Beschrijving van de langsnuitpotoroe
Leefgebied
De langsnuitpotoroe komt voor in Zuidoost-Australië van Zuidoost-Queensland tot West-Victoria, op Tasmanië en op de eilanden Kingeiland, Flinderseiland en Frencheiland. Op Tasmanië komt hij algemeen voor, maar op het vasteland is hij zeldzaam. Hij leeft in heide- en bosgebieden langs de kust en in het regenwoud. Essentieel voor het leefgebied is een dichte bodembedekking waar ze hun bovengrondse nesten kunnen maken.
Uiterlijk
De bovenkant van het lichaam is bruingrijs, de onderkant lichtgrijs. De korte, donkere, nauwelijks behaarde staart loopt taps toe. De oren zijn klein, rond en donker van kleur. De neus is lang en loopt taps toe. De punt van de neus is onbehaard en de neus is zelfs langer dan de achtervoet. De kop-romplengte bedraagt 300 tot 400 mm, de staartlengte 150 tot 260 mm, de achtervoetlengte 70 tot 82 mm en het gewicht 700 tot 1800 gram. Net als kangoeroes heeft de langsnuitpotoroe een buidel met daarin vier tepels.
De achterpoten zijn net als bij kangoeroes goed ontwikkeld en gespierd. De voorpoten zijn eveneens gespierd, maar kort en zijn voorzien van naar voren wijzende klauwtjes die gebruikt worden bij het graven.
Voortbeweging
Bij hoge snelheden maakt de langsnuitpotoroe een hoppende bewegingen. Bij lage snelheden is de voortbeweging meer konijnachtig. Met hun zeer goed ontwikkelde en zwaargespierde achterpoten kunnen ze sprongen van 2,5 meter maken.
Wetenswaardigheden
De draagtijd van 38 dagen is de langste van alle buideldieren.
Ze gebruiken hun staart onder andere voor het verzamelen van nestmateriaal.
Door hun kleine formaat worden zij ook wel ratkangoeroes genoemd.
Voedsel in de natuur
Deze dieren zijn alleseters die voornamelijk fruit, planten, schimmels, truffels en insecten eten.
Gedrag
Deze solitaire soort is grotendeels ’s nachts actief, leeft op de grond en eet van alles. Overdag verblijven ze in een nest dat ze van gras en twijgen in holle boomstammen of onder overhangende takken bouwen. Ze transporteren het bouwmateriaal met hun staart. Ook gebruiken ze vaak verlaten holen van andere dieren.
De mannetjes hebben een leefgebied van ongeveer 47 ha., wat de leefgebieden van vrouwtjes overlapt. De leefgebieden van de vrouwtjes bedragen ongeveer 12,5 ha. De leefgebieden van de mannetjes overlappen elkaar niet.
Predatie
Wilde katten, wilde honden en vossen zijn de belangrijkste vijanden van deze dieren.
Voortplanting in de natuur
Ze maken een bovengronds nest van droge vegetatie tussen graspollen, onder bosjes en dichte struiken. Vrouwtjes kunnen per jaar tot twee jongen krijgen, die het hele jaar door geboren worden. Na een draagtijd van 38 dagen wordt het jong, dat 0.3 gram weegt, doof en blind geboren. Het kruipt dan naar de buidel van de moeder waar het zich vasthecht aan een tepel. Hier verblijft het de komende vier maanden. De jongen worden dan ook 120 – 170 dagen gezoogd. Na 12 maanden is hij geslachtsrijp. Langsnuitpotoroes worden in de natuur ongeveer 4 tot 5 jaar oud.
Bedreiging
Door de komst van de Europeanen in Australië is een groot gedeelte van het leefgebied van de potoroes verdwenen. Ook is door de komst van ingevoerde roofdieren als vossen en katten het aantal potoroes flink gedaald. Door het opzetten van “roofdiervrije” natuurgebieden hebben de potoroes in Australië weer een veilig thuis.
Bronnen:
- Langneuspotoroe. (2021, april 30). Wikipedia, de vrije encyclopedie. Opgehaald 19:44, april 30, 2021 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Langneuspotoroe
- Animal Diversity Web: Landesman, N. 1999. “Potorous tridactylus” (On-line), Animal Diversity Web. Accessed March 28, 2015 at https://animaldiversity.org/accounts/Potorous_tridactylus/
Potorous tridactylus
Naam | Langsnuitpotoroe |
Klasse | Mammalia (Zoogdieren) |
Orde | Diprotodontia (Klimbuideldieren) |
Familie | Potoroidae (Kangoeroeratten) |
Geslacht | Potorous (Potoroes) |
Soort | Potorous tridactylus |
Grootte man | 300 – 400 mm |
Grootte vrouw | 300 – 400 mm |
Staartlengte | 150 – 260 mm |
Gewicht man | 700 – 1800 gram |
Gewicht vrouw | 700 – 1800 gram |
Paartijd | Het hele jaar door |
Paringsinterval | 2 keer per jaar |
Draagtijd | 38 dagen |
Nest | Bovengronds nest van droge vegetatie tussen graspollen, onder bosjes en dichte struiken |
Geboorte | Het hele jaar door |
Geboortegewicht | 0,3 gram |
Aantal jongen | 1 jong |
Spenen | 120 – 170 dagen |
Geslachtsrijp man | 1 jaar |
Geslachtsrijp vrouw | 1 jaar |
Levensduur | 4 – 5 jaar |
Voeding in de natuur | Fruit, planten, schimmels, truffels en insecten. |
Voeding in dierentuin | |
Leefgebied | Zuidoost-Australië van Zuidoost-Queensland tot West-Victoria, op Tasmanië en op de eilanden Kingeiland, Flinderseiland en Frencheiland |
Groep/solitair | Solitair |
Fokprogramma | – |
CITES | – |
IUCN | Bijna bedreigd (NT, 28-05-2014) |
Ontdek meer van zoo-dieren.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.