Canadese gans

Beschrijving van de Canadese gans

Leefgebied

De Canadese gans is inheems in Canada, de Verenigde Staten en Mexico. Hoewel het verspreidingsgebied het grootste deel van Noord-Amerika omvat, overwinteren ze over het algemeen in het zuidelijke deel van het continent. Ondanks de Noord-Amerikaanse afkomst zijn Canadese ganzen in habitats over de hele wereld geïntroduceerd. Zowel opzettelijke introductie als zwervende vogels zijn verantwoordelijk voor de introductie in heel Europa, Australië en delen van Azië, zoals Japan, Korea en Rusland. De broedgebied liggen in Canada, Alaska, Zweden en Engeland.

Canadese ganzen hebben een voorkeur voor open, grasrijke leefgebieden. Gebieden met lang gras en struiken worden over het algemeen vermeden omdat zich hier roofdieren in kunnen schuilhouden. Ze leven het liefst in de buurt van water, zoals vijvers, moerassen, rivieren of kusten. Canadese ganzen komen op bijna alle hoogten voor, van de kust tot in berggebieden. Populaties van deze vogels hebben zich ook gevestigd in stedelijke en voorstedelijke gebieden waar gras aanwezig is. Ze worden ook vaak gezien op landbouwgronden.

Er zijn 7 ondersoorten: 

  • B.c. occidentalis: zuidwestelijk Alaska
  • B. c. fulva: zuidelijk Alaska en westelijk Brits-Columbia
  • B. c. maxima: het zuidelijke deel van Centraal-Canada
  • B. c. parvipes: van centraal Alaska tot centraal Canada
  • B. c. moffitti: zuidwestelijk Canada en de noordwestelijke Verenigde Staten
  • B. c. interior: het zuidelijke deel van Centraal-Canada
  • B. c. canadensis: oostelijk Canada.

De Canadese gans is een exoot in Europa. In Nederland waren er al in 1951 broedgevallen in het wild. Tot in de jaren 1980 werden deze verwilderde dieren afgeschoten. Na 1987 werd dit niet meer gedaan. Tussen 1987 en 1997 steeg het aantal broedparen van 100 naar 225. Volgens door SOVON gecoördineerde tellingen van het waterwild in Nederland nam het aantal waargenomen Canadese ganzen tussen 1981 en 2006 met 27% per jaar toe. Het gemiddelde aantal bereikte in 2006 de 20.000. Volgens schattingen van SOVON is het aantal broedparen in 2012 (in Nederland) gestegen tot 7300 paar.

Uiterlijk

Canadese ganzen hebben een zwarte kop en snavel en een zwarte, lange hals. Typisch voor deze soort is de witte band die van de keel tot over de wangen loopt. De zwarte hals gaat over in een witachtige borst. Op de rug zitten verschillende tinten bruingrijze veren en de buik en de romp zijn crème tot wit van kleur. Het verenkleed is bij beide geslachten gelijk maar de mannetjes zijn iets groter dan de vrouwtjes. De lichaamslengte bedraagt 76 tot 110 cm en het gewicht 3 tot 9 kg. De grootste ondersoort, de Branta canadensis maxima, weegt gemiddeld 6,4 kg. De spanwijdte bedraagt 130 tot 170 cm.

Jonge ganzen zijn geel met grijsgroene veren op de rug en, afhankelijk van de ondersoort, soms ook op de kop. Ze komen met zwarte poten en een zwarte snavel ter wereld.

Voortbeweging

De V-formatie waarin Canadese ganzen vliegen is erg efficiënt qua energieverbruik. Deze formatie wordt een “wig” of “streng” genoemd. Er wordt regelmatig van koppositie gewisseld omdat voor deze positie de meeste energie nodig is. Met deze techniek kunnen Canadese ganzen 2400 km in één dag, met de wind mee, vliegen. Tijdens de vlucht maken ze vaak veel geluid en communiceren ze met elkaar. 

Wetenswaardigheden

  • De snavel heeft, ten behoeve van het eten, kamachtige lamellen rond de buitenrand.
  • Tijdens het broedseizoen ruien Canadese ganzen en zijn ze tijdelijk niet in staat om te vliegen. Deze periode duurt ongeveer een maand en dan zijn ze bijzonder kwetsbaar voor predatie.
  • In gevangenschap komen kruisingen tussen Canadese ganzen en andere soorten, meestal grauwe ganzen, sneeuwganzen of brandganzen voor, maar dit komt in de natuur vermoedelijk minder voor.
  • Mannetjes kunnen tijdens het paarseizoen erg agressief zijn tegenover roofdieren en andere ganzen.

Voedsel in de natuur

Het eten moet eiwitrijk zijn en veel energie bevatten. Canadese ganzen zijn voornamelijk herbivoren en hun dieet bestaat voornamelijk uit bladeren, gras, zaden, bessen, algen en wortels. De lamellen op de rand van hun snavel helpen bij het grazen, wanneer het gras, door een rukkende beweging met de kop te maken, wordt geplukt. 

Soms worden ongewervelde waterdieren, insecten, kleine vissen, schaaldieren en weekdieren gegeten, vooral tijdens het grootbrengen van de jongen of tijdens het broeden, wanneer meer voedingsstoffen nodig zijn. Wanneer ze door omgevingsfactoren niet aan eten kunnen komen, kunnen Canadese ganzen tot 30 dagen zonder voedsel.

Gedrag

Deze herbivore vogels overnachten op het water en eten overdag, zowel op het water als op het land. 

Predatie

Door hun grootte hebben ze niet veel predatoren. Als ze zich bedreigd voelen, maken ze gakkende en sissende geluiden, waarbij ze vaak dreigende bewegingen maken. Onbewaakte eieren en kuikens zijn veel kwetsbaarder en kunnen door andere vogels worden gegeten, zoals meeuwen, raven en kraaien. Andere predatoren zijn vossen, wolven, coyotes, beren, honden, stinkdieren en wasberen. De overgrote meerderheid van de sterfgevallen wordt veroorzaakt door mensen.

Voortplanting in de natuur

Paartjes kiezen elkaar vaak op basis van een gelijkenis in grootte, wat bekend staat als “assortatieve paring”. Ze zijn monogaam en vormen vaak paartjes voor het leven. Als één van beiden sterft, zal de ander een nieuwe partner zoeken. Vanwege hun sociale aard sluiten paartjes met jongen zich vaak aan bij andere ouders in groepen die “crèches” genoemd worden. Ze blijven dan soms tot het volgende paarseizoen samen.

Canadese ganzen paren jaarlijks en het paarseizoen loopt meestal van april tot mei, maar in koudere klimaten kan dat tot in juni uitlopen. De nesten worden door de vrouwtjes gemaakt die meestal een favoriete nestplaats hebben waar ze elk broedseizoen naar terugkeren. Na het vinden van een geschikte nestlocatie, welke dichtbij het water ligt en een strategisch ligging heeft, zoekt het vrouwtje takjes en grassen om een nest te bouwen en bekleedt ze het nest met veren of dons.

Hoewel Canadese ganzen na twee jaar geslachtsrijp zijn, broeden ze gewoonlijk niet voordat ze ten minste drie jaar oud zijn. Ze broeden slechts één keer per seizoen tenzij het eerste broedsel mislukt is. Ze leggen meestal 2 tot 8 witte eieren. Ieder ei wordt ongeveer anderhalve dag na elkaar gelegd en het broeden begint zodra het laatste ei is gelegd. Tijdens het broeden keren de vrouwtjes de eieren regelmatig. Het broeden duurt 25 tot 28 dagen.

De jongen gebruiken een eitand, een harde, scherpe, tandachtige punt op hun snavel, om uit het ei te komen. Wanneer de eieren zijn uitgebroed vormen de ganzen vaak groepen met andere ouders en hun kuikens. Jonge ganzen zijn nestvlieders en kunnen het nest al na 24 uur na verlaten. Hierdoor kunnen de ouders kort na het uitbroeden de jongen al naar voedsel en water brengen. Ondanks het vermogen om het nest snel te verlaten, vliegen ze pas na gemiddeld 44 dagen uit

Canadese ganzen besteden tijdens het eerste jaar veel tijd aan het grootbrengen van hun jongen. Voordat de eieren zijn gelegd en tijdens het broeden zijn zowel mannetjes als vrouwtjes erg beschermend voor hun nest. Zodra de eieren uitgekomen zijn, zijn de mannetjes verantwoordelijk voor de verdediging van het nest.

De kuikens zijn al relatief goed ontwikkeld als ze uit het ei komen en na slechts 7 tot 10 weken kunnen ze zowel vliegen als voedsel voor zichzelf vinden. Ondanks deze vaardigheden blijven de jongen bij hun ouders tot het volgende broedseizoen.

Het is moeilijk om de gemiddelde levensduur van Canadese ganzen vast te stellen. In gevangenschap was de langst levende gans 80 jaar oud. In de natuur was de oudste gans naar verluidt 30 jaar en 4 maanden oud. Zo’n lang leven in het wild is echter exceptioneel. De levensverwachting voor de meeste wilde ganzen bedraagt 20 jaar.

Bedreiging

In 1918 trad de Amerikaanse Migratory Bird Act in werking, waardoor het in de Verenigde Staten verboden werd om vogels tijdens de trek te vangen, erop te jagen of te doden. Als gevolg hiervan kan er op Canadese ganzen alleen tijdens het jachtseizoen of met een speciale vergunning gejaagd worden. Ze worden echter vaak zonder vergunning gedood omdat ze in stedelijke gebieden als een plaag beschouwd worden. Hoewel er maatregelen zijn getroffen om de populatie in de hand te houden, lijkt deze steeds groter te worden en deze is al heel groot. 

Bronnen:

Branta canadensis

NaamCanadese gans
KlasseAves (vogels)
OrdeAnseriformes (Eendvogels)
FamilieAnatidae (Eenden, ganzen en zwanen)
GeslachtBranta (Zwarte ganzen)
SoortBranta canadensis
Grootte76 – 110 cm
Spanwijdte130 – 170 cm 
Gewicht 3 – 9 kg 
BroedintervalJaarlijks
BroedperiodeApril – juni
NestOp de grond
Aantal eieren2 – 8 eieren  
Gewicht eieren85 gram
Broedtijd25 – 28 dagen
Uitvliegen44 dagen
Geslachtsrijp2 jaar
Levensduur20 jaar in het wild
Voeding in de natuurBladeren, gras, zaden, bessen, algen en wortels. Soms ongewervelde waterdieren, insecten, kleine vissen, schaaldieren en mollusken.
LeefgebiedInheems in Canada, de Verenigde Staten en Mexico
Groep/solitairGroepjes, paartjes
Fokprogramma
CITESAppendix I (01/07/1975, Subspecies: Branta canadensis leucopareia)
EU ListingAnnex A (04/02/2017, Subspecies: Branta canadensis leucopareia)
IUCNNiet bedreigd (LC)

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven