Kluut

Beschrijving van de kluut

Leefgebied

De kluut komt voor in Noord-Afrika en Eurazië. Deze steltloper overwintert langs de kust van de Middellandse Zee en de Atlantisch kust van Frankrijk, Portugal, Zuid-Spanje, Zuid-Engeland en Zuid-Azië. Een deel van de populatie overwintert in de Westerschelde. In Nederland is de kluut tijdens het broedseizoen voornamelijk te vinden langs watergebieden zoals het Lauwersmeer.  De trek vindt plaats in de maanden augustus tot en met oktober.

Uiterlijk

De kluut is een opvallende wit met zwart gekleurde steltloper. Ze zijn 43 tot 46 cm groot en ze wegen 290 tot 400 gram. De licht omhoog gebogen snavel is 7.5 tot 8.5 cm lang. Het verenkleed is over het algemeen wit van kleur met uitzondering van de bovenkant van de kop en zwarte delen op de vleugels en de rug. Door slijtage kan de zwarte kleur in bruin veranderen.

De lange poten zijn lichtblauw en 7.6 tot 10.2 cm lang. De spanwijdte bedraagt 76-80 cm. De mannetjes en de vrouwtjes lijken sterk op elkaar. De jongen lijken op de volwassen exemplaren, maar hebben meer grijze en sepia tinten.

Voortbeweging

Kluten kunnen goed zwemmen. Als ze vliegen steken de achterpoten uit ten opzichte van de staart. Tijdens de vlucht is de hals niet helemaal gestrekt.

Gedrag

Kluten leven in grote groepen van soms wel enkele duizenden vogels. Deze vogels zijn erg territoriaal ingesteld en agressief tegen indringers. Het is een groepsvogel.

Voortplanting

Aan het eind van de winter vormen deze vogels paartjes. Kluten broeden in kolonies, meestal op zanderige vlaktes, moerassige weilanden, ondiepe meren met brak water. Na aankomst in de broedgebieden begint meestal direct de balts die kort is en in groepsverband wordt opgevoerd. Ongeveer 3 tot 18 vogels verzamelen zich dan en vormen een cirkel waarbij ze de met koppen naar binnen staan gericht. Ze gooien dan met droge grasjes in de lucht en schudden heftig met kop en snavel heen en weer. Soms loopt het uit op bedreigingen en vechten. Vogels die al paartje gevormd hebben gaan stijf tegen elkaar aan staan om te laten zien dat ze bij elkaar horen. Kluten vormen paartjes voor één seizoen en zowel het mannetje als het vrouwtje zorgen voor het uitbroeden van de eieren en het grootbrengen van de jongen.

Het nest bestaat uit een ondiep kuiltje in de grond dat met schelpjes, steentjes en gras wordt bekleed. Kluten broeden meestal in kleine groepjes, soms samen met andere waadvogels. Vanaf half april worden 2 tot 5 zandkleurige of grijsgroene eieren met donkere vlekken gelegd. De broedtijd bedraagt ongeveer 23 dagen. Kort na het uitkomen van de eieren verlaat het broedpaartje de kolonie. Ze  brengen de jongen naar een tot op enkele kilometers verderop gelegen plek, waar ze jongen grootbrengen. Deze plek verdedigen ze fel. Wanneer de jongen geboren worden hebben ze eerst nog een rechte snavel. Na 7 tot 8 weken vliegen de jonge vogels uit.

Voeding

Kluten foerageren vaak in kustgebieden met brak water of op het wad. Ze vangen hun voedsel door in ondiep water met een fijne sliblaag met de snavel op een kiertje een heen en weer maaiende bewegingen te maken. Zodra er voedsel in de snavel komt, klapt de snavel direct dicht. Op die manier foerageren ze het grootste deel van de dag. Op het menu staan voornamelijk insecten, schaaldieren en wormen. De prooi wordt op de tast opgespoord.

Bedreiging

De soort wordt in Europa bedreigd door de vervuiling van de waterrijke gebieden met PCB’s, insecticiden, selenium, lood en kwik. Belangrijk overwinteringsgebieden zoals in Portugal of de Gele Zee worden ook bedreigd door de ontwikkeling van nieuwe infrastructuren, landaanwinning, vervuiling, verstoring door mensen en verminderde stroming in rivieren. De soort is gevoelig voor botulisme en vogelgriep.

De kluut is een van de soorten waarop de Afrikaans-Euraziatische overeenkomst over watervogels (AEWA) van toepassing is.

Bronnen:

Recurvirostra avosetta

NaamKluut
KlasseAves (vogels)
OrdeCharadriiformes (Steltloperachtigen)
FamilieRecurvirostridae (Kluten)
GeslachtRecurvirostra
SoortRecurvirostra avosetta
Grootte man43 – 46 cm
Grootte vrouw43 – 46 cm
Snavellengte7.5 – 8.5 cm
Spanwijdte20.6 – 24 cm
Gewicht man290 – 400 gram
Gewicht vrouw290 – 400 gram
PaartijdApril – augustus
BroedintervalJaarlijks
Broedtijd23 dagen 
NestKuiltje in de bodem met schelpjes en gras bedekt
GeboorteApril – september
Gewicht eieren
Aantal eieren2 – 5 eieren
Uitvliegen7 – 8 weken
Geslachtsrijp man
Geslachtsrijp vrouw
Levensduur27 jaar in de natuur
Voeding in de natuurInsecten, schaaldieren en wormen
Voeding in de dierentuin
LeefgebiedNoord-Afrika en Eurazië. ‘s-Winters in Zuid-Afrika en het zuiden van Azië
Groep/solitairLeven in grote kolonies
Fokprogramma
CITES
IUCNNiet bedreigd (LC)


Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven