Axishert
Het axishert heeft een roodbruine vacht met witte vlekken. Ook zijn buik, de binnenkant van zijn poten en een grote keelvlek zijn wit. Over de rug loopt in de lengterichting een donkere streep.
Het axishert heeft een roodbruine vacht met witte vlekken. Ook zijn buik, de binnenkant van zijn poten en een grote keelvlek zijn wit. Over de rug loopt in de lengterichting een donkere streep.
De blauwe gnoe, ook wel gestreepte gnoe of gewone gnoe, is een grote antilopesoort met een grote, brede kop. De voorpoten zijn langer dan de achterpoten.
Hij heeft een donkergrijsbruine tot leiblauwe tot bleekgrijze vacht.
De Chinese muntjak komt voor in de subtropische bossen van Zuidoost China en Taiwan. Chinese muntjaks leven in bosrijke gebieden, maar komen ook op de vlaktes om te grazen.
Chinese muntjak Lees bericht »
Het damhert is groter dan een ree en kleiner dan een edelhert. De kop-romplengte is 130 tot 170 centimeter en de schouderhoogte 85 tot 110 centimeter. Het damhert kan 45 tot 100 kilogram zwaar worden.
Dromedarissen worden in gedomesticeerde vorm vooral aangetroffen in de halfdroge en droge graslanden, vlakten en woestijnen van Noord- en Oost-Afrika, het Arabisch schiereiland en het zuidwesten van Azië, tot in Noord-India.
Het dwergnijlpaard leeft in de regenwouden van West-Afrika. Het dwergnijlpaard voelt zich zowel op het land als in het water thuis, maar hij geeft de voorkeur aan het leven op het land.
De elandantilope is een zeer grote antilope. Hij heeft een korte, licht geelbruine vacht met korte manen. Over de rug loopt een zwarte aalstreep. Over de romp lopen tot 15 dunne, roomkleurige strepen.
De gouden babiroesa of hert(en)zwijn leeft in Indonesië op Sulawesi, de Togian-eilanden en op de eilanden van de Soela-groep. Ze zijn geïntroduceerd op het eiland Buru en op de Molukken.
Gouden babiroesa Lees bericht »
De grote koedoe leeft in droge boom- en struiksavannes, dichte struwelen en open bossen in de heuvelachtige streken van zuidelijk en oostelijk Afrika. De populatie is het grootst in zuidelijk Afrika.
In Zuid- en Midden-Amerika, leven halsbandpekari’s in tropische regenwouden. In het zuiden van de Verenigde Staten, komen kuddes voor in de Saguaro woestijnen, waar ze een voorkeur hebben voor leefgebieden met doornachtige bomen en struiken.
De vachtkleur van de mannetjes verschilt van die van de vrouwtjes. Mannetjes zijn donkerbruin terwijl de andere sekse een geelachtige kleur vacht heeft. Beide geslachten hebben een witte buik en ook de binnenkant van de poten is wit.
Indische antilope Lees bericht »
Het bromrund of de jak is een rundersoort, die voorkomt in Centraal-Azië op de Tibetaanse hoogvlakte. Het leefgebied bestaat uit graslanden en rotsachtige steppen tussen de 3000 en 5500 meter. In de koudere jaargetijden trekken ze naar lager gelegen regionen.
De Japanse serow of Japanse bosgems komt voor op de Japanse eilanden Honshu, Shikoku en Kyushu en Taiwan. Hij leeft hier in ruig gebergte en kliffen begroeid met dicht struikgewas en bos, tot een hoogte van 2700 meter.
De kameel is te herkennen aan de twee bulten op zijn rug. In deze bulten wordt geen water, maar vet opgeslagen. Vet is een bron van energie die aangesproken wordt als er weinig voedsel te vinden is.
De Kirks dikdik komt voor in het uiterste zuidoosten van Somalië, centraal en zuidelijk Kenia, noordelijk en centraal Tanzania, zuidwestelijk Angola en Namibië. De habitat bestaat uit het droge bosgebieden, niet ver van savannes
De kropgazelle heeft een lichtbruin lichaam dat aan de zijkant van het lichaam donkerder wordt. De onderkant van de buik is wit. De typische gezichtsaftekening van deze gazelle is alleen bij de jongen goed te zien.
De moerasantilope leeft in regenwouden en waterrijke gebieden. In de droge periode zijn ze gebonden aan permanente wateren en moerassen, in de regentijd laat hij zich ook verder zien, waaronder in uiterwaarden.
De Nijlantilope komt alleen voor in Afrika in Zuid-Soedan en in de Machar Gambella moerassen van Ethiopië. Hij leeft daar in de droge en natte moerasgebieden en steppes met kort gras, hoge riet of suikerriet.
Noordelijke giraffen hebben lange, stevige poten waarbij de voorpoten langer zijn dan de achterpoten waardoor de rug van de schouder naar achteren toe sterk afloopt. Aan het einde van de poten zitten brede, afgeronde hoeven.
Noordelijke giraffe Lees bericht »
Het rendier komt voor in de arctische toendra’s en subarctische bossen van Noord-Amerika, Noord-Europa en Azië. Ze hebben een dubbele vacht; een wollige ondervacht en een beschermende bovenvacht bestaande uit rechte holle haren.
De Somalische giraffe of netgiraffe komt voor in droge struikgebieden in het noordoosten van Afrika, in Noord-Kenia, Somalië en Zuid-Ethiopië. In Kenia overlapt het verspreidingsgebied met dat van de Masaigiraffe, met verscheidene hybrides tot gevolg.
Somalische giraffe Lees bericht »
De vicuña leeft tegenwoordig in de Andes in Zuid-Peru, West-Bolivia, Noordwest-Argentinië en Noord-Chili. Ze zijn daar te vinden in glooiende graslanden en vlaktes op een hoogte van 3500-5750 meter. Deze gebieden zijn bedekt met korte en taaie vegetatie.
Het Sikahert heeft in de winter een grijsbruine vacht, ’s zomers wordt deze lichter. Het gewei verschilt van vorm met die van het andere herten doordat het aan de voorkant puntig naar voren wijst in plaats van naar elkaar.
Vietnamees sikahert Lees bericht »
Het wild zwijn is een krachtig zoogdier, dat qua uiterlijk veel op het varken lijkt. Het wild zwijn heeft een donkere, borstelige vacht. ’s Winters is deze langer, en heeft hij een dikke ondervacht.