Kolenbranderschildpad

Beschrijving van de kolenbranderschildpad

Leefgebied

De kolenbranderschildpad komt in grote delen van tropisch Zuid-Amerika voor, in de landen Argentinië, Brazilië, Colombia, Frans-Guinea, Guinea, Nicaragua, Panama, Paraguay, Suriname, Trinidad en Venezuela. Hij is geïntroduceerd op de Caribische eilanden. De habitat bestaat uit vochtige steppen en graslanden niet ver van stroompjes water, want deze schildpad heeft wel vocht nodig. 

Ze leven in regenwouden, droge bossen met stekelplanten, gematigde bossen en savannegebieden. Ze geven de voorkeur aan dichtbeboste, vochtige habitats, maar ze vermijden modderige gebieden. Ze komen minder voor in open bossen met palmbomen, mangobomen en soortgelijke vegetatie.

Uiterlijk

De kolenbranderschildpad heeft een langwerpig, donkerbruin tot zwart schild met op iedere rugplaat een gele, vage vijfhoek. De schildrand is geel, op de kop en poten zijn onregelmatige, gele vlekken aanwezig. Bij jonge dieren zijn de gele vlekken op de kop en het schild groter. De schubben op de poten en de staart variëren in kleur van geel tot oranjerood. De schubben op de kop hebben brede randen en heldere kleuren.

Het rugschild kan 51 centimeter lang worden, maar meestal wordt het niet groter dan 35 tot 40 cm. De mannetjes zijn groter dan de vrouwtjes. Mannetjes hebben ook een langere staart dan vrouwtjes. Ze kunnen 5 kg zwaar worden.

Wetenswaardigheden

  • Schildpadden zijn de enige reptielen zonder tanden. In plaats daarvan hebben ze scherpe, verhoornde randen aan de bek, net als vogels, waarmee ze hapklare brokken van het voedsel af kunnen snijden.
  • De sekse van de jongen wordt bepaald door de omgevingstemperatuur.

Voedsel in de natuur

Tijdens het natte seizoen eten ze voornamelijk fruit en tijdens de droge periodes bloemen. Verder eten ze het hele jaar door dood en vers gebladerte, aarde, schimmels, stengels, zand, steentjes en aas. Het zand helpt bij de vertering van planten. Mannetjes eten meer fruit dan vrouwtjes.

Gedrag

Kolenbranderschildpadden zijn dagdieren die zich niet over grote afstanden verplaatsen. Tijdens de paring kan het mannetje kip-achtige ’toktok’ geluiden maken. Deze geluiden zijn bedoeld om een partner te lokken en om concurrenten weg te jagen.

Predatie

Eieren worden geroofd door teju’s (reptielen), neusberen, ratten en mangoesten. Jonge schildpadjes worden gegeten door grote hagedissen, slangen, grote soorten schildpadden, roofvogels, hoenders, krokodillen, katachtigen, opossums, vossen, navelzwijnen en verwilderde honden. 

Voortplanting in de natuur

Het paarseizoen loopt meestal van juni tot en met september. Vrouwtjes kunnen meerdere keren per seizoen eieren leggen. Ze maken in de grond een kolfvormig nest van ongeveer 20 cm diep. Het legsel bestaat uit 2 tot 15 bolvormige eieren. De ouders bekommeren zich niet meer om de eieren en de jongen. 

Na 117 tot 158 dagen komen ze uit. De sekse van de jongen wordt bepaald door de omgevingstemperatuur. Boven de 31 graden worden vrouwtjes geboren en bij een temperatuur lager dan 27 graden mannetjes. De jongen hebben bij de geboorte een schild van 39 tot 54 mm en wegen 22 tot 30 gram. Ze zijn direct al zelfstandig.

Kolenbranderschildpadden worden geslachtsrijp als het schild 20 tot 25 cm groot is, wat meestal het geval is als ze 5 jaar zijn.

Bedreiging

Kolenbranderschildpadden zijn nog niet geëvalueerd door het IUCN, maar bepaalde populaties gaan achteruit door verlies van leefgebied en de jacht. Ze zijn echter in veel natuurreservaten en nationale parken te vinden.

Bronnen:

Chelonoidis carbonarius

NaamKolenbranderschildpad
KlasseReptilia (Reptielen) 
OrdeTestudines (Schildpadden) 
OnderordeCryptodira (Halsbergers)
FamilieTestudinidae (Landschildpadden) 
GeslachtChelonoidis 
SoortChelonoidis carbonarius 
Grootte35-40 cm (max. 51 cm) 
Gewicht5 kg
BroedintervalMeerdere keren per jaar 
PaartijdJuni-september 
NestKolfvormige kuil 20 cm diep
Aantal eieren2-15 eieren 
Broedtijd117-158 dagen
Geslachtsrijp5 jaar
Levensduur49 jaar in gevangenschap 
Voeding in de natuurFruit, bloemen, dood en vers gebladerte, aarde, schimmels, stengels, zand, steentjes en aas. 
LeefgebiedArgentinië, Brazilië, Colombia, Frans-Guyana, Guyana, Nicaragua, Panama, Paraguay, Suriname, Trinidad en Venezuela. 
Groep/solitair 
Fokprogramma– 
CITESAppendix II (02/01/2017) 
EU ListingAnnex B ( 04/02/2017)
IUCN

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven