Beschrijving van de Siberische kraanvogel
Leefgebied
De Siberische kraanvogel komt in drie regionale populaties voor: een oostelijke, een centrale en een westelijke populatie. Deze populaties bevinden zich van Arctisch Rusland in Jakoetië tot in West-Siberië.
De centrale populatie broedt in het stroomgebied van de Kunovat rivier in Rusland. In de winter migreren deze kraanvogels naar het Nationaal Park Keoladeo in India.
Het verspreidingsgebied van de oostelijke broedpopulatie ligt tussen de rivieren Kolyma en Jana tot het Morma gebergte in het zuiden. Niet-broedende vogels komen in de zomer voor in Dauria, op de grens van China, Mongolië en Rusland. De belangrijkste overwinteringslocaties liggen in het midden en de benedenloop van de Jangtsekiang rivier, het Poyangmeer in China, Turkmenistan en Kazachstan.
De westelijke populaties broeden in het Tjoemen-district in Rusland. Ze overwinteren in Fereydunkenar aan de Kaspische Zee en Esbaran in Iran.
Habitat
Siberische kraanvogels nestelen en foerageren voornamelijk in moerassen en wetlands met uitgestrekte ondiepe zoetwatergebieden. Ze komen hoofdzakelijk voor in laaglandtoendra’s, taiga’s en de overgangsgebieden van taiga’s en toendra’s.
Uiterlijk
Deze slanke, witte vogels zijn 1,4 m lang en hebben een spanwijdte van 2,1 tot 2,3 m. Siberische kraanvogels wegen 4,9 tot 8,6 kg. Volwassenen zijn te herkennen aan hun witte verenkleed, met uitzondering van de handpennen, die zwart zijn. Het voorhoofd, het gezicht en de zijkanten van de kop zijn kaal en steenrood van kleur. Jonge kraanvogels hebben op deze plek nog kaneelkleurige veren.
Author: Bernard DUPONT
License: CC BY-SA 2.0
Volwassen Siberische kraanvogels hebben roodachtige of lichtgele ogen en roodachtig roze poten en tenen. Bij het uitkomen zijn de ogen van de kuikens blauw. Deze verkleuren na ongeveer zes maanden.
Het is moeilijk om mannetjes en vrouwtjes te onderscheiden, omdat ze qua uiterlijk erg op elkaar lijken. Mannetjes zijn echter iets groter dan vrouwtjes.
Wetenswaardigheden
- Een uniek kenmerk is de getande snavel, waarmee ze gladde prooien kunnen vangen en wortels uit de grond kunnen trekken.
- Mannetjes en vrouwtjes broeden beide de eieren uit en beschermen en voeden hun jongen. Mannetjes besteden meer tijd aan het voeden van de jongen dan vrouwtjes.
- ’s Nachts rusten Siberische kraanvogels op één poot, terwijl de kop onder de schouder wordt weggestopt.
- De karakteristieke paringsdansen van Siberische kraanvogels hebben veel culturen geïnspireerd en verwerkt in hun eigen dansen.
Voedsel in de natuur
Siberische kraanvogels zijn omnivoren en eten verschillende soorten voedsel. Ze foerageren ’s ochtends vroeg en’ s middags en gebruiken in moerasgebieden hun gekartelde snavel om wortels en knollen uit de grond te trekken. Het zijn voornamelijk herbivoren, maar tijdens het broedseizoen eten ze meer fruit en dierlijk materiaal, waaronder insecten, kleine zoogdieren, slakken, wormen, vissen en veenbessen.
Gedrag
In tegenstelling tot de meeste andere soorten kraanvogels zijn Siberische kraanvogels niet erg sociaal. Ze zijn territoriaal tijdens het broed- als het winterseizoen. Familiegroepjes zijn relatief klein en bestaan uit ongeveer 12 tot 15 vogels.
Siberische kraanvogels zijn erg aquatisch en gebruiken de wetlands om te foerageren, te broeden, om zich te vestigen en voor ander gedrag. Gedurende de dag rusten deze vogels in ondiep water, nestelen ze en verzorgen ze hun jongen tijdens het broedseizoen.
Siberische kraanvogels slapen gescheiden van saruskraanvogels die in dezelfde overwinteringsgebieden voorkomen. Saruskraanvogels foerageren in habitats die variëren van droge akkerlanden tot redelijk diepe wateren. Saruskraanvogels zijn groter en domineren dus vaak in de ondiepe foerageergebieden.
Hoewel het dansen niet direct in verband wordt gebracht met de voortplanting van Siberische kraanvogels, is het wel een blijk van opwinding. Een kraanvogel zal altijd met of zonder partner gaan dansen. Hierbij horen het springen en maken van buigingen. De kop en de nek worden naar voren gebracht vanuit een volledig verticale houding naar een positie waarbij de nek en de kop tussen de poten naar beneden en naar achteren reiken. Ze gooien geen voorwerpen in de lucht.
Siberische kraanvogels vertonen zowel visueel als vocaal baltsgedrag. Het geluid wat ze maken is melodieus en toch bijzonder. Ze maken verschillende soorten geluiden voor het bewaken van hun territorium, het oproepen om te gaan vliegen, het houden van contact met elkaar, bij stress, als alarmering, bij het bedelen om eten en tijdens de balts. Deze geluiden worden op jonge leeftijd aangeleerd en dienen voor het onderhouden van sociale contacten voor zowel een paartje onderling als voor de hele groep.
Het maken van geluiden wordt meestal aangevuld met visuele communicatie in de vorm van dansen. Bepaalde geluiden vereisen bepaalde lichaamsbewegingen. Zo is er tijdens de balts een direct verband tussen de auditieve en de visuele communicatie. Andere vormen van expressie bestaan uit het schudden van de staart en bedreigingsuitingen zoals sissen, grommen, stampen, het schudden van de veren, het gladstrijken van de achterkant van de dijen, het fladderen en het rigide heen en weer stappen. Deze kraanvogels zijn ’s middags meer vocaal actief dan ’s ochtends.
Predatie
Er is weinig informatie over mogelijke roofdieren. Meeuwen en vogels uit de familie jagers (Stercorariidae) jagen op eieren in broedgebieden.
Voortplanting
Siberische kraanvogels zijn monogaam. Tijdens de balts en paarvorming wordt er gezongen en gedanst. Het zingen bestaat uit een complexe en uitgebreide reeks gecoördineerde kreten.
De mannetjes beginnen met roepen waarbij ze hun kop en nek achterover houden in een S-vorm. Vervolgens bewegen ze hun nek naar beneden en bewegen ze de snavel naar de borst. Ze slaken een hoge kreet terwijl ze de handpennen tonen en langzaam de kop draaien totdat deze bijna verticaal uitgestrekt is. Tijdens het roepen wordt de nek verticaal omhoog gehouden en tussen het roepen door wordt deze naar beneden gehouden. Ze laten de vleugels gedurende deze tijd hangen.
Nadat het mannetje is begonnen gaat het vrouwtje ook meedoen. Ze houdt haar kop omhoog en beweegt deze op en neer met elke uitroep, in harmonie met het mannetje. In plaats van de vleugels over de rug op te heffen, zoals de mannen doen, houden de vrouwtjes deze opgevouwen naast zich.
Het broeden vindt plaats in de lente en in de zomer in broedgebieden. Siberische kraanvogels nestelen meestal in moerassen en andere wetlands. Aan de rand van een meer wordt in drassige grond een nest gemaakt dat meestal omgeven is door water.
Vrouwtjes leggen twee eieren en zowel de mannetjes als de vrouwtjes broeden de eieren uit. De broedtijd bedraagt ongeveer 29 dagen. Beide eieren komen uit, maar meestal overleeft slechts één kuiken het. De jongen vliegen na 70 tot 75 dagen uit en zijn binnen drie jaar geslachtsrijpheid.
Siberische kraanvogels kunnen in gevangenschap minstens tweeënzestig jaar oud worden. Er bestaan echter ook verhalen van kraanvogels die meer dan tweeëntachtig jaar oud zijn geworden. De levensduur in het wild is op dit moment onbekend, maar deze is in ieder geval korter dan die in gevangenschap.
Bedreiging
Door verlies en aantasting van habitat worden Siberische kraanvogels ernstig bedreigd en staan ze op het punt van uitsterven.
Het aantasten van de grasgebieden door het aanleggen van dammen, het omleiden van het water, stadsuitbreidingen en landinrichtingen, veranderingen in de vegetatie, vervuiling en milieuverontreiniging vormen allemaal bedreigingen voor de populaties van Siberische kraanvogels. Overbevissing, stroperij, vergiftiging en het vangen van de vogels zijn bijkomende oorzaken van de aantasting van de populaties.
Van de zeven bedreigde soorten kraanvogels zijn de Siberische kraanvogels het meest bedreigd. De broed- en overwinteringsgebieden lopen voortdurend gevaar om verder te worden vernietigd door menselijke expansie.
Siberische kraanvogels staan op de Rode Lijst van de IUCN als Ernstig Bedreigd.
Bronnen:
- IUCN: BirdLife International 2018. Leucogeranus leucogeranus. The IUCN Red List of Threatened Species 2018: e.T22692053A134180990. https://dx.doi.org/10.2305/IUCN.UK.2018-2.RLTS.T22692053A134180990.en Accessed on 21 November 2019.
- ADW: Bartnik, C. 2006. “Grus leucogeranus” (On-line), Animal Diversity Web. Accessed November 21, 2019 at https://animaldiversity.org/accounts/Grus_leucogeranus/
Leucogeranus leucogeranus
Naam | Siberische kraanvogel |
Klasse | Aves (vogels) |
Orde | Gruiformes (Kraanvogelachtigen) |
Familie | Gruidae (Kraanvogels) |
Geslacht | Leucogeranus |
Soort | Leucogeranus leucogeranus (Grus leucogeranus) |
Stahoogte | 1.4 meter |
Lengte | 1.15 –1.27 meter |
Spanwijdte | 2,.1 – 2.3 meter |
Gewicht | 4.9 – 6.8 kg |
Paartijd | Mei – augustus |
Broedinterval | Jaarlijks |
Broedtijd | 27 – 29 dagen |
Nest | Aan de rand van een meer in drassige grond, omgeven door water. |
Geboorte | Juni – september |
Gewicht eieren | 200 – 215 gram |
Aantal eieren | 2 |
Uitvliegen | 70 – 75 dagen |
Geslachtsrijp | 3 – 7 jaar |
Levensduur | Gemiddeld 26 jaar (gevangenschap) |
Voeding in de natuur | Wortels, knollen, insecten, kleine zoogdieren, slakken, wormen, vissen en veenbessen |
Leefgebied | Van Arctisch Rusland in Jakoetië tot in West-Siberië |
Groep/solitair | Kleine familiegroepjes |
Fokprogramma | EEP: WALSRODE, Rob Belterman |
CITES | Appendix I (01/07/1975) |
EU listing | Annex II (14/12/2019) |
IUCN | Ernstig bedreigd (CR) |
Ontdek meer van zoo-dieren.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.