Witnekkraanvogel

Beschrijving van de witnekkraanvogel

Leefgebied

De witnekkraanvogel komt voor in Rusland, Mongolië en China en het Amoer gebied. In de winter migreert hij naar Zuid-Korea, China of Japan. Hij leeft in oppervlakkige waterlanden, natte weiden, valleien, laaggelegen steppes en bos-steppegebieden. In de winter komen ze vooral voor in zoetwater meren, akkerland en soms kust gebieden.

Uiterlijk

Witnekkraanvogels zijn de enige kraanvogels met rozeachtige benen en een donkergrijze en wit gestreepte nek. De witte nek omringt een rode vlek rond te ogen, waaraan de kraanvogel herkend kan worden. Verder hebben ze een grijs lichaam met grijze vleugels. Mannetjes en vrouwtjes lijken erg op elkaar, maar in paartjes kan het voorkomen dat het mannetje iets groter is.

Wetenswaardigheden

  • Het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes witnekkraanvogels is bijna niet te zien. Alleen door de roep zijn ze te herkennen. Het vrouwtje begint altijd met roepen en maakt korte, schelle kreten’. Het mannetje daarentegen stoot een serie lange, lage kreten uit.
  • Kraanvogels hebben een lange gekronkelde luchtpijp, waardoor ze in staat zijn een karakteristieke luide trompetroep voort te brengen. Dit geluid maken ze om de aandacht van vrouwtjes te trekken, de huwelijksband te bevestigen of rivalen te verjagen.

Voedsel in de natuur

Witnekkraanvogels eten vooral insecten, kleine reptielen, zaden, planten en granen.

Gedrag

In de zomer leven witnekkraanvogels in paartjes en verdedigen ze hun grondgebied. In de winter leven en eten ze in kleine groepjes.

Net als veel andere kraanvogels maken witnekkraanvogels een mooie, rituele dans om elkaar te ‘verleiden’. Door te buigen met gespreide vleugels, te springen en naar te roepen, maken ze elkaar het hof. Ook buiten het paarseizoen dansen de witnekkraanvogels met elkaar om de onderlinge band te versterken. 

Op het land wordt veel tijd besteed aan het poetsen van de veren. Door de buigzaamheid van de hals bereikt de vogel gemakkelijk het achterste gedeelte van het lichaam en met name de stuitklier. Het vet dat deze klier afscheidt, wordt met de snavel over de veren verdeeld om zo het verenkleed waterafstotend te maken.

Voortplanting in de natuur

Witnekkraanvogels leggen twee eieren die na 28 tot 33 dagen uitkomen. Zowel het mannetje als het vrouwtje broeden op het nest. Wanneer de jongen geboren zijn voedt het vrouwtje de jongen op terwijl het mannetje het gezin verdedigt tegen eventuele aanvallen.

Bedreiging

De populatie in de natuur neemt drastisch af door het verdwijnen van drassige weilanden (langs rivieren) die nu bebouwd worden of gebruikt worden als landbouwgrond.

Bronnen:

Antigone vipio

NaamWitnekkraanvogel
KlasseAves (vogels)
OrdeGruiformes (Kraanvogelachtigen)
FamilieGruidae (Kraanvogels)
GeslachtAntigone
SoortAntigone vipio (Grus vipio)
Grootte125 – 140 cm
Spanwijdte200 – 210 cm
Gewicht5.6 kg
PaartijdApril – mei
Broedinterval1 x per jaar
Broedtijd28 – 32 dagen
NestGras en droge zegge in moerasgebieden tussen dichte vegetatie
GeboorteMei – juni
Gewicht eieren
Aantal eieren1 – 2 eieren
Uitvliegen70 – 75 dagen
Geslachtsrijp3 – 5 jaar
Levensduur25 – 30 jaar
Voeding in de natuurInsecten, planten, zaden en kleine reptielen
LeefgebiedRusland, Mongolië en China en het Amoer gebied
Groep/solitairKoppels
FokprogrammaEEP: LEIPZIG, Ruben Holland, 1998
CITESAppendix I (01/07/1975)
EU ListingAnnex A (04/02/2017)
IUCNKwetsbaar (VU)

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven