
License: CC BY-SA 2.5

License: CC BY-SA 3.0

License: CC BY-SA 3.0
Beschrijving van de sneeuwgans
Leefgebied
De sneeuwgans komt in de natuur vooral voor in de Verenigde Staten, Groenland, Canada, Alaska en Noordoost Siberië. In de warme seizoenen leeft de sneeuwgans in noordelijke gebieden zoals Alaska en Siberië. Wanneer de winter daar begint, trekt de sneeuwgans naar het zuiden van de Verenigde Staten (Californië).
Uiterlijk
De witte sneeuwgans is voornamelijk wit, hieraan heeft hij ook zijn naam te danken. Alleen aan de uiteinden van zijn vleugels heeft hij een zwarte strook. De blauwe sneeuwgans is blauw-grijs van kleur en heeft een witte kop en vlokken met een witte streep over zijn kop tot zijn staart. Er komen ook grijze sneeuwganzen voor. Vergeleken met andere ganzen heeft de sneeuwgans een gemiddelde grootte. Er zijn weinig verschillen in het uiterlijk van mannetjes en vrouwtjes, alleen zijn de mannetjes groter.
Voortbeweging
De sneeuwgans loopt op een waggelende manier. Dit komt door zijn korte poten. Verder dobbert hij in het water op zoek naar voedsel. De sneeuwgans kan lange afstanden afleggen tijdens de trektocht, waarbij hij op grote hoogte vliegt.
Voedsel in de natuur
De sneeuwgans is een herbivoor, dit houdt in dat hij alleen plantaardig voedsel eet. Hij eet verschillende plantensoorten zoals grassen, granen en waterplanten.
Gedrag
De sneeuwgans is luidruchtig, hij is bijna ieder uur van de dag te horen door luid gekwetter. De sneeuwgans voedt zich vooral in lage wateren of modderplassen door met zijn snavel in het water te woelen naar planten. Sneeuwganzen leven in paren en blijven levenslang bij elkaar. Ze trekken ook samen met hun jongen als gezin naar het zuiden toe. Deze gezinnen en paren leven wel in een kolonie en broeden ook bij elkaar.
Predatie
Vooral de eieren van de sneeuwgans worden bedreigd door dieren zoals beren. De mensen vormen ook een bedreiging voor de sneeuwgans doordat ze hun leefgebied hebben ingenomen. Er wordt echter niet gejaagd op sneeuwganzen.
Voortplanting in de natuur
De sneeuwgans broedt meestal op toendra’s in de buurt van plassen. Hij bouwt het nest hoogstaand op de grond en maakt hierbij gebruik van planten en donsveren. Er worden drie tot vijf eieren gelegd die een roomwitte tot grijze kleur hebben. Na ongeveer 25 dagen komen de kuikens uit. Na twee jaar zijn de jonge ganzen geslachtsrijp.
Bronnen
- Zodiac Animals
Chen caerulescens
Naam | Sneeuwgans |
Klasse | Aves (vogels) |
Orde | Anseriformes (Eendvogels) |
Familie | Anatidae (Eenden, ganzen en zwanen) |
Geslacht | Chen |
Soort | Chen caerulescens |
Grootte man | 63 – 79 cm, lengte 70 cm |
Grootte vrouw | 63 – 79 cm, lengte 70 cm |
Spanwijdte | 43.8 cm |
Gewicht man | 2 – 3 kg |
Gewicht vrouw | 2 – 3 kg |
Paartijd | Mei – juli |
Broedinterval | 1 keer per jaar |
Broedtijd | 23 – 25 dagen |
Nest | Kuiltje bedekt met bladeren en dons |
Geboorte | Juni – augustus |
Gewicht eieren | |
Aantal eieren | 3 – 5 eieren |
Uitvliegen | 45 – 49 dagen |
Geslachtsrijp man | 2 jaar |
Geslachtsrijp vrouw | 2 jaar |
Levensduur | Tot 25 jaar in de natuur |
Voeding | Wortels, knollen, grassen, granen en groenten, neten en luizen |
Leefgebied | Verenigde Staten, Groenland, Canada, Alaska en Noordoost Siberië |
Groep/solitair | Groep |
Fokprogramma | – |
CITES | – |
IUCN | Niet bedreigd (LC) |
Ontdek meer van zoo-dieren.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.