Beschrijving van de Humboldtpinguïn
Leefgebied
De Humboldtpinguïn komt voor in de in de kustgebieden van Peru en Chili.
Uiterlijk
Humboldt pinguïns zijn vernoemd naar de Humboldtstroom, een zeestroming die vanuit het zuiden van Chili langs de westkust van Zuid-Amerika stroomt. Deze stroming is genoemd naar de Pruisische ontdekkingsreiziger en natuurkundige Alexander von Humboldt.
Het zijn middelgrote pinguïns met een relatief grote kop, een zwarte rug en staart en een zwarte band op de borst die aan weerszijden over het lichaam langs de flippers naar beneden loopt tot aan de zwarte poten. Het gezicht is ook zwart maar wordt van hoofd en nek gescheiden door een witte band. De sterke snavel is zwart met een witte band in de bij de punt van de snavel. De basis van de snavel heeft een roze, vlezige kleur die doorloopt tot de ogen.
Aan de tenen zitten klauwtjes waarmee hij kan klimmen.
De Humboldt pinguïn heeft twee lagen veren. De bovenste laag is plat en overlapt de tweede laag. Deze dient als bescherming tegen de wind en water. De onderste laag dient voor de isolatie. De botten zijn stevig en dienen als ballast bij het duiken.
De vrouwtjes zien er net zo uit als de mannetjes, maar ze zijn iets kleiner. De jongen zijn overwegend grijs op kop en rug, wit aan de voorkant en missen de dubbele streep op de borst van de volwassenen.
Voortbeweging
Met behulp van de stevige flippers zijn ze in staat om snel te zwemmen. Hierbij kunnen ze snelheden tot 50 km per uur halen. Hoewel ze tot 150 meter diepte kunnen duiken, duiken ze meestal niet dieper dan 60 meter.
Sociaal gedrag
Humboldt pinguïns zijn monogaam en leven in broedkolonies.
Voortplanting
Deze vogels maken nesten door holtes in zand of guano te graven of ze leggen hun eieren in kleine rotsspleten. Ze broeden het hele jaar door met pieken in de periode van mei tot juli en september tot december. Deze pieken hebben te maken met de beschikbaarheid van voedsel.
Ze leggen in een periode van twee tot vier dagen twee eieren. De broedtijd bedraagt 40 tot 42 dagen waarbij zowel het mannetje als het vrouwtje de eieren uitbroeden. De kuikens komen meestal twee dagen na elkaar uit het ei. Ze worden door beide ouders gevoed. Na 12 weken verlaten de jongen het nest. Daarna zorgen ze voor zichzelf. Na twee tot drie jaar zijn ze geslachtsrijp en veelal nestelen ze in dezelfde kolonie waar ze geboren zijn.
In gevangenschap kunnen ze 30 jaar worden, een leeftijd die ze in het wild niet vaak halen. In de natuur worden ze veelal niet ouder dan 15 tot 20 jaar.
Voedsel
Humboldt Pinguïns zoeken in het koude water van de Zuid-Amerikaanse kusten naar voedsel. De Humboldtstroom loopt noordwaarts van Antarctica en vormt een rijke bron van voedsel, vooral ansjovis. Maar deze vogels eten ook andere vissoorten zoals krill, schaaldieren en inktvis. Ze cirkelen rond hun prooi en vallen deze van de zijkant aan waarbij ze eerst de kop naar binnen werken. De mond en de tong hebben achterwaarts gerichte stekels waardoor de prooi niet meer terug kan glijden.
Predatie
De natuurlijke vijanden in het water zijn zeeluipaarden, zeeberen, zeeleeuwen, haaien en orka’s. Op het land zijn de natuurlijke vijanden vossen, slangen, honden en katten die het voorzien hebben op de eieren en de kuikens.
Bedreiging
De populatie is sinds het midden van de 19e eeuw al gedaald, maar de El Niño van 1982 – 1983 deed de populatie slinken van 19.000-21.000 vogels naar 5.180-6.080. In 1995-1996, was de populatie weer gestegen tot 10.000-12.000 vogels, maar de El Niño van 1997-1998 resulteerde in een verdere reducering tot 3300 vogels.
In Peru daalde het aantal kolonies van 17 in 1981 tot twee in 1996, maar in 1999 was dit weer toegenomen tot zes. In 2000 was 78% van de totale Peruaanse populatie van 4425 vogels geclusterd in slechts vijf kolonies.
Een onderzoek in 2004 schatte een totaal van ongeveer 5000 vogels in 21 kolonies waarvan 16 kolonies beschouwd werden als broedplaatsen. In slechts zes van deze kolonies meer dan 200 vogels aanwezig waren.
De grootte en de verdeling van de kolonies in Peru veranderde aanzienlijk in de periode 1984-1999 naar verhoudingsgewijs meer kolonies langs de zuidelijke kustgebieden en minder in de noordelijke en centrale van kustgebieden.
In 2002 vonden onderzoekers op negen eilanden nesten met een totale bevolking van 9000 paren waarvan 7000 op het eiland Chañaral. Bij een nieuw bezoek aan Chañaral in 2003 werden 20.000 vogels gevonden waarvan de meeste in de rui waren.
Een andere belangrijke bedreiging voor deze diersoort vormt verstrikking in visserijnetten, illegale vangst voor consumptie (vlees, olie en vachten) en de handel in deze dieren.
Ook het oogsten van guano vormt een bedreiging omdat deze vogels dan geen geschikte broedplaats meer kunnen vinden.
Bronnen
- EOL: Encyclopedia of Life, available from https://eol.org/pages/45512091, Accessed 1-12-2011
Spheniscus humboldti
Naam | Humboldtpinguïn |
Klasse | Aves (Vogels) |
Orde | Sphenisciformes (Pinguïns) |
Familie | Spheniscidae (Pinguïns) |
Geslacht | Spheniscus |
Soort | Spheniscus humboldti |
Grootte man | 56 – 70 cm |
Grootte vrouw | 56 – 70 cm |
Gewicht man | 3.6 – 5.9 kg |
Gewicht vrouw | 3.6 – 5.9 kg |
Paartijd | Het hele jaar door. Pieken in mei-juli en september-december |
Broedinterval | Jaarlijks |
Broedtijd | 39 – 42 dagen |
Nest | Holte in zand of guano of een rotsspleet |
Geboorte | Het hele jaar door |
Geboortegewicht | |
Aantal eieren | 2 |
Uitvliegen | 12 weken |
Geslachtsrijp man | 3 jaar |
Geslachtsrijp vrouw | 3 jaar |
Levensduur | 15 – 20 jaar in de natuur |
Voeding | Ansjovis, krill, inktvis, schaaldieren |
Leefgebied | De kustgebieden van Peru en Chili |
Groep/solitair | Groep |
Fokprogramma | EEP: TWYCROSS, Anna Westbury, 1992 |
CITES | Appendix I |
IUCN | Kwetsbaar (VU) |
Ontdek meer van zoo-dieren.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.