Goudkopleeuwaapje

Beschrijving van het goudkopleeuwaapje

Leefgebied

Het goudkopleeuwaapje komt alleen voor in het oosten van Brazilië. Door vernietiging van het leefgebied, waar nog slechts 2 tot 5% van over is, leeft hij alleen nog maar in het zuidelijke deel van de staat Bahia. Hier leeft de meerderheid in het beschermde Una Biologica Reservaat. Vroeger werden ze veel vaker aangetroffen in het oosten van Brazilië, maar tegenwoordig komen de weinige overgebleven populaties alleen nog maar verspreid voor.

Ze leven in tropische bossen op een hoogte van 3 tot 10 meter in dicht primair laagland en hooggelegen bossen. Ze zoeken voedsel in bossen met jonge begroeiing, maar ze zijn voor hun slaapplaatsen, wat oorspronkelijk door spechten gemaakte gaten zijn, afhankelijk van hoge bomen in volwassen bossen.

Uiterlijk

De naam goudkopleeuwaapje is een perfecte beschrijving van deze opvallende verschijningen. De dikke, lange gouden tot oranje manen rond het gezicht doen inderdaad denken aan de manen van een mannetjesleeuw. Wanneer ze in gevaar zijn, of hun territorium verdedigen, zetten ze hun fantastische manen op, waardoor ze groter lijken dan ze in werkelijkheid zijn, waarbij ze hun tong naar de indringer uitsteken om deze weg te jagen.

Ze hebben relatief grote hoektanden, een kleine kop en een klein lichaam. Vrouwtjes en mannetjes lijken qua uiterlijk erg op elkaar, net als de jongen, maar in tegenstelling tot de meeste andere primaten, is het volwassen vrouwtje meestal groter dan het volwassen mannetje. De kop-romplengte bedraagt 20 tot 26 cm en de staartlengte 30 tot 40 cm. Ze wegen 480 tot 700 gram.

Het lichaam is overwegend glanzend zwart, met goud-oranje poten en een zwart- met goudkleurige lange staart. De voor- en achterpoten zijn even groot, waardoor ze gemakkelijk op vier poten door het bos kunnen bewegen. De vingers zijn lang en lenig en net als alle klauwaapjes zijn de nagels geëvolueerd tot klauwtjes, behalve bij de grote teen, die een afgeplatte nagel heeft, waardoor ze als eekhoorns door de bomen kunnen klimmen.

Voortbeweging

Goudkopleeuwaapjes lopen op vier poten en kunnen zich dankzij de klauwtjes behendig in bomen bewegen.

Wetenswaardigheden

  • Door het eten van fruit spelen goudkopleeuwaapjes een belangrijke rol bij de verspreiding van zaden.
  • Volwassen dieren van hetzelfde geslacht zijn zeer agressief ten opzichte van elkaar in verband met het verdedigen van hun territorium.
  • Vrouwtjes delen hun opvoedingstaken niet alleen met de vader van het jong, maar ook met de andere jonge leden van de groep die graag hun broers en zussen bij zich hebben.

Voeding in de natuur

Ze eten voornamelijk fruit met daarnaast bloemen en nectar en ze jagen op kleine dieren zoals kikkers, slakken, hagedissen en spinnen. Verder eten ze gom, sappen en latex van bomen. Dierlijke prooien vinden ze op de bodem van het bos, in bomen, gaten en spleten en door rottend hout kapot te maken om grote insecten te vinden. De lange handen en slanke vingers zijn erg geschikt voor deze manier van foerageren.

Gedrag

Net als andere leeuwaapjes, zijn goudkopleeuwaapjes overdag actief. Ze brengen het grootste deel van hun tijd in bomen in tropische bossen door op een hoogte van 3 tot 10 meter. Ze komen ook ’s nachts niet naar beneden.

Goudkopleeuwaapjes leven in familiegroepjes van 2 tot 11 dieren, met een gemiddelde grootte van 5 tot 8, maar ze kunnen tijdelijke groepjes vormen van 15 tot 16 dieren. Per km2 komt 0.5 tot 1 groep voor. Een typische familiegroep bestaat uit een koppel plus hun jongste nakomelingen. Er kunnen meer dan één volwassen mannetje en vrouwtje in een groep zitten, maar slechts één vrouwtje plant zich voort. De voortplanting van de andere vrouwtjes wordt onderdrukt door het dominante gedrag van het zich voortplantende vrouwtje en door de effecten van haar feromonen en de geur van de genitale klier.

Mannetjes en andere groepsleden spelen een belangrijke rol bij de zorg voor de jongen. Deze samenwerking van leeuwaapjes is uniek onder primaten en dient om het dominante vrouwtje te helpen bij de verzorging van het nageslacht. Het zogen en voeden van de jongen vergt veel energie, en dus dragen mannetjes en andere groepsleden de jongen vaak, waardoor het vrouwtje meer tijd heeft om voedsel te zoeken en te eten, terwijl andere leden van de groep ook meehelpen door voedselresten aan de jongen en het dominante vrouwtje te geven. Dit verklaart waarom het vrouwtje meestal groter is dan de mannetjes. In feite suggereert onderzoek dat kleinere mannetjes vaak de voorkeur hebben van de vrouwtjes omdat ze behendiger in het bos zijn en dus beter voedsel kunnen verzamelen.

Predatie

Natuurlijke roofdieren zijn ocelots, slangen, haviken en adelaars. Deze primaten leven in nesten, meestal op de bodem van holle bomen. Het toegangsgat tot het nest is te klein voor de meeste nachtelijke roofdieren, zodat ze veilig kunnen slapen.

Voortplanting in de natuur

Mannetjes en vrouwtjes vormen paartjes voor het leven en voeden samen hun jongen op. De jongen worden geboren tijdens het warme en natte seizoen, van oktober tot april, wanneer er voldoende voedsel aanwezig is.

Net als andere leeuwaapjes, krijgen deze goudkopleeuwaapjes gewoonlijk een tweeling. De draagtijd is 125 tot 130 dagen en de jongen wegen bij de geboorte tussen 9 tot 15% van het gewicht van de moeder, dat aanzienlijk zwaarder is dan bij andere primaten. Er is geen nest en de jongen worden overal naartoe gedragen. Als een vrouwtje zich eenmaal als voortplantend vrouwtjes in een groep heeft gevestigd, kan ze één keer per jaar, en soms twee keer, een tweeling krijgen.

Bedreiging

Goudkopleeuwaapjes behoren tot de meest bedreigde zoogdieren ter wereld. Omdat ze in laaglandbossen leven verdwijnt hun leefgebied vaak als eerste. Momenteel is slechts 2 – 5% van de oorspronkelijke habitat over, de rest verdwijnt door houtkap en houtskoolproductie en om plaats te maken voor plantages, veeteelt en industrie. Er leven nog slechts 6.000 tot 14.000 dieren in het wild.

Oost- en Zuidoost-Brazilië waren ook de eerste gebieden die bijna 500 jaar geleden werden gekoloniseerd en zijn nu één van de dichtbevolktste bewoonde gebieden in Brazilië, met een enorme druk op de hulpbronnen van het land. De kritische lage aantallen in het wild zijn bijna uitsluitend te wijten aan verlies van leefgebied.

Deze primaten hebben ook veel last van natuurlijke roofdieren zoals ocelots, slangen, haviken en adelaars. Bovendien heeft deze soort te lijden gehad van de handel, omdat ze door hun fraaie uiterlijk gewilde huisdieren zijn en erg populair zijn in dierentuinen.

Het fokken in gevangenschap in dierentuinen en de daaropvolgende herintroducties hebben er echter ook voor gezorgd dat deze soort niet is uitgestorven, dus de vroegere opname in dierentuinen heeft ook een zeer positieve impact gehad.

Omdat ze als bedreigd geclassificeerd zijn door de IUCN en de jacht en de handel is verboden, wordt gehoopt dat dit niet langer bedreigingen zijn, maar helaas zijn er nu en dan meldingen van illegale handel. Ontbossing en habitatverlies zijn echter moeilijker op te lossen problemen.

Conservatie

In de jaren zeventig van de vorige eeuw daalde het aantal van deze aapjes in dierentuinen net zo snel als die in het wild. Op dat moment ontwikkelden onderzoekers van het National Zoological Park in Washington-DC technieken voor het succesvol fokken van deze soort in gevangenschap, en maakten ze plannen voor de instandhouding van deze soort, waarbij langetermijnstudies werden uitgevoerd. De lokale bevolking werd voorgelicht over de instandhouding en de beschermde leefgebieden werden vergroot.

Goudkopleeuwaapjes worden nu als toonaangevend voorbeeld gebruikt in educatieve programma’s, als ambassadeurs voor hun bedreigd leefgebied in het regenwoud. Om deze soort te redden, moet het bos langs de Atlantische kust worden gered, en moeten mensen aangemoedigd worden om het hele ecosysteem te beschermen.

In 1995 ondertekende de Durrell Wildlife Conservation Trust, in combinatie met lokale Braziliaanse organisaties, een formeel contract om de huidige instandhoudingsmaatregelen te versterken en om nieuwe te ontwikkelen.

Belangrijke projecten waren onder meer de aankoop van nieuw land, de regeneratie van habitats, met name het planten van ‘groene corridors’ tussen gefragmenteerde bosgebieden, onderwijs van de lokale bevolking en het opleiden van lokaal personeel.

Veel andere natuurbeschermingsorganisaties – zoals het Conservation International (CI) en de Wildlife Conservation Society (WCS) – doen ook belangrijk werk in Brazilië.

Het voortbestaan van deze soort hangt af van de waakzame monitoring en beheer van wilde populaties, het fokken in gevangenschap en herstel van leefgebied, anders zullen ze in het volgende decennium nog steeds kunnen uitsterven.

Dit is een goed voorbeeld van hoe instandhouding kan werken om een soort te redden, maar het laat ook zien hoe dicht we bij het verlies van deze bijzondere primaat zijn gekomen.

Bronnen:

Leontopithecus chrysomelas

NaamGoudkopleeuwaapje
KlasseMammalia (zoogdieren)
OrdePrimates (Primaten)
FamilieCallitrichidae (Klauwaapjes)
GeslachtLeontopithecus (Leeuwaapjes)
SoortLeontopithecus chrysomelas
Kop-rompgrootte20 – 26 cm
Staartlengte33 – 40 cm
Gewicht 480 – 700 gram
ParingsintervalJaarlijks
PaartijdJuni – december
Draagtijd125 – 130 dagen
NestJongen worden gedragen
GeboorteOktober – april
Geboortegewicht9 – 5% gewicht moeder
Aantal jongen2 Jongen (tweelingen)
Spenen90 dagen
Geslachtsrijp♂ 24 maanden, ♀ 18 maanden
Levensduur15- 20 Jaar
VoedingFruit, bloemen, nectar, kikkers, slakken, hagedissen, spinnen, gom, sappen, latex 
LeefgebiedOosten van Brazilië, in het zuidelijk deel van de staat Bahia 
Groep/solitairGroepjes
FokprogrammaEEP: ANTWERPEN, Peter Galbusera 
CITESAppendix I (01/07/1975)
EU ListingAnnex A (01/07/1975)
IUCNBedreigd (EN) (1982)

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven