Mara

Beschrijving van de mara

Leefgebied

De mara leeft in de droge, open struikwoestijnen en graslanden van Centraal- & Zuid-Argentinië, met name op de Patagonische pampa’s en andere Argentijnse graslanden. 

Uiterlijk

Alhoewel de mara uiterlijk veel weg heeft van een haas of een kleine antilope, is hij nauwer verwant met de cavia. Zijn naaste verwant, de kleine mara (Dolichotis salinicola), is kleiner en leeft noordelijker.

De mara staat hoog op de poten en heeft grote, rechtopstaande oren en grote ogen. Hij heeft een korte, bruine vacht met een donkere, grijsachtige rugzijde. Op de romp wordt de vacht donkerder. Over de romp loopt een witte franje. Ook de buik is wit. De mara wordt 50 tot 75 centimeter lang met een 4,5 centimeter lang staartje en een lichaamsgewicht van acht à negen kilogram. 

Voortbeweging

Mara’s kunnen een snelheid halen van 45 km/u, maar ze kunnen dit maar één minuut volhouden. Verder kunnen ze goed springen.

Wetenswaardigheden

  • De mara wordt ook wel Patagonische haas of Pampahaas genoemd.
  • Mara’s produceren speciale ontlasting die opnieuw wordt opgegeten en weer wordt verteerd.

Voedsel in de natuur

Het voedsel van de mara bestaat voor 70% uit grassen. Verder eten ze kruiden en bladeren en twijgen van korte struiken. In droge periodes eten de mara’s meer vochtrijke planten zoals verschillende soorten cactussen. Een cactus bestaan namelijk voor 75% uit water. Het dieet van de cactus bevat veel vezels en cellulose. Dit wordt in de blindedarm door bacteriën afgebroken. Hierdoor wordt een speciale ontlasting gecreëerd die opnieuw wordt opgegeten en weer wordt verteerd.

Gedrag

Het zijn dagdieren. Overdag grazen ze of liggen de dieren te zonnebaden. ’s Nachts betrekken ze een zelf gegraven hol of het verlaten hol van een viscacha. Mara’s zijn goede renners en springers, en zullen bij gevaar snel wegrennen.

Mara’s leven in monogame paartjes. Het mannetje blijft zijn hele leven lang bij het vrouwtje. De drang van mannetjes om zich te binden aan een vrouwtje is zo sterk dat ze zich soms al binden met onvolwassen vrouwtjes.

Het vrouwtje loopt voorop, het mannetje loopt erachteraan en houdt de omgeving in de gaten. Terwijl het vrouwtje graast of zoogt, let het mannetje op de aanwezigheid van roofdieren, of houdt hij vrijgezelle mannetjes op een afstand.

De twee dieren houden constant met elkaar contact door middel van een lage brom. Ook andere paartjes worden op een afstand gehouden, en worden weggejaagd als ze dichter dan 30 meter in de buurt komen. Enkel bij groot voedselaanbod tolereren paartjes andere mara’s in hun omgeving. Een paartje heeft meestal een woongebied van zo’n 40 hectare. De mara kan tot 15 jaar oud worden. 

Predatie

De mara vertrouwt vooral op zijn goede reuk, zicht en gehoor voor het vroegtijdig waarnemen van roofdieren. Wanneer ze achterna worden gezeten zetten ze het op een lopen. Ze kunnen dan een snelheid van 45 km/u halen. Hun bruine vacht is een goede camouflage. De belangrijkste predatoren zijn poema’s, Andesvossen, de Patagonische vos, de galictis cuja en de Roodrugbuizerd.

Voortplanting in de natuur

Vrouwtjes zijn meestal slechts enkele uren per jaar ontvankelijk. Na een draagtijd van 90 dagen worden één tot drie jongen geboren. De jongen worden geboren in een gemeenschappelijk hol, waar de worpen van 1 tot 29 paartjes in kunnen zitten. Dit hol wordt gegraven door de vrouwtjes. Het werpen wordt aan de rand van het hol gedaan, waarna de jongen zich dieper in het hol verstoppen.

Alhoewel ze al binnen een dag kunnen en zullen grazen, blijven ze tot vier maanden lang in de buurt van het nest. Die tijd worden de jongen gezoogd. Een à twee keer per dag bezoekt het paartje het nest zodat het vrouwtje haar jongen kan zogen. Met een fluitende roep roept ze de jongen. Ook jongen van andere worpen zullen proberen te zogen, maar het vrouwtje laat enkel haar eigen jongen toe. Soms weet echter ook een vreemd jong bij haar te zogen. Als één paartje hun jongen laat zogen, moet een tweede paartje wachten. Hierdoor is er meestal wel een paartje in de buurt van het nest, dat kan letten op aankomend gevaar. 

De vrouwtjes besteden meer tijd aan de jongen dan de mannetjes. Maar de mannetjes letten meer op gevaar in de vorm van roofdieren.

Bedreiging

De IUCN heeft deze soort als bijna bedreigd geclassificeerd. Verandering van leefgebied door overbegrazing van ingevoerde schapen vormt een bedreiging. Verder wordt er op mara’s gejaagd voor het vlees en de vacht. Volwassen dieren worden geschoten of met strikken gevangen terwijl jonge dieren worden gevangen door netten over de holen te leggen.

Bronnen:

Dolichotis patagonum

NaamMara
KlasseMammalia (zoogdieren)
OrdeRodentia (Knaagdieren)
FamilieCaviidae (Cavia-achtigen)
GeslachtDolichotis (Mara’s)
SoortDolichotis patagonum
Grootte man50-75 cm 
Grootte vrouw50-75 cm 
Staartlengte4.5 cm
Gewicht man8-9 kg 
Gewicht vrouw8-9 kg 
PaartijdHet hele jaar door
Paringsinterval1-2 keer per jaar 
Draagtijd85-90 dagen 
NestGemeenschappelijk hol 
GeboorteHet hele jaar door, voornamelijk augustus-december en september-oktober
Geboortegewicht560 gram 
Aantal jongen1-3 jongen, gemiddeld 2
Spenen2-4 maanden 
Geslachtsrijp man8 maanden
Geslachtsrijp vrouw8 maanden 
Levensduur15 jaar in de natuur 
Voeding in de natuurKorte grassen, kruiden en bladeren en twijgen van korte struiken en cactussen
LeefgebiedCentraal- & Zuid-Argentinië, met name op de Patagonische pampa’s en andere Argentijnse graslanden.
Groep/solitairMonogame paartje binnen en groep 
Fokprogramma– 
CITES
IUCNBijna bedreigd (NT)

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven