Australische hoendergans

Beschrijving van de Australische hoendergans

Leefgebied

De Australische hoendergans komt uitsluitend in Australië voor en in het bijzonder in de Straat Bass, een zeestraat in het zuidoosten van Australië, op tussen het vasteland en Tasmanië gelegen winderige en onbewoonde eilanden. ’s Zomers komt hij incidenteel naar het vasteland op zoek naar voedsel.

De biotoop van de dieren zijn aan zout of brak water gelegen moerassen, waaraan ze goed aangepast zijn, aangezien ze zout water kunnen drinken. Niettemin mijden de dieren het water en leven ze gewoonlijk uitsluitend op het land.

Uiterlijk

De plomp gebouwde dieren hebben een lichtgrijs met zwarte vlekken bezaaid verendek met zwarte vleugeluiteinden, een zwarte staart, roze poten met zwarte voeten, rode ogen en een korte, zwarte, naar beneden gebogen snavel met een opvallend groengeel gekleurde washuid overtrokken.

Aan dit laatste heeft het dier ook zijn geslachtsnaam te danken, want Cere stamt van het Latijn voor “was” en opsis komt van het Oudgrieks voor “-achtig”. De soortnaam novaehollandiae is een Modern-Latijnse samenstelling uit “nieuw” en “Holland”, een historische naam voor Australië.

Australische hoenderganzen zijn ongeveer 75 tot 100 cm lang en daarmee ongeveer zo groot als een tamme gans. De vleugelwijdte bedraagt 150 tot 190 cm. De ganzen (vrouwtjes) en genten (mannetjes) verschillen behalve in grootte uiterlijk nauwelijks van elkaar. Genten zijn een fractie groter en zwaarder. Genten wegen ca. 5,3 kg en de ganzen 3,7 kg. 

De soort telt 2 ondersoorten:

  • C. n. novaehollandiae: zuidelijk Australië en Tasmanië.
  • C. n. grisea: Recherche-archipel in zuidwestelijk Australië.

Voortbeweging

Australische hoenderganzen mijden het water en zwemmen doen ze dan ook zelden.

Wetenswaardigheden

  • Het dier gedijt goed in gevangenschap. De dieren planten zichzelf dan gemakkelijk voort indien ze over een ruim buitenverblijf beschikken.
  • Australische hoenderganzen kunnen zout water drinken.

Voedsel in de natuur

Australische hoenderganzen voeden zich in hoofdzaak met gras en het fijne graszaad dat erin voorkomt. Verder eten ze kruiden en vetplanten. De dieren grazen gewoonlijk ’s ochtends en ’s avonds. Gedurende de heetste uren van de middag en ’s nachts rusten of slapen ze.

Gedrag

Australische hoenderganzen zijn één van de zeldzaamste soorten ganzen in de wereld. Door hun vermogen om zout of brak water te drinken kunnen ze het hele jaar door op eilanden voor de kust blijven.  Buiten het broedseizoen leven de dieren in groepsverband, maar als ze broeden dwalen ze verder uiteen, losse groepen vormend.

Australische hoenderganzen zijn territoriaal ingesteld. De ganzen kunnen een laag geluid voortbrengen dat veel weg heeft van varkensgeknor.

Predatie

Predatoren die het op de eieren en de jongen voorzien hebben zijn raven, meeuwen, roofvogels en katten.

Voortplanting in de natuur

Een gans en een gent vormen een paartje dat samen blijft voor de duur van het broedseizoen dat in het begin van de Australische herfst valt. In tegenstelling tot de echte ganzen helpt de gent bij het bouwen van het nest, hij broedt echter niet. Het nest wordt op de grond tussen pollen gebouwd van grashalmen en met donsveren bekleed. Het wordt veel zorgvuldiger geconstrueerd dan door welke andere ganzensoort ook en wordt met veel kabaal beschermd tegen rivaliserende broedparen. Daarbij tonen ze allerlei dreigende houdingen, bijten en slaan met de knobbelige vleugelbocht.

De gans (het vrouwtje) legt om de twee dagen een ei. In totaal legt ze tussen de vier en zeven crème eieren. Direct na het leggen van het eerste ei begint ze te broeden. In de broedperiode blijft het vrouwtje 70% van de tijd op het nest. Ze verliest in die tijd 20% van haar gewicht.

Na ongeveer een maand komen de kuikens uit het ei. De kuikens zijn zwart-wit gestreept en worden door beide ouders verzorgd. Aan het begin van de lente vliegen ze gewoonlijk uit. In de natuur worden ze gemiddeld 16 jaar, maar in gevangenschap kunnen ze wel 28 jaar worden.

Bedreiging

De Australische hoendergans is een beschermde diersoort. Rond 1960 vreesde men nog voor uitsterven van de soort, maar door de bescherming van de vogels sindsdien – in hoofdzaak een jachtverbod – kon dit afgewend worden. De IUCN schat de totale populatie op tussen de 16.000 en 18.000 vogels, waaronder 11.000 tot 12.000 volwassen exemplaren, en classificeert de soort op grond daarvan als niet bedreigd. 

Bronnen:

Paspoort

NaamAustralische hoendergans
KlasseAves (vogels)
OrdeAnseriformes (Eendvogels)
FamilieAnatidae (Eenden, ganzen en zwanen)
GeslachtCereopsis
SoortCereopsis novaehollandiae
Grootte75-100 cm
Spanwijdte150-190 cm
Gewicht mannetje5,3 kg
Gewicht vrouwtje3,7 kg
BroedintervalJaarlijks
BroedperiodeMei-augustus
NestOp de grond tussen pollen
Aantal eieren4-7 eieren
Gewicht eieren 
Broedtijd34-37 dagen
Uitvliegen70-76 dagen
Geslachtsrijp2-3 jaar
Levensduur16 jaar in de natuur, 28 jaar in gevangenschap
Voeding in de natuurGras en het fijne graszaad dat erin voorkomt, kruiden en vetplanten
LeefgebiedAustralië in het bijzonder in de Straat Bass, een zeestraat in het zuidoosten van Australië, op tussen het vasteland en Tasmanië gelegen winderige en onbewoonde eilanden
Groep/solitair Groep
Fokprogramma
CITES
EU Listing
IUCNNiet bedreigd (LC)

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven