Goudfazant

Beschrijving van de goudfazant

Leefgebied

Het oorspronkelijke leefgebied van de goudfazant is het bergachtige westen van China. Ze leven daar in subtropische gebieden in bossen op berghellingen tot op 2500 meter hoogte. Ze komen ook voor op theeplantages, langs de randen van akkers en op terrasplantages langs de randen van gecultiveerde gebieden, maar ze worden nooit in open gebieden gezien want ze zijn erg schuw.

Tegenwoordig leven er ook wilde populaties in het Verenigd Koninkrijk, Canada, de Verenigde Staten, Mexico, Colombia, Peru, Bolivia, Chili, Argentinië, Uruguay, de Falkland Eilanden, Duitsland, België, Nederland, Frankrijk, Ierland, Australië en Nieuw-Zeeland. In Engeland komen ze voor in de dichte bossen in Breckland in East Anglia evenals in Tresco op de Scilly-eilanden.

Uiterlijk

Het volwassen mannetje is 100 tot 115 cm lang. De staart is ongeveer 77 tot 79 cm en daarmee twee derde van de totale lengte. De vleugellengte is 19 tot 20 cm en de spanwijdte bedraagt 65 tot 75 cm. Hij weegt 575 tot 875 gram. Het vrouwtje is ongeveer 61 tot 70 cm lang met een staart van 35 tot 37 cm. De vleugellengte is 16,5 tot 18 cm en een vrouwtje weegt ongeveer 350 tot 700 gram.

Karakteristiek voor het mannetje zijn de goudgele kam en de goudgele tot gele onderrug. De haan heeft een goudkleurige kop en een groene, met zwart afgezette kraag en lange, goudkleurige, met zwart omzoomde nekveren. De onderkant is donkerrood. De kin, keel en het midden van de buik en de dijen hebben een enigszins bruine kleur. De binnenste handpennen zijn donkerblauw, de buitenste bruin met zwarte strepen. De geelbruine staart is getekend met onregelmatige zwarte vlekken. De kale plek rond de ogen is geelbruin. De iris is lichtgeel en de snavel is hoornachtig geel.

Bij het vrouwtje is de kale plek rond het oog geel-bruin. De iris is bruin en de snavel is hoornachtig geel met een donkere basis. Het verenkleed is overwegend beigebruin met zwarte strepen. De kop en de hals zijn dun gestreept met een gele tot lichtbruine grondkleur. De uiteinden van de veren hebben deels een blauwe metallic glans. De kin en de keel zijn niet gestreept en licht van kleur. Voor op de rug zijn de strepen breed op een roodbruine ondergrond. De onderkant is licht geelachtig beige met brede zwarte strepen op de borst, flanken en onderstaartdekveren, die naar het midden van de buik toe smaller worden. De onderrug, romp en bovenstaartdekveren hebben een bruine ondergrond met fijn kriebelig patroon. De vleugels zijn bruin met lichte gele vlekken op de buitenkant en lichte roodbruine banen op de binnenveren.

De hen is minder opvallend en lijkt een beetje op het vrouwtje van de gewone fazant, maar ze is iets donkerder en slanker en ze staat wat hoger op de poten. Verder is de staart van de hen beduidend langer dan die van het wijfje van de gewone fazant en is ze wat geprononceerder gevlekt.

Voortbeweging

Goudfazanten vliegen onhandig. Daarom lopen ze liever en brengen ze het grootste deel van de tijd op de grond door. Als ze schrikken kunnen ze evenwel snel opvliegen.

Wetenswaardigheden

  • In het broedseizoen laten de mannetjes een metaalachtige roep horen.
  • Tijdens de balts zetten de mannetjes hun kraag op.
  • Deze vogel wordt ook wel goudkraagfazant genoemd

Voedsel in de natuur

Ze foerageren op de grond en eten graan, bladeren en ongewervelde dieren.

Predatie

Deze vogels hebben een uitstekend overlevingsinstinct. Als ze bedreigd worden springen ze omhoog om weg te vliegen, hoewel het geen beste vliegers zijn.  Het kwetsbaarst voor predatoren zijn de eieren en de jonge vogels.

Gedrag

Ze overnachten meestal op een vaste plek op een tak op 3,5 m hoogte. In het broedseizoen maakt het mannetje een metaalachtig geluid.

Goudfazanten zijn in het paarseizoen monogaam en daarbuiten leven ze in paren of in kleine groepjes van maximaal drie vogels. Terwijl de hennen reeds in het eerste jaar van hun leven geslachtsrijp zijn, is dat bij mannetjes later en baltsen deze pas in het tweede levensjaar.  Jonge mannetjes zoeken in de wintermaanden ervoor vaak gezelschap op van oudere mannetjes.

Voortplanting in de natuur

In de paartijd is met korte tussenpozen de metaalachtige roep van de mannetjes te horen. Soms wordt er dan hevig gevochten. De balts begint zodra het weer goed is en begint met het snel om de hen heen rennen van de haan waarbij deze plotseling van richting verandert. De mannetjes zetten hun kraag op en maken daarbij sissende geluiden.

Het nest zit meestal verscholen onder vegetatie. Voor het leggen van de eieren zondert de hen zich af. Het legsel bestaat uit 5 tot 12 roomwitte, glanzende eieren van ongeveer 45 bij 33 mm. Deze worden in 22 tot 23 dagen uitgebroed. De kuikens worden eerst 1 tot 2 dagen onder de vleugels gehouden waarna ze gevoerd worden. Na 12 tot 14 dagen overnachten de kuikens samen met de moeder op een boomtak.

Na vier maanden zijn de jongen zelfstandig en verlaten ze hun moeder. Vrouwtjes zijn na één jaar geslachtsrijp en mannetjes na twee jaar. Deze moeten nog een jaar wachten tot hun verenkleed volgroeid is.

Bedreiging

De goudfazant is door de IUCN geclassificeerd als “niet bedreigd”.

Bronnen:  

Chrysolophus pictus

NaamGoudfazant
KlasseAves (vogels)
OrdeGalliformes (Hoendervogels)
FamiliePhasianidae (Fazantachtigen)
GeslachtChrysolophus
SoortChrysolophus pictus
Grootte mannetje100 – 115 cm
Staartlengte man77 – 79 cm
Spanwijdte65 – 75 cm
Gewicht man575 – 875 gram
Grootte vrouw61 – 70 cm
Staartlengte vrouw35 – 37 cm
Gewicht vrouw350 – 700 gram
Broedinterval Jaarlijks
BroedperiodeApril – mei
NestOnder vegetatie
Aantal eieren5 – 12 eieren
Broedtijd22 – 23 dagen
Uitvliegen2 weken
Geslachtsrijp mannetje2 jaar
Geslachtsrijp vrouwtje1 jaar
Levensduur in het wild5 – 6 jaar (15 – 20 jaar in gevangenschap)
Voeding in de natuurGraan, bladeren en ongewervelde dieren. 
LeefgebiedOorspronkelijk midden en westen van China
Groep/solitair Paartjes en kleine groepjes
Fokprogramma
CITES
IUCNNiet bedreigd (LC)

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven