Nijlgans

Beschrijving van de nijlgans

Leefgebied

De Nijlgans komt algemeen voor in Afrika in het dal van de Nijl, en verder door het hele continent zuidelijk van de Sahara. De leefgebieden zijn graslanden, weilanden en landbouwgebieden langs meren, rivieren en in moerassen. Deze vogels mijden gebieden met woestijnen en dichte bossen.

In de 18e eeuw zijn deze ganzen geïntroduceerd in Groot-Brittannië. Ontsnapte vogels vormden na de jaren 1960 verwilderde populaties in Oostenrijk, België, Denemarken, Nederland, Groot-Brittannië en de Verenigde Arabische Emiraten. Zij leven daar als exoten.

Uiterlijk

Nijlganzen hebben een lange nek, lange roze poten en een roze met zwarte snavel. Rondom de ogen zit een bruine ring. Midden op de borst zit ook een bruine vlek. De bovenkant van de vleugels en de nek zijn bruin. De rest van het lichaam is lichtbruin. De onderkant van de vleugels is wit met groen. Bij jonge nijlganzen ontbreekt de bruine ring rond de ogen en de bruine vlek op de borst.

De lichaamslengte bedraagt 63 tot 73 cm en het gewicht 1,5 tot 2,3 kg. De spanwijdte is 134 – 154 cm. Het verenkleed van beide geslachten is gelijk maar het vrouwtje is iets kleiner.

Voortbeweging

Nijlganzen leven voornamelijk op het land, hoewel ze goed kunnen zwemmen. 

Wetenswaardigheden

  • Rondom de ogen zit een bruine ring en midden op de borst zit een bruine vlek.
  • In het broedseizoen zijn ze vaak erg agressief.

Voedsel in de natuur

Het zijn voornamelijk planteneters. Ze zoeken naar voedsel in graslanden, landbouwgebieden en in het water. Nijlganzen eten zaden, bladeren, grassen en stengels. Af en toe eten ze ook sprinkhanen, wormen en andere kleine dieren. 

Gedrag

Nijlganzen leven het hele jaar in kleine groepjes. In het paarseizoen vormen ze paartjes. Het zijn standvogels die altijd op dezelfde plaats blijven, hoewel ze af en toe trekken, vooral wanneer er perioden van droogte zijn of wanneer er te veel roofdieren in de buurt zijn. ’s Nachts keren ze altijd terug naar het water. 

In het broedseizoen maken nijlganzen veel lawaai, maar daarbuiten zijn ze aardig rustig. In het broedseizoen verdedigen ze hun territorium, soms heel agressief, ook onderling zijn ze weinig verdraagzaam. Die agressiviteit is trouwens het handelsmerk van deze ganzen. Ze passen brute kracht toe om het nest van een andere vogel in te pikken en om de kleintjes van andere eendachtigen te verdrinken. Hiervan zijn vooral grauwe ganzen, maar ook roofvogels, kraaien, eenden en dergelijke het slachtoffer.

Predatie

Nijlganzen zwemmen, vliegen en foerageren in groepjes. Hierdoor zijn ze minder kwetsbaar voor roofdieren omdat er meer vogels zijn die op de uitkijk staan. Natuurlijke vijanden zijn leeuwen, cheeta’s, hyena’s, krokodillen en gieren.

Voortplanting in de natuur

Het zijn monogame vogels en het paartje broed alleen. Het vrouwtje bouwt een nest van riet, bladeren en gras wat bekleed wordt met dons. Het nest wordt in de buurt van water en graslanden gemaakt in dichte vegetatie, een hole boom, op een rotsrichel, in het verlaten nest van andere vogels (wat in een boom kan zitten) of gewoon op de grond.

Ze broeden in het voorjaar, aan het eind van het droge seizoen. In Zuid-Afrika broeden ze het hele jaar maar vooral van mei tot december met een piek van juli tot oktober. In Nederland broeden ze van februari tot augustus. 

Ze leggen 5 tot 12 witte of crèmekleurige eieren die zowel door het vrouwtje als door het mannetje in 28 tot 30 dagen worden uitgebroed. Beide ouders zorgen voor de jongen totdat ze zelfstandig zijn. Het vrouwtje houdt de jongen voortdurend bij haar in de buurt terwijl het mannetje de wacht houdt en het nest en de jongen verdedigt. De jongen zijn nestvlieders. Na 60-75 dagen vliegen de jongen uit. 

Nijlganzen zijn met 2 jaar geslachtsrijp. In gevangenschap kunnen ze 25 jaar worden en in het wild 15 jaar.

Bedreiging

De nijlgans heeft een enorm groot verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op uitsterven gering. De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd. In Afrika wordt er veel op de vogel gejaagd en daar nemen de aantallen af. Het tempo van de achteruitgang ligt onder de 30% in tien jaar (minder dan 3,5% per jaar). Om deze redenen staat de nijlgans als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.

Bronnen:

Alopochen aegyptiacus

NaamNijlgans
KlasseAves (vogels)
OrdeAnseriformes (Eendvogels)
FamilieAnatidae (Eendachtigen)
GeslachtAlopochen
SoortAlopochen aegyptiacus
Grootte63-73 cm
Spanwijdte134-154 cm
Gewicht1,5-2,3 cm 
BroedintervalJaarlijks 
BroedperiodeIn Zuid-Afrika het hele jaar, vooral van mei tot december, met een piek in juli tot oktober. 
NestIn dichte vegetatie, een hole boom, een rotsrichel, in het verlaten nest van andere vogels of gewoon op de grond
Aantal eieren5-12 eieren 
Gewicht eieren
Broedtijd28-30 dagen 
Uitvliegen60-75 dagen 
Geslachtsrijp2 jaar 
Levensduur25 jaar in gevangenschap, in het wild 15 jaar.
Voeding in de natuurZaden, bladeren, grassen en stengels, sprinkhanen, wormen en andere kleine dieren. 
LeefgebiedAfrika in het dal van de Nijl, verder door het hele continent zuidelijk van de Sahara 
Groep/solitairIn kleine koppels 
Fokprogramma– 
CITES
IUCNNiet bedreigd (LC)

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven