Goodfellowboomkangoeroe

Beschrijving van de goodfellowboomkangoeroe

Leefgebied

De goodfellowboomkangoeroe leeft in de dichte tropische regenwouden en loofbossen van het Centrale Cordillera gebergte in Papua New Guinea, op hoogte van 1000 tot 3000 meter.

Boomkangoeroes leven, zoals hun naam al zegt, in bomen. Omdat dit zo ongebruikelijk is voor een kangoeroesoort, zagen de eerste onderzoekers hen aan voor apen.

Uiterlijk

Deze slank ogende boomkangoeroes hebben een korte, meestal wollige vacht die in kleur varieert van kastanjebruin tot karmozijnrood. De onderkant is lichter van kleur. De kop is  grijsbruin en de nek, wangen en voeten zijn geel.

Over de rug lopen een paar karakteristiek gouden strepen en elk individu heeft een uniek patroon van gele ringen en vlekken op de staart. De mannetjes zijn iets groter dan vrouwtjes.

De lichaamslengte bedraagt 55 – 77 cm en de staart is 70-84.5 cm lang. Het gemiddelde gewicht bedraagt 7.4 kg.

De vrouwtjes hebben een goed ontwikkelde buidel op buik waarin de jongen in tien tot twaalf maanden opgroeien. De laatste drie maanden kruipen de jongen ook regelmatig uit de buidel. Na die periode verlaten ze de buidel definitief.

Voortbeweging

Het zijn uitstekende klimmers en ze kunnen al springend afstanden van 10 meter overbruggen. Ze klimmen in bomen door met hun voorpoten om de stam te grijpen en met hun krachtige achterpoten te hoppen. 

Hoewel boomkangoeroes zich veiliger voelen in bomen, komen ze ook wel eens op de grond om naar voedsel te zoeken. Ze laten zich dan achterwaarts, dus met de staart eerst, uit de boom naar beneden zakken.

Op de grond zijn ze traag en onhandig en bewegen ze zich stapvoets voort en hoppen ze onhandig waarbij het lichaam ver naar voren leunt om in balans te blijven met de zware staart.

Wetenswaardigheden

Omdat deze diersoort zich aangepast heeft aan het leven in de bomen zijn er (net als bij andere boomkangoeroes) opmerkelijke verschillen waarneembaar tussen de goodfellowboomkangoeroe en de meer bekende kangoeroes die op de grond leven.  Zo hebben ze kortere achterpoten, sterke gedrongen voorpoten en een lange staart om het evenwicht te bewaren tijdens het springen tussen de takken. De voeten zijn ook breder dan die van de grondkangoeroes. Met de voetzolen die voor meer grip zorgen en de scherp gebogen klauwen kunnen ze goed klimmen.

Voedsel in de natuur

Ze eten voornamelijk bladeren en vruchten, maar ook  bloemen, gras en langs de rand van het bos zelfs granen. Ze hebben een grote maag die functioneert als een soort fermentatie vat, vergelijkbaar met de magen van een koe. In de maag zorgen bacteriën voor de afbraak van de vezelig bladeren en grassen. 

Gedrag

Over het algemeen leven boomkangoeroes alleen. De territoria van mannetjes overlappen die van meerdere vrouwtjes. Het zijn voornamelijk nachtdieren.

Predatie

Goodfellowboomkangoeroes hebben nauwelijks predatoren.

Voortplanting in de natuur

De vrouwtjes hebben een goed ontwikkelde buidel met vier tepels. De draagtijd is 21 tot 38 dagen. In de regel wordt er één jong per keer geboren. De gemiddelde voortplantingssnelheid ligt, afhankelijk van de onregelmatig wisselende weersomstandigheden in hun leefgebied, op iets hoger dan één jong per jaar.

Een paar uur voor de bevalling, begint de moeder een baan grondig schoon te likken van de cloaca naar de buidel. Uiteindelijk, gaat ze met een gekromde rug, gehurkt zitten waarbij ze de staart tussen haar achterpoten door naar voren steekt. De pasgeborene die slechts één gram weegt en zo groot is als een bij, komt uit de cloaca, waarbij de vliezen scheuren, en klimt zonder hulp van de moeder naar de buidel, waar het de komende 10 tot 12 maanden opgroeit.

Nadat het de buidel verlaten heeft, blijft het jong nog gedurende enkele maanden drinken bij zijn moeder.

Boomkangoeroes worden gemiddeld veertien jaar. Vanaf een leeftijd van ongeveer twee jaar oud kunnen ze jongen krijgen. Daarna kunnen ze zich nog tot een leeftijd van ongeveer dertien jaar voortplanten. De oudste boomkangoeroe die een nakomeling kreeg was zelfs vijftien jaar

Bedreiging

Er zijn geen nauwkeurige schattingen van het aantal dieren dat in het wild leeft. Ze worden voornamelijk bedreigd door jacht voor het vlees en vernietiging van leefgebied door houtkap, mijnbouw, olie-exploratie en landbouw.

Hun voortbestaan lijkt slechts te zijn verzekerd door de redelijke aantallen die in de Nationale Parken en reservaten leven en door het bijna volledig ontbreken van predatoren of concurrenten.

Bronnen

  • Katja Schulz, “Dendrolagus goodfellowi Thomas, 1908” Encyclopedia of Life, available from https://eol.org/pages/325813 Accessed on 10 May 2014

Dendrolagus goodfellowi

NaamGoodfellowboomkangoeroe
KlasseMammalia (Zoogdieren)
OrdeDiprotodontia (Klimbuideldieren)
FamilieMacropodidae (Kangoeroes)
GeslachtDendrolagus (Boomkangoeroes)
SoortDendrolagus goodfellowi
Grootte man55 – 77 cm
Grootte vrouw55 – 77 cm
Staartlengte70 – 84.5 cm
Gewicht man6 – 10 kg, gem. 7.4 kg
Gewicht vrouw6 – 10 kg, gem. 7.4 kg
PaartijdHet hele jaar
ParingsintervalIets minder dan één keer per jaar
Draagtijd21 – 38 dagen
NestBuidel
GeboorteHet hele jaar
Geboortegewicht1 gram
Aantal jongen1 jong
Spenen10 – 12 maanden
Geslachtsrijp man2 jaar
Geslachtsrijp vrouw2 jaar
LevensduurIn de natuur 14 jaar
Voeding in de natuurBladeren, vruchten, bloemen, gras en granen
LeefgebiedCentrale Cordillera gebergte in Papua New Guinea
Groep/solitairSolitair
FokprogrammaEEP, KREFELD, Wolfgang Dressen, 1990
CITES
IUCNBedreigd (EN)

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven