Kleine zilverreiger

Beschrijving van de kleine zilverreiger

Leefgebied

De kleine zilverreiger heeft een zeer groot verspreidingsgebied. Het IOC World Bird List onderscheidt hierbinnen twee ondersoorten:

  • E. g. garzetta (Van Europa tot in Japan en verder Afrika tot Zuid-Afrika, India en de Filipijnen)
  • E. g. nigripes (Grote Soenda-eilanden tot in Australië en Nieuw-Zeeland).

Het is een vogel van draslanden zoals lagunes, meren, plassen en rivieren. Hij broedt in dichte moerasbossen, vaak in gezelschap van andere reigers en andere watervogels. Net zoals de in Nederland veel geziene reiger, komt de kleine zilverreiger in een land als Japan veel voor in stedelijk gebied. De vogel is ook weinig schuw. 

Uiterlijk

De kleine zilverreiger is een witte vogel met een slanke zwarte snavel, zwarte poten met gele tenen en een lange witte kuif (in de zomer). De kleine zilverreiger is 55-65 cm lang en heeft een spanwijdte van 88 tot 106 cm. Hij weegt 350 tot 550 gram.

Hij lijkt erg op de grote zilverreiger, maar die is gemiddeld 30 cm langer (90 cm, spanwijdte 150 cm, zo groot als een blauwe reiger), heeft zwarte tenen en in de zomer is de snavel van de grote zilverreiger geel.

Wetenswaardigheden

  • In Nederland was het eerste broedgeval in 1979 in de Oostvaardersplassen. Een tweede broedpoging was in 1994 op Voorne. Daarna nam het aantal broedvogels snel toe. Volgens SOVON waren er in 2007 ca. 130 broedvogels op 14 verschillende locaties.
  • Verder is de zilverreiger een doortrekker in zeer klein aantal en in nog kleiner aantal overwinteraar, vooral in Zeeland en de rest van het Deltagebied.

Voedsel in de natuur

Het voedsel bestaat uit vissen, insecten, reptielen, weekdieren en kikkers. Ze zoeken naar hun prooi in ondiep water. Hierbij rennen ze vaak met opgeheven vleugels en schudden ze met hun poten om kleine vissen op te jagen. Ze blijven ook wel heel stil staan wachten op een prooi.

Gedrag

Ze zijn vaak te vinden bij meren, waterbekkens, rivieren en vijvers. In mindere mate zijn ze ook te vinden in water met getijdenwerking. Het is een sociale vogel die in kleine groepjes of grote kolonies leeft. Ze zijn vaak samen met de iets grotere middelste zilverreiger te zien. Buiten het broedseizoen zoeken kleine zilverreigers alleen of in kleine groepjes naar voedsel.

Predatie

In de broedkolonies worden de kuikens aangevallen door predatoren zoals havikachtigen, uilen en kraaien. 

Voortplanting

De kleine zilverreiger broedt in kolonies van duizenden paartjes, vaak samen met andere waadvogels. Sommige paartjes broeden echter alleen of in kleine kolonies van minder dan 100 paartjes. De broedperiode varieert per regio. In Europa en Noord-Azië valt de broedperiode in de lente en de zomer (maart – juli) en in de tropen valt het in de regenperiode.

Het nest bestaat meestal uit een platform van takken in een boom, een struik, een rietkraag of een bamboebos. Op sommige plekken, zoals de Kaapverdische eilanden, bouwen ze een nest op de rotsen. Het paartje verdedigt een klein territorium van ongeveer 3 tot 4 meter rond het nest.

Er worden 3 tot 5 eieren gelegd die door beide ouders in 21 tot 25 dagen worden uitgebroed. De eieren hebben een matte, blauwgroene kleur. De jongen hebben witte donsveertjes en worden door beide ouders verzorgd. Na 40 tot 45 dagen vliegen ze uit.

In het wild kunnen kleine zilverreigers 22 jaar worden.

Bedreiging

De kleine zilverreiger heeft een enorm groot verspreidingsgebied en daardoor is de kans op de status kwetsbaar (voor uitsterven) uiterst gering. De grootte van de populatie wordt geschat op 640.000 tot 3,1 miljoen individuen en dit aantal stijgt nog. Om deze redenen staat de kleine zilverreiger als niet bedreigd op de internationale Rode Lijst van de IUCN. 

Bronnen:

Egretta garzetta

NaamKleine zilverreiger
KlasseAves (vogels)
OrdePelecaniformes (Roeipotigen)
FamilieArdeidae (Reigers)
GeslachtEgretta
SoortEgretta garzetta
Grootte55-65 cm 
Spanwijdte88-106 cm 
Gewicht 350-550 gram
BroedintervalJaarlijks 
BroedperiodeEuropa en Noord-Azië: maart-juli
NestPlatform van takken, meestal op de grond
Aantal eieren3-5 eieren
Broedtijd21-25 dagen
Uitvliegen40-45 dagen 
Geslachtsrijp2 jaar 
LevensduurGemiddeld 5, maximaal 22 jaar in het wild
VoedingVissen, insecten, reptielen, weekdieren en kikkers 
LeefgebiedVan Europa tot in Japan en verder Afrika tot Zuid-Afrika, India en de Filipijnen, en de grote Soenda-eilanden tot in Australië en Nieuw-Zeeland. 
Groep/solitairKolonies 
Fokprogramma
CITES
IUCNNiet bedreigd (LC)

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven