Ekstergans

Beschrijving van de ekstergans

Leefgebied

De ekstergans is een standvogel die langs de noord- en de oostkust van Australië en het savannegebied in zuidelijk Nieuw-Guinea voorkomen. Hij is te vinden in natte graslanden, overstromingsgebieden van rivieren, moerassen en andere moerasgebieden langs de kust. Hij vertoont zich zelden landinwaarts. 

Uiterlijk

Eksterganzen hebben gele poten en een zwarte kop, nek, staart en vleugels. Ze hebben slechts halve zwemvliezen aan de poten. Op de kop zit een bobbel. De rest van het verendek is wit.

Ze zijn 77 tot 90 cm lang, 2 tot 3 kg zwaar en hebben een spanwijdte van gemiddeld 1,5 meter. Het mannetje wordt groter dan het vrouwtje en heeft een opvallende knobbel op de kruin. De jongen zijn grijzer van kleur en hebben nog geen bobbel op de kop.

Wetenswaardigheden

  • Eksterganzen verschillen van andere ganzen en eenden omdat ze geleidelijk hun veren ruien, waardoor ze niet een periode kennen waarin ze niet kunnen vliegen.
  • Vóór de Europese kolonisatie van Australië kwamen deze ganzen veel algemener voor.

Voedsel in de natuur

De ekstergans leeft van plantaardig materiaal dat zowel uit het water als op het land wordt bemachtigd. Ze eten grassen, wortels, knollen, zaden, granen, noten, wilde rijst en bladeren. In het droge seizoen eten ze voornamelijk wortels en knollen en in het natte seizoen voornamelijk grassen. Hoewel ze planteneters zijn, eten ze ook wel eens insecten.

Gedrag

Het is een standvogel die het hele jaar door in hetzelfde gebied verblijft. Buiten de broedtijd leven ze in groepen en in de broedperiode in paartjes van meestal drie vogels. Gedurende droogteperioden maken de groepen trektochten naar geschikte foerageergebieden. Ze broeden meestal in meer beboste gebieden.

Predatie

Predatoren jagen op de eieren en de jongen. Bekende predatoren zijn wigstaartwouwen, witbuikzeearenden, dingo’s, Australische beverratten, varanen en pythons.

Voortplanting in de natuur

Het broedseizoen valt samen met het einde van de natte periode en loopt van februari tot juni. Eksterganzen broeden in groepjes die vaak bestaan uit één mannetje en twee vrouwtjes. De beide vrouwtjes in zo’n groepje zijn meestal aan elkaar verwant en leggen meestal samen de eieren in het hetzelfde nest.

Ze leggen 3 tot 8 eieren die in 24 tot 38 dagen door alle drie de ouders worden uitgebroed. Wanneer de jongen nog in het nest zitten, buigen de ouders het gras wat naast het nest staat om, zodat de jongen de zaden kunnen opeten. De jongen kunnen na 3 maanden vliegen, maar alle drie de ouders zorgen voor de jongen tot het volgende regenseizoen.

Na 2 jaar zijn de jongen geslachtsrijp. In het wild kunnen eksterganzen 32 jaar worden.

Bedreiging

Eksterganzen zijn door de IUCN Geclassificeerd als “Niet bedreigd”.

Bronnen:

Anseranas semipalmata

NaamEkstergans
KlasseAves (vogels)
OrdeAnseriformes (Eendvogels)
FamilieAnseranatidae (Eksterganzen)
GeslachtAnseranas
SoortAnseranas semipalmata
Grootte77-90 cm 
Spanwijdte150 cm 
Gewicht2-3 kg
BroedintervalJaarlijks
BroedperiodeFebruari-juni 
NestOp de grond 
Aantal eieren3 tot 8 eieren 
Gewicht eieren 
Broedtijd24-35 dagen 
Uitvliegen3 maanden
Geslachtsrijp2 jaar
Levensduur32 jaar in het wild
Voeding in de natuurGrassen, zaden, wilde rijst en bladeren
LeefgebiedLangs de noord- en de oostkust van Australië en het savannegebied in zuidelijk Nieuw-Guinea
Groep/solitairLeven in groepen
Fokprogramma
CITES
EU Listing
IUCNNiet bedreigd (LC)

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven