissen, vioolroggen, gevlekte adelaarsroggen, noordzeekrabben, rode rivierkreeften en Amerikaanse pijlstaartroggen. Jonge citroenhaaien eten ook de reuzen-tijgergarnaal en strandkrabben. 

Gedrag

Citroenhaaien leven meestal solitair, maar ze zijn ook rond viswateren aangetroffen in groepen van maximaal 20 dieren van hetzelfde geslacht en grootte. Ze zijn de hele dag door actief, maar zijn het actiefst in de schemering en de ochtend. 

Jonge citroenhaaien verblijven in de kweekgebieden waar ze zijn geboren, totdat ze groot genoeg zijn om te kunnen overleven in dieper water. De jongen zijn doorgaans actief in een gebied van slechts een paar vierkante kilometer, terwijl deze gebieden bij volwassen dieren enkele honderden vierkante kilometers kunnen zijn. Citroenhaaien migreren ook, maar er is momenteel weinig bekend over het gedrag tijdens deze migratieperiodes.

Ze gebruiken een aantal zintuigen. Het netvlies heeft een gespecialiseerde horizontale band die extreem rijk is aan kegeltjes, waarmee goed kleur en details kunnen worden onderscheiden. Hun zicht is erg belangrijk bij het vangen van prooien. Ook hebben ze een zeer goed reukvermogen. Zoals bij alle haaien hebben citroenhaaien ampullaire receptoren (Ampullae van Lorenzini) op hun kop, die elektrische ladingen waarnemen en die helpen bij het vangen van prooien. Deze haaien hebben ook een instinct, waardoor vrouwtjes bij elke bevalling naar dezelfde gebieden kunnen terugkeren.

Deze haaien zijn mogelijk gevaarlijk voor de mens vanwege hun grote omvang en krachtige beet, en hoewel er enkele niet-uitgelokte aanvallen zijn geweest, waren veel daarvan het resultaat van provocatie door duikers en zwemmers.

Predatie

Afgezien van volwassen citroenhaaien die af en toe jongen opeten, zijn er geen bekende roofdieren van volwassen citroenhaaien. 

Voortplanting in de natuur

De voortplanting van citroenhaaien is seizoensgebonden en vindt meestal plaats tijdens de lente- en zomermaanden. Citroenhaaien zijn levendbarend en werpen na een draagtijd van 10 tot 12 maanden per keer 4 tot 17 jongen die bij de geboorte 60 tot 65 cm lang zijn. Direct na de geboorte verlaten de jongen de moeder zodat ze op zichzelf zijn aangewezen.

Voor het werpen keren de vrouwtjes terug naar dezelfde kweekgebieden. De jongen verblijven daar 2-3 jaar in ondiep water, waarschijnlijk om roofdieren te vermijden en hebben daar gemakkelijk toegang tot prooien langs de kust. Ze verlaten deze veilige gebieden meestal niet voordat ze minstens 90 cm lang en minder kwetsbaar zijn. Er is verder weinig bekend over hoe en wanneer de jongen naar open water en de leefgebieden van volwassenen dieren trekken, maar er zijn aanwijzingen dat ze nog een aantal jaren in de buurt van hun kweekgebieden blijven.

Waarschijnlijk slaan de vrouwtjes het sperma van meerdere mannetjes op om spermacompetitie mogelijk te maken, want een recent onderzoek heeft aangetoond dat bij geboortes van citroenhaaien sprake was van jongen van verschillende vaders, wat aangeeft dat deze soort polyandrie kent. Door de spermacompetitie overleven normaal gesproken slechts de jongen van één vader die dus de sterkste genen heeft. Bij de paring wordt het vrouwtje door het mannetje in de borstvinnen gebeten waarbij het mannetje zijn klasper (geslachtsorgaan) in haar cloaca steekt. Vrouwtjes die net gepaard hebben vertonen dan ook verwondingen ten gevolge van dit gedrag.

De mannetjes zijn geslachtsrijp wanneer ze minimaal 225 cm zijn. Dit bereiken ze op een leeftijd van 12 tot 13 jaar. Vrouwtjes zijn geslachtsrijp wanneer ze minimaal 235 cm lang zijn. Deze lengte bereiken ze wanneer ze 12 tot 16 jaar oud zijn. De oudste citroenhaai in gevangenschap is 25 jaar geworden. Aan de hand van informatie over de grootte en de groeisnelheid zijn in het wild citroenhaaien gevangen waarvan de leeftijd op meer dan 30 jaar wordt geschat.

Bedreiging

Citroenhaaien worden door de IUCN als “bijna-bedreigd” geclassificeerd. Ze worden gevangen voor het vlees, de vinnen en de huid. Het vlees wordt gezouten en gedroogd. De vinnen worden gebruikt voor haaienvinnensoep en worden voor veel geld verkocht. De Huid wordt gebruikt voor de productie van leer.

Bronnen:

Negaprion brevirostris

NaamCitroenhaai
KlasseChondrichthyes (Kraakbeenvissen)
OrdeCarcharhiniformes (Grondhaaien
FamilieCarcharhinidae (Requiemhaaien)
GeslachtNegaprion
SoortNegaprion brevirostris
Grootte manGem. 225 cm (max. 340 cm)
Grootte vrouwGem. 240 cm
GewichtMax. 183.7 kg
PaartijdLente en zomer
ParingsintervalJaarlijks
Draagtijd10 – 12 maanden
NestKweekgebieden met ondiep water
GeboorteLente en zomer
Geboortelengte60 – 65 cm
Aantal jongen4 – 17 jongen
Spenen
Geslachtsrijp ♂12 – 13 jaar, bij een lengte van 225 cm
Geslachtsrijp ♀12 – 16 jaar, bij een lengte van  235 cm
Levensduur30 jaar in het wild
VoedingWeekdieren, schaaldieren en beenvissen 
LeefgebiedNearctisch gebied van de Atlantische Oceaan, het Caribisch gebied en de Golf van Mexico. Ook langs de kusten van Senegal en Ivoorkust in Afrika.
Groep/solitairSolitair, soms in groepjes
Fokorgramma
CITES
IUCNKwetsbaar (VU, 4-9-2020)

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven