Bennettwallaby

Beschrijving van de Bennettwallaby

Leefgebied

De Bennettwallaby komt voor in droge gebieden aan de zuidkust van Australië, in de provincie Queensland en op Tasmanië. Overdag slapen de wallaby’s in het struikgewas. Van ’s avonds laat tot ’s morgens vroeg zijn ze op open plekken in het bos of op de savannes te vinden. Dan gaan ze op zoek naar voedsel.

Uiterlijk

Een Bennettwallaby is een stuk kleiner dan een kangoeroe. Het lichaam van een volwassen dier is ongeveer zestig tot tachtig centimeter lang. Hun staart heeft een lengte van zeventig centimeter. Mannetjes kunnen wel twintig kilo wegen. De vrouwtjes zijn een stuk kleiner en wegen gemiddeld twaalf kilo. De vacht van de Bennettwallaby is bruingrijs van kleur met roodbruine plekken op de nek en schouders.

Voortbeweging

Bennettwallabies kunnen sprongen maken van wel negen meter ver. Het zijn geen hoogspringers, ze halen, maar anderhalve meter hoog. Bij het springen gebruiken ze de voorpoten niet. Als ze gras eten, bewegen zij zich heel langzaam voort. Hierbij steunen ze eerst op hun staart en korte voorpoten. Daarna brengen ze pas hun achterpoten naar voren.

Wetenswaardigheden

• Net als kangoeroes hebben alleen vrouwtjes een buidel waarin de jongen worden vervoerd. 
• Een vrouwelijke wallaby kan twee soorten moedermelk op hetzelfde moment aanmaken. Het kan zo zijn, dat ze een jong van negen maanden oud in de buidel heeft en een pasgeboren jong zo groot als een tuinboon. Het jong van negen maanden oud drinkt nog steeds moedermelk, maar eet ook al wat vast voedsel. Het pasgeboren jong drinkt alleen nog maar moedermelk. Beide jongen krijgen hun eigen soort moedermelk.
• Het kan voorkomen dat een vrouwtje drie jongen tegelijk heeft, terwijl er geen tweelingen of drielingen zijn geboren. Dit zijn dan een nog niet volgroeid jong (dat nog als embryo in de baarmoeder zit), een volgroeid jong dat nog niet uit de buidel gaat en een jong dat nog bij zijn moeder komt drinken, maar niet meer in de buidel gaat.

Voedsel in de natuur

De Bennettwallaby is een herbivoor. Hij eet voornamelijk gras, maar ook wel jonge takjes van bomen of struiken. Om voldoende vocht binnen te krijgen eten ze sappige wortels van bomen of graven ze een gat om water te vinden.

Gedrag

Een Bennettwallaby leeft meestal solitair. Alleen in gebieden waar veel voedsel te vinden is, leven ze ook wel in groepjes. Meestal zijn dat moeders met hun jongen.

Predatie

Bennettwallabies zijn herbivoren en eten zelf geen andere dieren, maar ze worden wel gegeten door allerlei zoogdieren en door de mens.

Voortplanting in de natuur

Bennettwallabies zijn geslachtsrijp na ongeveer een jaar. Na een draagtijd van dertig dagen krijgen ze meestal één jong, maar soms twee- of drielingen. Na de geboorte is een wallaby ongeveer zo groot als een tuinboon. Het jong weegt nog geen gram, heeft nog geen haren en de ogen en oren zijn nog niet ontwikkeld. De voorpoten zijn wel al goed ontwikkeld. Deze gebruikt het om, na de geboorte, in de buidel van de moeder te klimmen. Daar zuigt het jong zich vast aan één van de vier tepels. Het jong gaat na zeven maanden voor het eerst naar buiten.

Bedreiging

Bennettwallabies zijn momenteel niet beschermd of bedreigd.

Bronnen:

• IUCN: McKenzie, N., Menkhorst, P. & Lunney, D. 2016. Macropus rufogriseus. The IUCN Red List of Threatened Species 2016: e.T40566A21953329. https://www.iucnredlist.org/species/40566/21953329 Accessed on 16 November 2011.
• ZodiacAnimals 

Macropus rufogriseus

Naam	Bennettwallaby
Klasse	Mammalia (zoogdieren)
Orde	Diprotodontia (Klimbuideldieren)
Familie	Macropodidae (Kangoeroes)
Geslacht	Macropus
Soort	Macropus rufogriseus
Grootte ♂	Kop & lijf: 92-105 cm
Grootte ♀	Kleiner dan de man
Staartlengte	70-75 cm
Gewicht ♂	13.80 – 18.60 kg
Gewicht ♀	13.80 – 18.60 kg
Paartijd	Vasteland: het hele jaar door. Tasmanië: januari – juli
Paringsinterval	Tasmanië: 8 maanden bij vrouwtjes die aan het eind van het paarseizoen zijn bevallen. Vaste land: tijdens paringsseizoen al na 16 – 29 dagen
Draagtijd	29 dagen
Nest	Buidel
Geboorte	Vasteland: het hele jaar door, voornamelijk ’s zomers. Tasmanië: eind januari – juli, voornamelijk in februari en maart.
Geboortegewicht	0.6 gr. Na spenen: 1.5 kg
Aantal jongen	1 jong
Spenen	187 dagen
Geslachtsrijp ♂	608 dagen
Geslachtsrijp ♀	395 dagen
Levensduur	Tot 19 jaar in de natuur
Voeding in de natuur	Grassen, jonge takjes van bomen en struiken
Voeding in de dierentuin	Kangoeroebrok, browserbrok, wortel, vit.E Selenium poeder, hooi, takken
Leefgebied	Droge gebieden aan de zuidkust van Australië, in de provincie Queensland en op Tasmanië.
Groep/solitair	Solitair of in kleine, losse groepjes van 2 tot 5 vrouwtjes en hun jongen.
Fokprogramma	–
CITES	–
EU Listing	–
IUCN	Niet bedreigd (LC)