Zwarte zwaan

Beschrijving van de zwarte zwaan

Leefgebied

De zwarte zwaan leefde van oorsprong in Australië en Tasmanië. Deze vogel is geïntroduceerd in Nieuw-Zeeland, Europa en Noord-Amerika. Hij leeft in zoet- en brakwatergebieden met name in meren, rivieren en moerasgebieden. De zwarte zwaan is niet honkvast. Bij zwerftochten kan hij afstanden van honderden kilometers overbruggen en zorgt zo ook zelf voor zijn verspreiding.

Uiterlijk

De zwarte zwaan is bijna volledig zwart met enkel witte handpennen. De snavel is oranje tot rood met een witte streep over het uiteinde. De ogen zijn helderrood van kleur. De poten zijn grijs. Jonge exemplaren zijn grijsachtig bruin en hebben een lichter gekleurde snavel. Hij wordt 110 tot 140 centimeter lang en tot negen kilogram zwaar. De spanwijdte bedraagt 160 tot 200 cm. De geslachten zijn qua uiterlijke kenmerken gelijk maar het mannetjes is iets groter dan het vrouwtje. De zwarte zwaan is nauw verwant aan de knobbelzwaan.

Voortbeweging

Hij brengt de dag vooral zwemmend in het water door. Tijdens het zwemmen houden zwarte zwanen hun nek zowel gebogen als gestrekt. Tijdens de vlucht, vormen ze een V of vliegen ze in een rechte lijn, waarbij ze verschillende geluiden maken.

Wetenswaardigheden

  • De zwarte zwaan heeft van alle zwanen de langste hals: meer dan half zo lang als de totale lichaamslengte. Hierdoor kan hij makkelijk voedsel van de bodem halen.
  • De snavel is oranje tot rood met een witte streep over het uiteinde.
  • Deze soort was in Nieuw-Zeeland door de jacht bijna uitgestorven, maar is daar vervolgens geherintroduceerd.

Voedsel in de natuur

De zwarte zwaan is een herbivoor die zich voornamelijk voedt met grassen en waterplanten. Naast waterplanten eet hij vegetatie die te vinden is op weilanden of landbouwgrond. Enkele veel voorkomende waterplanten waar ze zich mee voeden zijn: lisdodde, fonteinkruid, vederkruid, ruppia en algen. Om eten te vinden steken zwanen hun kop onder water. Als ze op het land naar voedsel zoeken eten ze af en toe ook insecten.

Gedrag

De zwarte zwaan is het minst territoriaal van alle zwanen. Soms nestelen ze in kolonies. De zwarte zwaan is gewoonlijk geen trekvogel. Zwarte zwanen gebruiken geluiden en lichaamstaal om te communiceren, zoals het optrekken van de schouders en het klapperen met de vleugels.

Naar schatting een kwart van alle paartjes zijn homoseksueel. Meestal zijn dit mannetjes. Ze stelen nesten, of vormen ​​tijdelijke een trio met een vrouwtje om eieren te krijgen. Nadat het vrouwtje de eieren heeft gelegd wordt ze weggejaagd waarna de mannetjes de eieren gaan uitbroeden.

Kenmerkend is ook de klagende, trompetterende roep bij hun nachtelijke vluchten.

Predatie

Wanneer ze bedreigd worden maken zwarte zwanen veel kabaal door met hun vleugels te klapperen en houden ze hun gestrekte nek rechtop en hun snavel naar beneden gericht om roofdieren af te schrikken. Eieren en jonge vogels zijn een prooi voor Australische raven, ratten, Australische bruine kiekendieven, witbuikzeearenden, haviken, buidelmarters, Australische beverratten, meeuwen en sternen.

Voortplanting in de natuur

Zwarte zwanen zijn monogaam, ze houden meestal hun hele leven dezelfde partner. Bij de voorplanting blijven de paartjes meestal afgezonderd. Af en toe planten ze zich echter ook wel voort in kolonies.

Als het paarseizoen is aangebroken kan het voorkomen dat er een zogenaamde “Triumph Ceremony” voorkomt. Het initiatief hiervoor ligt bij het mannetje en het vrouwtje doet vervolgens mee. De zwanen spreiden hun vleugels en steken hun nek omhoog waarbij ze een hard geluid maken. Vervolgens doen ze hun snavel weer naar beneden en proberen ze rondjes te zwemmen.

Het broedseizoen loopt van februari tot en met september. Meestal maakt het vrouwtje (soms het mannetje) een op het water drijvend nest van stokken, dode bladeren en afval. Het nest heeft vaak een diameter van 1 tot 1,5 meter en kan tot 1 meter hoog worden. Het nest wordt ieder jaar weer opnieuw gebruikt en indien nodig hersteld. Zwarte zwanen verdedigen hun nest op een agressieve manier waarbij ze zowel hun vleugels als hun snavel gebruiken.

Het vrouwtje legt 5 tot 6 eieren, waarbij er per dag één ei wordt gelegd. De broedtijd van 35 tot 48 dagen begint wanneer het laatste ei is gelegd. De mannetjes helpen bij het broeden, maar het vrouwtje broedt meestal ’s nachts. 

De kuikens zijn nestvlieders, maar blijven echter vaak nog 2 tot 3 weken op het nest. De kuikens worden door de ouders samen opgevoed. Na 150 tot 170 dagen vliegen ze uit. In diep water liften de jonge zwanen vaak op de rug van hun ouders mee. Na 6 maanden kunnen ze vliegen, maar ze blijven meestal 9 maanden in familiegroepjes bijeen. De kuikens zijn na 18 tot 36 maanden geslachtsrijp. Jonge zwarte zwanen blijven de eerste één tot twee jaar in groepjes bijeen voordat ze gaan broeden. Zwarte zwanen kunnen 40 jaar worden.

Bedreiging

Deze soort was in Nieuw-Zeeland door de jacht bijna uitgestorven, maar is daar vervolgens geherintroduceerd. De IUCN heeft de zwarte zwaan geclassificeerd als “Niet bedreigd”.

Bronnen: 

Cygnus atratus

NaamZwarte zwaan
KlasseAves (vogels)
OrdeAnseriformes (Eendvogels)
FamilieAnatidae (Eenden, ganzen en zwanen)
GeslachtCygnus
SoortCygnus atratus
Grootte110 – 140 cm
Spanwijdte160 – 200 cm
Gewicht3.7 – 8.7 kg; gem. 5.6 kg
PaartijdFebruari – september
Broedinterval1 x per jaar
Broedtijd35 -48 dagen
NestDrijvend nest van stokken, dode bladeren en afval
GeboorteMaart – oktober
Gewicht eieren
Aantal eieren5 – 6 eieren
Uitvliegen150 – 170 dagen
Geslachtsrijp18 – 36 maanden
LevensduurTot 40 jaar in de natuur
Voeding in de natuurGrassen en waterplanten
LeefgebiedVan oorsprong in Australië en Tasmanië
Groep/solitairKoppels, monogaam
CITES
EU Listing
IUCNNiet bedreigd (LC)

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven