Beschrijving van de blauwkeelara
Leefgebied
De blauwkeelara komt alleen voor in een klein gebied in het noordelijke deel van centraal Bolivia. Dit gebied staat bekend als Los Llanos de Moxos, onderdeel van de Beni Savannas. Ze leven op een hoogte van 200 tot 300 meter in de meer open gebieden en nestelen en overnachten in ‘eilanden’ van palmbomen in deze gebieden. In het regenseizoen overstromen de savannes van oktober tot en met mei. Hierdoor verandert het gebied in een grasachtig moeras met daarin beboste eilandjes. De aanwezigheid van Matacú palmen (Attalea phalerata) is een vereiste voor het voortbestaan van blauwkeelara’s, aangezien ze deze bomen nodig hebben voor het voedsel en om in te broeden.
Dit gebied wordt gebruikt voor de veeteelt. Hoewel jonge aanplant door het vee wordt vertrapt hebben grotere bomen daar geen last van. De palmen zijn ook nog enigszins vuurbestendig. Aangezien er verder niets wil groeien zal het land niet gauw voor akkerbouw gebruikt gaan worden.
Het leefgebied omvat slechts 2508 km2 en is gesplitst in twee delen. Eén ervan ligt ten noordwesten van Trinidad en één ten zuiden ervan.
Uiterlijk
Blauwkeelara’s zijn ongeveer 75 tot 85 centimeter groot. De spanwijdte bedraagt 90 cm. De vogels bereiken een gewicht van ongeveer 600 tot 1000 gram. Ze hebben felle kleuren met turkoois blauwe vleugels en staart. De onderkant van de staart, de buik en de borst zijn met een uitloop naar de wangen geel van kleur. De naakte huid rondom de ogen is wit van kleur met smalle lijnen van kleine donkerblauwe veren. De keel is blauw van kleur. De krachtige grote snavel is zwart.
Mannetjes en vrouwtjes hebben hetzelfde verenkleed, maar het mannetje is iets groter. Qua uiterlijk lijkt deze vogel enorm veel op de blauw-gele ara. Echter is bij deze laatstgenoemde ara de keel niet blauw maar zwart van kleur, is het voorhoofd groen gekleurd en is de lichte naakte huid rondom de ogen groter.
Jonge vogels hebben geen veren en zijn helemaal roze van kleur. Naarmate ze ouder worden gaan er grijze donsveertjes groeien die vervangen worden door het verenkleed van de volwassen vogels. Bij de geboorte zijn de irissen zwart maar die verkleuren al snel naar bruin. Als ze drie jaar zijn worden die grijs. Uiteindelijk krijgen volwassen vogels irissen die grijsgeel tot goudkleurig zijn.
Voortbeweging
De belangrijkste manier van voortbewegen is vliegen, maar ze klimmen ook wel eens en ze lopen ook wel over de grond.
Wetenswaardigheden
- Blauwkeelara’s zijn een van ’s werelds meest zeldzame papegaaiensoorten.
- De vogel is vrij luidruchtig. Hij heeft een lange hoge schelle schreeuw. Bij dreigend gevaar neemt het geluidsvolume toe.
- De aanwezigheid van Matacú palmen (Attalea phalerata) is een vereiste voor het voortbestaan van blauwkeelara’s in verband met voedsel en het broeden.
- Jonge vogels hebben geen veren en zijn helemaal roze van kleur.
Voedsel in de natuur
Ze eten niet zoveel zaden en noten als andere ara’s, maar voornamelijk fruit van grote palmbomen.
Gedrag
Blauwkeelara’s zijn sociale vogels die in paartjes, maar ook wel in kleine groepjes leven. Er leven nog maar weinig van deze vogels in het wild zodat de vorming van grote groepen onwaarschijnlijk is. Een paartje kan erg aanhankelijk zijn. Ze strijken elkaars veren glad en gaan vlak naast elkaar zitten. Ze worden ook wel eens samen met blauw-gele ara’s gezien.
Blauwkeelara’s zijn uiterst voorzichtig. Voordat ze uit het nest komen kijken ze eerst of er ook predatoren of andere gevaren te zien zijn. Ook wanneer ze terugkeren van het foerageren gaan ze voorzichtig richting het nest waarbij ze voortdurend de omgeving in de gaten houden. Terwijl de één de jongen voert houdt de ander de wacht.
Ze zijn overdag actief en blijven meestal in het hetzelfde gebied.
Predatie
Ze hebben maar weinig natuurlijke vijanden. Bekende predatoren zijn Amerikaanse oehoes, kuifcaracara’s, witsnuitwasberen, tayra’s, bruine kapucijnapen, langpootkiekendieven en reuzentoekans.
Voortplanting in de natuur
Blauwkeelara’s zijn monogaam en vormen paartjes voor het leven. Als de omgevingsfactoren het toestaan broeden ze ieder jaar. Alleen als het legsel verloren gaat zullen ze in hetzelfde seizoen nogmaals proberen te broeden. Er wordt beweerd dat de twee gescheiden populaties enigszins verschillende broedperiode hebben: de noordelijke populatie van augustus tot en met november en de zuidelijke populatie van november tot en met maart.
De vogel maakt gebruik van nestholtes in palmbomen. Vooral dode bomen vormen een ideale plek voor een nest omdat die vaak al zijn uitgehold door larven. Sommige soorten ara’s, waaronder ook de blauwkeelara, eten alle palmbladeren van een boom op zodat die dood gaat. Het is niet bekend of deze ara’s dat met opzet doen om een goede nestplaats te creëren. Meestal zoeken ze ieder jaar een nieuwe plek voor een nest uit.
Er worden 1-3 eieren gelegd die in 26 dagen door het vrouwtje worden uitgebroed. Het mannetje brengt in die tijd voedsel voor het vrouwtje. Wanneer ze uit het ei kruipen wegen de jongen maar 18 gram. Beide ouders voeren de jongen en houden de jongen warm totdat ze veren krijgen.
Na 13 tot 14 weken vliegen ze uit. Ze blijven echter nog gedeeltelijk afhankelijk van de ouders tot ze een jaar oud zijn. In dat jaar slaan de ouders het broeden een keer over. Na 5 jaar zijn de jongen geslachtsrijp. In gevangenschap kunnen blauwkeelara’s 50 jaar worden, maar over de levensduur in het wild is weinig bekend.
Bedreiging
De blauwkeelara is een van ’s werelds zeldzaamste papegaaiensoorten. Naar schatting leefden er in 2012 nog tussen de 110 tot 130 exemplaren in het wild. De grootste bedreiging blijft de illegale handel in exotische dieren en het verdwijnen van leefgebied door het kappen van bomen en de omzetting van palmbos in weidegronden. Door het kappen van oude bomen zijn ook de mogelijke nestelplaatsen in aantal afgenomen. De vogels moeten voor hun nesten concurreren met andere holenbroeders zoals toekans en grote soorten spechten. Daarom staat deze ara als ernstig bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN. In dierentuinen zijn nog rondom de 80 broedparen aanwezig.
Bronnen:
- Animal Diversity Web: Wyatt, S. 2011. “Ara glaucogularis” (On-line), Animal Diversity Web. Accessed May 03, 2016 at https://animaldiversity.org/accounts/Ara_glaucogularis/
- IUCN: BirdLife International. 2016. Ara glaucogularis. The IUCN Red List of Threatened Species 2016: e.T22685542A93078866. https://www.iucnredlist.org/species/22685542/130868462 Accessed on 3 May 2016.
- Blauwkeelara. (2021, mei 2). Wikipedia, de vrije encyclopedie. Opgehaald 18:17, november 28, 2021 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Blauwkeelara
Ara glaucogularis
Naam | Blauwkeelara |
Klasse | Aves (vogels) |
Orde | Psittaciformes (Papegaaiachtigen) |
Familie | Psittacidae (Papegaaien) |
Geslacht | Ara |
Soort | Ara glaucogularis |
Grootte | 75-85 cm |
Spanwijdte | 90 cm |
Gewicht | 600-1000 gram |
Broedinterval | 1-2 legsel per broedseizoen |
Broedperiode | Noordelijke populatie augustus-november. Zuidelijke: november-maart |
Nest | In een holte in een palmboom |
Aantal eieren | 1-3 eieren |
Gewicht eieren | |
Broedtijd | 26 dagen |
Uitvliegen | 13-14 weken |
Geslachtsrijp | 5 jaar |
Levensduur | In gevangenschap tot 50 jaar |
Voeding in de natuur | Fruit van grote palmbomen |
Leefgebied | In het noordelijke deel van centraal Bolivia |
Groep/solitair | Leven in paartjes en groepjes |
Fokprogramma | EEP: CHESTER, Becca Biddle |
CITES | Appendix I (29/07/1983) |
EU Listing | Annex A (04/02/2017) |
IUCN | Ernstig bedreigd (CR) |
Ontdek meer van zoo-dieren.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.