Beschrijving van de gevlekte adelaarsrog
Leefgebied
De gevlekte adelaarsrog leeft wereldwijd in tropische en warme gematigde wateren. Zomers komen ze voor van North Carolina in het noorden tot Brazilië in het zuiden. Van deze soort is ook bekend dat ze in de Rode Zee en de oceanische wateren rondom de Hawaiaanse eilanden wonen.
De gevlekte adelaarsroggen leven in de buurt van riffen. Ze hebben een voorkeur voor warm water met een zachte bodem, die meestal bestaat uit modder, zand en grind. Ze brengen het grootste deel van hun tijd op een diepte van ongeveer 60 m door, maar ze kunnen tot 80 m diepte duiken. Ze worden vaak waargenomen in strandgebieden evenals in estuaria en mangrovemoerassen in tropische gebieden.
Uiterlijk
Veel adelaarsroggen (inclusief gevlekte adelaarsroggen) hebben een afgeplatte snuit die aan de ruitvormige borstschijf zit. De gevlekte adelaarsrog kan worden onderscheiden door een borstschijf die ongeveer tweemaal zo breed is als lang. De borstschijf kan wel 2,75 cm breed worden en 2.40 m lang. Gemiddeld is de borstschijf echter 1,80 m breed. Inclusief de staart kunnen ze wel 4,80 m lang worden. Ze kunnen tot 230 kg wegen. Mannetjes en vrouwtjes zien er hetzelfde uit.
De buikzijde is wit en de rug is blauw of zwart en doorspekt met witte vlekken en ringen. Ze hebben afgeronde buikvinnen en een erg kleine rugvin, en hebben geen staartvinnen. De borstvinnen zitten aan het grootste deel van de borstschijf en zijn scherp gebogen.
Gevlekte adelaarsroggen hebben puntige uitsteeksels die zich achter de rugvin bevinden en ze hebben een slanke zweepachtige staart die 2,5 tot 3 keer zo lang kan zijn als de breedte van de borstschijf kan worden.
Ze kunnen 25 jaar oud worden.
Wetenswaardigheden
- Gevlekte adelaarsroggen zijn over het algemeen schuw en op hun hoede voor duikers en daarom moeilijk te benaderen.
- Ze worden gevaarlijk beschouwd voor mensen vanwege de giftige stekels die ernstige wonden kunnen veroorzaken.
- De staart van een gevlekte adelaarsrog kan bijna twee meter lang worden.
Voedsel in de natuur
De belangrijkste prooien van gevlekte adelaarsroggen zijn schaaldieren, weekdieren, stekelhuidigen en borstelwormen. Ze eten af en toe ook kleinere vissen. Wanneer een prooi wordt gevangen, wordt deze tussen de bovenste en onderste tandplaten gekraakt. Voordat de prooi wordt doorgeslikt worden de 6 tot 7 rijen papillen bovenin de bek gebruikt om onverteerbare items zoals schalen en botten te verwijderen en uit te spugen.
Gedrag
Het foerageren van gevlekte adelaarsroggen hangt af van het getij. Tijdens vloed, eten ze samen met soortgenoten op dichtbijgelegen zandvlakten. De paring vindt meestal ook tijdens hoog water plaats. Als het tij begint te keren, nemen de foerageeractiviteiten af en dalen ze af naar dieper water. Bij eb rusten ze vaak in grote groepen in diep water. De cyclus herhaalt zich als het tij stijgt.
Het is bekend dat gevlekte adelaarsroggen hoog uit het water springen. Er wordt verondersteld dat dit een ontwijkende manoeuvre is om predatie te vermijden en als een methode om parasieten die op de buik zitten kwijt te raken. Er is waargenomen dat vrouwtjes tijdens dit springen bevallen, waarbij wordt verondersteld dat door de druk van de landing op het wateroppervlak de jongen uit de baarmoeder worden geduwd.
Ze leven in scholen van 3 tot 50 dieren. Het vormen van scholen komt waarschijnlijk vaker voor tijdens het broedseizoen en men veronderstelt dat dit een verdedigingsmechanisme tegen roofdieren is.
Zoals alle kraakbeenachtige vissen, hebben gevlekte adelaarsroggen gespecialiseerde elektroreceptoren die gewoonlijk ampullen van Lorenzini worden genoemd. Deze sensorische organen bestaan uit met gelei gevulde poriën die een netwerk van elektrische receptorcellen langs de snuit creëren, wat de gevoeligheid voor prooibeweging verhoogt, omdat spiercontracties een elektrische puls veroorzaken.
Over het algemeen hebben haaien en roggen een uitstekend gezichtsvermogen en reukzin, waardoor ze roofdieren kunnen vermijden en prooien kunnen detecteren. Bovendien hebben alle vissen een lateraal lijnensysteem waarmee ze veranderingen in druk en temperatuur in de omgeving kunnen waarnemen. Er is geen informatie beschikbaar over specifieke communicatie tussen gevlekte adelaarsroggen.
Predatie
Zilverpunthaaien en grote hamerhaaien zijn belangrijke roofdieren van gevlekte adelaarsroggen. Tijdens het geboorteseizoen volgen haaien gevlekte adelaarsroggen om de pasgeboren jongen op te eten. Net als andere kraakbeenvissen hebben gevlekte adelaarsroggen een netwerk van elektroreceptie organen op hun snuit die hen helpt om potentiële roofdieren te waar te nemen. Bovendien hebben alle vissen zijlijnen waarmee ze veranderingen in temperatuur en druk in hun directe omgeving kunnen detecteren.
Voortplanting in de natuur
De gevlekte adelaarsrog is ovovivipaar, omdat de eitjes zich in de baarmoeder ontwikkelen en binnen de moeder uitkomen voordat ze ter wereld komen. Zodra de embryo’s uit het ei zijn gekropen worden ze gevoed door een dooierzak in plaats van door een placenta-verbinding met de moeder. Er is weinig bekend over de ontwikkeling. Pasgeboren jongen hebben over het algemeen een schijfbreedte van 17 tot 35 cm.
Voorafgaand aan de paring jagen meerdere mannetjes een enkel vrouwtje na terwijl ze haar rug met hun bovenste tandplaat vastgrijpen. Eén mannetje grijpt dan een van de borstvinnen van het vrouwtje vast en rolt haar om naar een verticale positie en steekt zijn clasper, een aangepaste buikvin welke als penis functioneert, in haar. De copulatie kan 20 tot 90 seconden duren. Het is bekend dat vrouwtjes dit proces tot 4 keer in relatief korte tijd herhalen. Het paarsysteem van gevlekte adelaarsroggen is niet goed onderzocht, maar het competitieve gedrag van mannetjes voorafgaand aan de copulatie suggereert polygynie.
Het broedseizoen varieert per locatie, maar valt meestal in het midden van de zomer. Vrouwtjes krijgen meestal 2 jongen per zwangerschap, maar het kunnen er 1 tot 4 zijn. De draagtijd bedraagt ongeveer 12 maanden, maar kan ook korter zijn tot 8 maanden, afhankelijk van de locatie en gemiddelde watertemperatuur tijdens de dracht. Er zijn aanwijzingen dat gevlekte adelaarsroggen geslachtsrijp worden wanneer ze uitgroeien tot ongeveer de helft van hun maximale schijfbreedte, wat meestal op de leeftijd van 4 tot 6 jaar is.
Er is geen informatie beschikbaar over de ouderlijke zorg.
Bedreiging
Gevlekte adelaarsroggen staan als bijna bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN. Hoewel er weinig gedetailleerde overzichten van de vangst zijn is deze soort bijzonder kwetsbaar voor overbevissing, door het kleine aantal jongen wat geboren wordt, de neiging om in scholen te zwemmen en de voorkeur voor een kusthabitat.
Bovendien is het vistuig voor kustvisserij (zoals sleepnetten en kieuwnetten, op grote schaal beschikbaar en zijn in de praktijk grotendeels geen regels voor kustvisserij. In de kustvisserij is de druk bijzonder groot in Zuidoost-Azië. Als gevolg hiervan classificeert de IUCN deze soort als kwetsbaar in dit deel van het geografische bereik.
Bronnen:
- Animal Diversity Web: pederson, t. 2011. “Aetobatus narinari” (On-line), Animal Diversity Web. Accessed July 25, 2019 at https://animaldiversity.org/accounts/Aetobatus_narinari/
- Dulvy, N.K., Carlson, J., Charvet, P., Ajemian, M.J., Bassos-Hull, K, Blanco-Parra, MP, Chartrain, E., Derrick, D., Dia, M., Diop, M., Doherty, P., Dossa, J., De Bruyne, G., Herman, K., Leurs, G.H.L., Mejía-Falla, P.A., Navia, A.F., Pacoureau, N., Pérez Jiménez, J.C., Pires, J.D., Seidu, I., Soares, A.-L., Tamo, A., VanderWright, W.J. & Williams, A.B. 2021. Aetobatus narinari (amended version of 2021 assessment). The IUCN Red List of Threatened Species 2021: e.T42564343A201613657. https://dx.doi.org/10.2305/IUCN.UK.2021-2.RLTS.T42564343A201613657.en. Accessed on 18 November 2021.
Aetobatus narinari
Naam | Gevlekte adelaarsrog |
Klasse | Chondrichthyes (Kraakbeenvissen) |
Orde | Myliobatiformes |
Familie | Myliobatidae (Adelaarsroggen) |
Geslacht | Aetobatus |
Soort | Aetobatus narinari |
Lengte borstschijf | Tot 2,4 m |
Breedte borstschijf | Tot 2.75 m, gemiddeld 1,80 m |
Staartlengte | Tot 2 meter |
Gewicht | 80 – 230 kg |
Paartijd | Midden van de zomer |
Paringsinterval | Jaarlijks |
Draagtijd | 8 – 12 maanden |
Geboorte | Midden van de zomer |
Geboortelengte | 17 – 35 cm |
Geboortegewicht | 1 – 3 kg |
Aantal jongen | 1 – 4 jongen |
Geslachtsrijp | 4 – 6 jaar |
Levensduur | 25 jaar |
Voeding | Schaaldieren, weekdieren, stekelhuidigen, borstelwormen en vissen |
Leefgebied | Wereldwijd in tropische en warme gematigde wateren |
Groep/solitair | Scholen |
Fokorgramma | – |
CITES | – |
IUCN | Bedreigd (EN, 28-07-2020) |
Ontdek meer van zoo-dieren.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.