Bergmeerkat

Beschrijving van de bergmeerkat

Leefgebied

De l’hoëst meerkat of bergmeerkat komt voor in de bergbossen van de Oost-Afrikaanse slenk of Grote Riftvallei, met inbegrip van zuidwestelijk Oeganda, Rwanda, Burundi, en Democratische Republiek Congo.

Ze leven in tropische regenwouden in berggebieden, in zowel primaire als secundaire bossen. In secundaire bossen leven ze in het dikke kreupelhout dat voorkomt op plekken waar bomen zijn omgevallen. Ze komen voor op hoogtes van 900 tot 2500 m. Deze soort is meestal meer terrestrisch dan andere meerkatten

Uiterlijk

Bergmeerkatten behoren tot de meest boeiende primaten van Afrika. Ze hebben lange ledematen, een lange staart en een prachtige witte kraag welke het zwarte gezicht omlijst. Een ander onderscheidend kenmerk wordt gevormd door de diepliggende oranje ogen, welke omgeven zijn door kale huid. Bij volwassen mannetjes is deze huid licht violet van kleur. Het lichaam en de lange poten zijn zwart met grijze tinten, behalve een kastanjekleurige plek op de rug. De pasgeboren jongen zijn bruin en krijgen de kleuren van volwassenen tijdens de eerste twee tot drie maanden.

De lange grijze staart is dik aan de basis en loopt taps toe naar een zwarte pluim. De staart wordt meestal zo neergelegd dat de punt naar voren buigt.

Bij mannetjes is het scrotum helderblauw van kleur, maar verder zijn beide geslachten qua kleur vergelijkbaar. Ze hebben smalle voeten waarmee ze over de grond lopen. Verder hebben ze wangzakken, die worden gebruikt om voedsel op te slaan tijdens het foerageren.

Vrouwtjes wegen ongeveer 3 tot 4.5 kg, terwijl mannetjes ongeveer 6 tot 10 kg wegen. De kop-romplengte van vrouwtjes bedraagt 45 tot 55 cm en die van mannetjes 54 tot 70 cm lang. De staartlengte varieert van 48 tot 99 cm.

Voortbeweging

Ze leven meer op de grond dan veel andere apen. Ze verplaatsen zich op de grond en ze rennen om te vluchten voor roofdieren, zoals kroonarenden, wat ongewoon is voor primaten. Deze vluchtstrategie vereist veel collectieve coördinatie om bij elkaar te blijven als een groep.

Wetenswaardigheden

  • Jongen verstrengelen hun staart vaak met die van hun moeder.
  • Ze rennen over de grond om te vluchten voor roofdieren zoals kroonarenden wat ongewoon is voor primaten.

Voedsel in de natuur

Het dieet van bergmeerkatten bestaat voornamelijk uit fruit, bladeren en ongewervelde dieren. Ongewervelden maken meestal iets minder dan de helft uit van hun voedsel, terwijl fruit en plantaardige materialen meer dan 50% uitmaakt. Op sommige locaties is het voedingspercentage van ongewervelde dieren echter slechts 9%.

In de onderste lagen van het bos foerageren ze meestal op paddenstoelen, kruiden en geleedpotigen en in de bovenste lagen op klein fruit, knoppen, bloemen, jonge bladeren (welke meer eiwitten hebben dan volwassen bladeren) en kruidachtige stengels.

Ze zoeken vaak naar geleedpotigen in ondiep water, gevallen bladeren, stammen en takken. Ze geven de voorkeur aan vruchten van de Myrianthus arboreus, Polycias fulva, Musanga leo-errerae en ficus soorten.

Enkele ongewervelden die ze eten zijn insecten, regenwormen, spinnen, mieren en sprinkhanen. Ze hebben wangzakken, waarin eten wordt opgeslagen terwijl ze foerageren.

Gedrag

Bergmeerkatten leven in groepen van één mannetje en 10 tot 17 vrouwtjes en jongen, waarvan de meeste verwant zijn. Ze foerageren en slapen als een groep in bomen en nemen ook deel aan wederzijdse verzorging waardoor een hechte band binnen de groep ontstaat. Om te rusten geven ze ook de voorkeur aan bomen, waar ze samen als groep slapen, buiten het bereik van vele roofdieren.

Ze bemoeien zich zelden met andere soorten meerkatten. Bergmeerkatten zijn dagdieren en begeven zich meer op de grond dan de meeste andere soorten brulapen. Ze verplaatsen zich op de grond en vluchten ook op de grond voor roofdieren wat vreemd is voor primaten.

Communicatie

Ze tonen verschillende soorten van gedrag als uiting van bedreiging. Ze kunnen een ander dier aanstaren, waarbij ze de wenkbrauwen optrekken en de gezichtshuid uitrekken en de oren naar achteren bewegen. Ze openen vaak hun mond, maar ze laten hun tanden dan niet zien. Bovendien bewegen ze tijdens het staren ook vaak hun kop op en neer als uiting van bedreiging.

Predatie

Predatie door chimpansees is waargenomen in de Kahuzi-bossen in de Democratische Republiek Congo. Bovendien jagen kroonarenden op meerkatten. Om aan arenden te ontsnappen, vluchten ze over de grond. Er wordt ook op ze gejaagd door mensen voor bushmeat.

Voortplanting in de natuur

Bergmeerkatten zijn polygynisch. Eén mannetje leeft samen met meerdere vrouwtjes waarmee hij ook paart. Wanneer vrouwtjes bereid zijn om te paren, tonen zij hun achterwerk aan het mannetje.

Vrouwtjes werpen gewoonlijk om de twee jaar aan het einde van het droge seizoen. Na een dracht van 5 maanden krijgen ze één jong. De jongen worden geboren met hun ogen open en zijn volledig bedekt met een bruine vacht. Deze vacht wordt donkerder totdat ze rond de leeftijd van 2 tot 3 maanden de kleur van een volwassen dier hebben.

De jongen worden verzorgd totdat de moeder een andere nakomeling krijgt, maar de frequentie van het verzorgen neemt na de eerste paar maanden aanzienlijk af. Gemiddeld worden ze na ongeveer 1 jaar gespeend.

Na de geboorte klampt het jong zich vast aan de buik van de moeder terwijl hij schoon gelikt wordt. Vrouwtjes in de groep proberen het nieuwe jong vast te houden. Omdat sociale groepen uit aanverwante vrouwtjes en jongen bestaan, treedt waarschijnlijk ouderlijke zorg op. 

Wanneer mannetjes geslachtsrijp worden, verlaten ze de groep

De levensduur van bergmeerkatten in het wild is momenteel niet bekend. Een in gevangenschap levend exemplaar werd 24,1 jaar oud.

Bedreiging

Van bergmeerkatten is relatief weinig bekend en populaties kunnen dus meer bedreigd zijn dan momenteel wordt aangenomen. Verlies van habitat, als gevolg van landbouw, mijnbouw en houtwinning, in combinatie met jacht op bushmeat, zorgt waarschijnlijk in veel gebieden voor de afname van populaties.

Zelfs populaties in beschermde gebieden zijn niet veilig voor deze bedreigingen. Het is bekend dat grootschalige houtkap een bedreiging vormt voor deze soort in het Kibale National Park in Oeganda. In het Bwindi Impenetrable Forest vindt stroperij, houtkap en de winning van goud en houtskool plaats.

Conservatie

Het CITES heeft bergmeerkatten vermeld in appendix II, wat betekent dat elke internationale handel in deze soort zorgvuldig gevolgd moet worden, maar dit heeft weinig invloed op de jacht op bushmeat.

Hoewel deze soort in sommige beschermde gebieden voorkomt, zoals het Bwindi Impenetrable National Park, worden deze populaties nog steeds bedreigd, zoals hierboven vermeld. Terwijl de grote verspreiding en de grotendeels ontoegankelijke boshabitat de overleving van deze soort op korte termijn beschermt, zijn de lange termijnvooruitzichten voor deze primaat niet zo goed.

Bronnen

Cercopithecus lhoesti

NaamBergmeerkat 
KlasseMammalia (zoogdieren)
OrdePrimates (Primaten)
FamilieCercopithecidae (Apen van de Oude Wereld)
GeslachtCercopithecus  
SoortCercopithecus lhoesti 
Kop-romplengte♂ 54 – 70 cm, ♀ 45 – 55 cm 
Staartlengte48 – 99 cm
Gewicht♂ 6 – 10 kg, ♀ 3 – 4.5 kg 
Paringsinterval485 dagen
Draagtijd5 maanden 
GeboorteAan het eind van het droge seizoen 
Aantal jongen1 jong 
Spenen1 jaar 
Levensduur in gevangenschap24 jaar
Voeding in de natuurFruit, bladeren en ongewervelde dieren 
LeefgebiedOost-Afrikaanse slenk, met inbegrip van zuidwestelijk Oeganda, Rwanda, Burundi, en Democratische Republiek Congo. 
Groep/solitairGroep 
Fokprogramma EAZAEEP: EDINBURGH,  Donald Gow, Edinburgh Zoo 
CITESAppendix II (04/02/1977) 
EU ListingAnnex B (04/02/2017) 
IUCNKwetsbaar (VU, 2008) 


Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven