Japanse makaak

Beschrijving van de Japanse makaak

Leefgebied

De Japanse makaak leeft van oorsprong alleen in Japan, op Honshu, Shikoku, Kyushu, nabijgelegen eilandjes en op Yaku in de Riukiu-eilanden. Ze leven in subtropische en tropische regenwouden, open grasvlakten en op zandstranden.

In het noordelijk deel van hun verspreidingsgebied leven ze in koele gematigde breedbladige loofbossen. In dit gebied is de gemiddelde temperaturen gemiddelde 10.9 °C en valt er jaarlijks gemiddeld 1500 mm neerslag. In het zuidelijke deel van hun oorspronkelijke verspreidingsgebied leven Japanse makaken in groenblijvende breedbladige bossen. Hier is de gemiddelde temperatuur 20 °C en valt er jaarlijkse gemiddeld 3000 mm neerslag.

In hun leefgebied zijn strenge winters onvermijdelijk en de makaken trekken in de wintermaanden dan ook naar lager gelegen gebieden. Hoewel ze zijn waargenomen tot op een hoogte van 3180 m, komen ze in de wintermaanden meestal niet hoger voor dan op 1800 m.

Uiterlijk

De Japanse makaak is één van de grootste soorten makaken. Hij heeft een dikke vacht, die qua kleur kan variëren van grijzig bruin en blauwig grijs tot olijfgroen. Deze dikke vacht vormt een goede beschutting tegen de kou. De buikzijde is lichter van kleur. Het gezicht is rood van kleur. Jonge dieren hebben een lichtere gezichtskleur dan volwassen dieren. De soort heeft twee wangzakken, waarin voedsel wordt opgeslagen. De Japanse makaak heeft een korte staart van 10 cm. De mannetjes worden groter dan de vrouwtjes. De mannetjes worden gemiddeld 57 cm lang en de vrouwtjes 52.3 cm. Vrouwtjes worden gemiddeld 8.4 kg zwaar, mannetjes 11.3 kg.  

Voortbeweging

Als bomen dichtbij elkaar staan, bewegen ze zich door de bomen voort, anders bewegen ze zich via de grond.

Wetenswaardigheden

  • De winters in de bergen van Honshu kunnen zeer streng zijn, met temperaturen tot -20 °C. In de hoogvlakten van Shiga, op 1500 meter hoogte, bevinden zich natuurlijke warmwaterbronnen, die temperaturen van 40 tot 60 °C bereiken. Deze warmwaterbronnen worden meerdere malen per dag bezocht door groepen Japanse makaken, die in het water zwemmen of langs de rand baden, totdat de dieren weer verwarmd zijn. Jonge dieren spelen veel rond deze bronnen. Ze springen in het water, of maken sneeuwballen.
  • Het is na de mens de noordelijkst voorkomende soort primaat. 

Voedsel in de natuur

Japanse makaken zijn dagactieve opportunisten. Ze voeden zich voornamelijk met plantaardig voedsel als bladeren, bloemen, knoppen, vruchten, zaden, noten, scheuten, stengels, knollen, schors, en paddenstoelen, maar ook ongewervelde dieren (bijvoorbeeld slakken, wormen en insecten) vormen onderdeel van het menu.

Wat ze eten is afhankelijk van het seizoen en ze passen hun dieet aan aan de omstandigheden. Dieren die bij de kust wonen, voeden zich bijvoorbeeld ook met slakken en schelpdieren. De gehele groep gaat op zoek naar voedsel. 

Gedrag

De Japanse makaak leeft in grote groepen, bestaande uit enkele dominante mannetjes, meerdere vrouwtjes en hun jongen. Vrouwtjes makaken blijven hun hele leven bij dezelfde groep, en er heerst een duidelijke hiërarchische structuur tussen de vrouwtjes, die wordt bepaald door de rang van de moeder. Een groep splitst zich als deze te groot wordt.

De dieren communiceren met elkaar door middel van kreten en lichaamstaal. Lichaamstaal bestaat meestal uit het optrekken van de wenkbrauwen, het openen van de mond, het bewegen van de oren, het toekeren van de rug en het opzetten van de haren, en wordt meestal gebruikt om te dreigen, de rang aan te duiden in de groep, of angst of affectie te tonen.

De dieren vlooien elkaar om spanningen binnen de groep weg te nemen. Hierbij worden stof, parasieten en dode huidcellen uit de vacht verwijderd. 

Predatie

Predatoren zijn Aziatische kuifarenden, verwilderde honden, wasbeerhonden, Japanse wolven en mensen.

Voortplanting

De meeste paringen vinden plaats tussen september en april. Het vrouwtje is 52 tot 54 dagen lang bronstig. De kleur van haar gezicht en haar geslachtsorganen wordt dan zeer rood, en het vrouwtje verspreidt een sterke geur. Tijdens de paring grijpt het mannetje het vrouwtje van achteren vast, waarbij hij op de voeten van het vrouwtje gaat staan.

De jongen worden meestal tussen maart en september geboren, na een draagtijd van 170 tot 180 dagen. Wanneer het vrouwtje moet werpen verlaat ze meestal de groep en zoekt ze een veilige plek op. Ze krijgt één jong per worp, dat bij de geboorte ongeveer 500 gram weegt. De moeder draagt het jong de eerste maanden met zich mee aan de borst. De band tussen moeder en jong is waarschijnlijk zeer belangrijk, en het jong gaat paniekerig schreeuwen als het van zijn moeder wordt gescheiden, die ophouden als de moeder weer terugkeert. Naarmate de jongen ouder worden, worden ze onafhankelijker. Ze gaan dan ook meer spelen met andere jonge dieren. Via het spel leren de dieren sociaal gedrag.

De jongen worden 6-8 maanden lang gezoogd, maar de dieren blijven nog zeker drie jaar bij hun moeder. De sterfte onder de jongen is groot. In het eerste levensjaar sterft 28%.

Vrouwtjes zijn na 3,5 jaar geslachtsrijp, mannetjes na 4,5 jaar.  Japanse makaken kunnen in het wild 30 jaar worden  

Bedreiging

Japanse makaken worden door de IUCN niet als bedreigd gezien. De populaties zijn stabiel, maar ontbossing vormt een probleem. Ook wordt er op ze gejaagd omdat ze een plaag vormen voor de landbouw. Het Japanse eiland Yakushima werd in 1993 als wereldnatuurerfgoed aangewezen. Hoewel dit is gedaan om inheemse soorten te beschermen, is het toerisme naar het eiland gestegen tot wat mogelijke negatieve effecten voor de dieren heeft. Er leven nog ongeveer 100.000 Japanse makaken in het wild.

Bronnen:

Macaca fuscata

NaamJapanse makaak
KlasseMammalia (zoogdieren)
OrdePrimates (Primaten)
FamilieCercopithecidae (Apen van de Oude Wereld)
GeslachtMacaca (Makaken)
SoortMacaca fuscata
Grootte ♂Gem. 57 cm
Grootte ♀Gem. 52.3 cm 
Gewicht ♂Gem. 11.3 kg 
Gewicht ♀Gem. 7.4 kg 
PaartijdSeptember-april
Paringsinterval1 keer per jaar
Draagtijd170-180 dagen 
NestMoeder draagt jong mee aan de borst 
Geboortemaart-september
Geboortegewicht500 gram 
Aantal jongen1 jong 
Spenen6-8 maanden
Geslachtsrijp ♂4½ jaar 
Geslachtsrijp ♀3½ jaar 
LevensduurTot 30 jaar in de natuur 
VoedingBladeren, bloemen, knoppen, vruchten, zaden, noten, scheuten, stengels, knollen, schors, en paddenstoelen, maar ook ongewervelde dieren (bijvoorbeeld slakken, wormen en insecten) 
LeefgebiedJZe leven oorspronkelijk enkel in Japan, op Honshu, Shikoku, Kyushu, nabijgelegen eilandjes en op Yaku in de Riukiu-eilanden 
Groep/solitairGroepen 
Fokprogramma
CITESAppendix II (04/02/1977)
EU ListingAnnex B (04/02/2017)
IUCNNiet bedreigd (LC)

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven