Kameel

Beschrijving van de kameel

Leefgebied

De kameel komt voor in Midden-Azië, tussen China en Zuid-Rusland, en ten noorden van de Himalaya.

Uiterlijk

Kamelen kunnen een lengte van drie meter bereiken, met een schouderhoogte van 2.20 m. De poten zijn lang en de lange nek is gebogen. De oren zijn klein, de ogen hebben een derde ooglid en lange wimpers die zorgen dat er geen zand in de ogen komt. De neusgaten kunnen ook gesloten worden als bescherming tegen opstuivend zand. De dikke vacht beschermt de dieren zowel tegen extreme hitte als extreme kou.

De kameel is te herkennen aan de twee bulten op zijn rug. In deze bulten wordt geen water, maar vet opgeslagen. Vet is een bron van energie die aangesproken wordt als er weinig voedsel te vinden is. De bulten staan rechtop als de vetvoorraad maximaal is. Onder andere door deze energievoorraad kan de kameel het lang uithouden in de dorre woestijn. Wanneer de kameel teert op het vet in de bulten gaan deze naar een kant hangen.

Een kameel heeft aan iedere poot twee hoeven, ofwel tenen. Deze tenen worden verbonden door een huidplooi. Dankzij deze huidplooi en de enorme eeltkussens onder de poten, kunnen kamelen op het zand lopen zonder erin weg te zakken. Vanwege deze eeltkussens worden kamelen ook wel eeltpotigen genoemd.

Voortbeweging

Kamelen zijn telgangers en kunnen voor korte tijd 25 kilometer per uur rennen en 30 tot 40 kilometer per dag lopen. De eeltkussens onder de poten beschermen de kamelen tegen het hete zand.

Wetenswaardigheden

  • Het zijn de grootste zoogdieren die in de woestijn kunnen overleven. Ze hebben hiervoor bijzondere aanpassingen: een vacht die beschermt tegen zomerse hitte en winterse kou, neusgaten die kunnen sluiten om het verlies aan waterdamp te beperken, een vetreserve in de bulten, een gespleten bovenlip zodat ze ook takken met doornen kunnen plukken en een groefje vanuit elk neusgat naar de lippen van de kameel zodat het vocht uit de neus meteen weer in zijn neus loopt.
  • De kameel wordt ook wel ‘schip van de woestijn genoemd’, omdat kamelen een zwaaiende manier van lopen hebben. Reizigers die een tocht maakten op een kameel werden dan ook vaak zeeziek

Voedsel in de natuur

De kameel eet vrijwel alle soorten droge planten. In een periode van overvloed wordt in de bulten een voorraad vet aangelegd. Kamelen wijken zo nu en dan af van hun vegetarische voedselpatroon en eten dan botten en visresten. Waarschijnlijk doen ze dit vanwege de mineralen die het dierlijke materiaal bevat.

Ze kunnen wekenlang zonder te drinken in leven blijven. Ze verliezen erg weinig water, onder andere doordat ze pas gaan zweten op het moment dat hun lichaamstemperatuur boven de 40 °C komt. Ze plassen heel weinig en bovendien zijn de nieren in staat om veel water uit de voorurine in het bloed terug te nemen. In de mest van een kameel zit amper water. Ze kunnen grote uitdroging dan ook moeiteloos doorstaan. Als een kameel drinkt, drinkt hij bijzonder veel, meer dan 100 liter achter elkaar, tot 60 liter per minuut.

Gedrag

Kamelen zijn normaal gesproken actief tijdens de dag en leven in kleine groepen. Ze brengen hun tijd door op vlaktes om te grazen. In de woestijn reizen groepen kamelen in een karavaan. Een volwassen mannetje is leider van de groep die kan bestaan uit 6 tot 20 kamelen. Kamelen lopen dan steeds met een zeer constante snelheid. Om dit tempo te handhaven lopen ze op een speciale manier. Het zijn steeds 2 poten aan dezelfde kant van het lichaam die zich tegelijkertijd bewegen. De kamelen kunnen ook rennen, en kunnen dit met een snelheid van 16 tot 36 km per uur doen.

Predatie

De natuurlijke vijanden zijn wolven.

Voortplanting in de natuur

Het paarseizoen valt in de herfst, de mannetjes zijn in deze periode erg agressief en gewelddadig. Ze kunnen gaan bijten en spugen. De zwangerschap duurt doorgaans 13 maanden, ze krijgen dan één en heel soms twee jongen. De jonge kamelen kunnen een paar uur na de geboorte al lopen, ze blijven bij hun moeder tot ze geslachtsrijp zijn. Het komt ook voor dat ze kruisen met dromedarissen. De vruchtbare jongen worden dan wel bastaarden genoemd.

Bronnen:

Camelus ferus

NaamKameel
KlasseMammalia (zoogdieren)
OrdeCetartiodactyla (Walvissen en evenhoevigen)
FamilieCamelidae (Kameelachtigen)
GeslachtCamelus (Kamelen)
SoortCamelus ferus
Grootte250 – 300 cm
Schouderhoogtegem. 213 cm
Gewicht450 – 500 kg
PaartijdHerfst – winter
Paringsinterval2 jaar
Draagtijd13 maanden
Nest
GeboortePiek in maart – april
GeboortegewichtGem. 36 kg
Aantal jongen1 – 2 jongen; meestal 1
Spenen319 dagen
Geslachtsrijp3 – 5 jaar
LevensduurTot 35 jaar in het wild
Voeding in de natuurVrijwel alle soorten droge planten, in een periode van overvloed wordt in de bult een voorraad vet aangelegd.
LeefgebiedWilde kamelen alleen nog in de Gobiwoestijn (Mongolië en China) en huiskamelen in de woestijnen van centraal Azië.
Groep/solitairIn een groep
Fokprogramma
CITES
EU Listing
IUCNErnstig bedreigd (CR)


Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven