Euraziatische lynx

Beschrijving van de Euraziatische lynx

Leefgebied

De Euraziatische lynx is een van de meest verspreid voorkomende kattensoort. Ooit kwamen ze in heel Rusland, Centraal-Azië en Europa voor. Tegenwoordig komen ze voor in geïsoleerde gebieden in West-Europa, de boreale bossen in de Russische Federatie, het Tibetaanse Plateau en Centraal-Azië.

Hij heeft een voorkeur voor volwassen, dichtbegroeide naaldwouden en gemengde bossen, met veel bomen en een dichte ondergroei. Ook komt hij voor in steile rotsgebergten tot 1000 meter hoogte. Een enkele keer wordt hij tot op 2000 meter hoogte aangetroffen.

Uiterlijk

De Euraziatische lynx is een katachtig roofdier ter grootte van een herdershond. De lynx heeft karakteristieke bakkebaarden, gepluimde oren en een kort staartje. Hij staat hoog op de poten. De vacht van de lynx is in de zomer geelbruin. ’s Winters is de vacht bleker en dikker. Verspreid over zijn lichaam liggen enkele kleine, bleke vlekken. Vooral de ledematen zijn duidelijk gevlekt. De staart is kort met een zwart puntje.

De kop-romplengte ligt bij een volwassen lynx tussen de 70 en 130 cm, de schofthoogte tussen de 60 en de 65 cm. Het staartje wordt 11 tot 25 centimeter lang. Lynxen wegen 18 tot 25, soms tot 38 kg.

Wetenswaardigheden

  • Lynxen zijn goed tegen kou bestand, dankzij de dichte vacht en de haarkussens aan hun voeten.
  • De gepluimde oorschelpen zijn uiterst nuttig voor het opvangen van zelfs de zwakste geluiden. 

Voedsel in de natuur

Lynxen jagen voornamelijk in de schemering, al is dit afhankelijk van het moment van de dag waarop hun voornaamste prooidieren actief zijn. Het zijn geen opportunisten; ze jagen voornamelijk op hazen, reeën en gemzen. Ook knaagdieren, jonge hoefdieren en hoendervogels als patrijzen en korhoenders worden gegrepen. Een enkele keer worden ook grotere hertensoorten gedood.

De meeste dieren, waaronder hazen, worden vanuit struiken beslopen. Een groter prooidier als een ree wordt vaak vanuit een boom aangevallen, waarna het dier in de keel wordt gegrepen. De lynx eet gemiddeld één kilogram per dag. In Beieren bleek uit onderzoek dat de ree driekwart van het menu uitmaakt.

Omdat een ree te groot is om in één keer op te eten, kan een lynx soms zes dagen achter elkaar terugkomen naar een prooidier om hier nog van te eten. Deze kennis wordt gebruikt voor de “monitoring” van lynxen. Jagers vinden soms wel prooien van lynxen, waarna camera’s geïnstalleerd kunnen worden met bewegingsmelders waarmee de lynxen gefotografeerd kunnen worden.

Een lynx is voortdurend bezig met de evaluatie van zijn territorium op basis van prooidieractiviteit. Bekend is dat lynxen wildwissels voortdurend op recente betreding inspecteren. Het is overigens niet waar dat lynxen enkel zieke en zwakkere dieren aanvallen. Ze vallen met name onoplettende dieren aan. Slechts een klein gedeelte van de aanvallen is succesvol (één op de zes), waardoor aangevallen dieren snel oplettend gaan worden en de lynx zich moet verplaatsen naar een ander gedeelte van zijn territorium, waar de prooien eenvoudiger te vangen zijn. 

Gedrag

Het dier leeft territoriaal. De mannetjes hebben aparte territoria, die de territoria van de eveneens solitair levende wijfjes overlappen. Als hol wordt meestal een rotshol gebruikt, maar ook een dassenburcht, een holle boomstam of dicht struikgewas wordt gebruikt. De omvang van een territorium van een vrouwtjes is ongeveer 100 tot 200 km² en dat van een mannetje 240 tot 280 km².

Predatie

Euraziatische lynxen hebben geen natuurlijke vijanden, maar er zijn gevallen bekend waarbij ze gedood zijn door tijgers, wolven en veelvraten.

Voortplanting in de natuur

De paartijd loopt van februari tot april. In die periode zijn de vrouwtjes slechts 3 dagen vruchtbaar. Het paringsinterval varieert afhankelijk van het succes van vorig seizoen. Vrouwtjes zonder jongen paren elk jaar, maar vrouwtjes met jongen paren meestal om de 3 jaar.

Na een draagtijd van 67-74 dagen worden de jongen in mei of juni worden geboren. De lynx krijgt per worp tussen de één en de vijf, meestal twee à drie jongen. De pasgeboren jongen wegen 300-350 gram. De oogjes gaan na 16 à 17 dagen open. De zoogtijd duurt twee tot vijf maanden. Ze verlaten het nest voor het eerst na 4 maanden. Ze blijven ongeveer 10 maanden bij de moeder. 

Een mannetje is na ongeveer 3 jaar geslachtsrijp, een vrouwtje na 2 jaar. Een lynx wordt maximaal 20 jaar oud, gemiddeld 15 jaar in het wild en 17 jaar in gevangenschap. 

Bedreiging

De lynx kwam voorheen voor in grote delen van Europa, van Centraal-Frankrijk en de Pyreneeën tot de Balkan. Het dier is in Europa in veel streken uitgeroeid, omdat hij schade zou aanrichten aan de wildstand en het vee.

Daar waar hij nog aangetroffen wordt, is het een beschermd dier. Op sommige plaatsen neemt zijn aantal zelfs weer toe, zoals nu in delen van Europa. Vanaf 1970 werd de soort geherintroduceerd in de Alpen van Frankrijk en Zwitserland (1971), de Jura, de Vogezen en de Harz (2000). In Oost-Europa zijn ze nooit uitgeroeid geweest. In 1960 was de soort verdwenen uit West-Europa, maar nu zijn ze in de meeste landen weer aanwezig. In 2012 dook de lynx na meer dan een eeuw weer op in Hongarije, waarschijnlijk vanuit Slowakije.

De belangrijkste bedreigingen voor de Euraziatische lynx zijn het verlies van leefgebied als gevolg van ontbossing, afname van prooien als gevolg van plezierjacht en illegale jacht en het uitzetten van vallen voor de bonthandel.

Commerciële jacht is in alle landen, behalve in Rusland, illegaal. In Afghanistan, waar alle jacht en handel illegaal is, wordt de Euraziatische lynx beschermd.

Bronnen:

Lynx lynx

NaamEuraziatische lynx
KlasseMammalia (Zoogdieren)
OrdeCarnivora (Roofdieren)
FamilieFelidae (Katachtigen)
GeslachtLynx (Lynxen)
SoortLynx lynx
Kop-romplengte70-130 cm
Staartlengte11-25 cm
Schofthoogte60-65 cm
Gewicht man18-38 kg 
PaartijdFebruari-april
Paringsinterval1-3 jaar
Draagtijd67-74 dagen 
NestRotshol, een dassenburcht, een holle boomstam of dicht struikgewas 
GeboorteMaart – Juni
Geboortegewicht300-350 gram 
Aantal jongen1-5 jongen, meestal 2-3
Spenen2-5 maanden 
Geslachtsrijp man3 jaar
Geslachtsrijp vrouw2 jaar
Levensduur15 jaar in de natuur 
Voeding in de natuurHazen, reeën, gemzen,knaagdieren, jonge hoefdieren en hoendervogels als patrijzen en korhoenders 
LeefgebiedGeïsoleerde gebieden in West-Europa, de boreale bossen in de Russische Federatie, het Tibetaanse Plateau en Centraal-Azië
Groep/solitairSolitair 
FokprogrammaESB: HILVARENBEEK, Lars Versteege 
CITESAppendix II (1977) 
IUCNNiet bedreigd (LC)

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven