Beschrijving van de moeraskat
Leefgebied
De moeraskat komt voor in het gebied wat begrensd wordt door India en Sri Lanka via Zuidwest- en Centraal-Azië tot Arabië. Ook in Zuidoost-Azië wordt hij aangetroffen, tot in Vietnam en Laos. In Afrika komt hij voor in de Egyptische Nijldelta. Waarnemingen uit andere delen van Noord-Afrika (bijvoorbeeld Algerije) zijn waarschijnlijk Afrikaanse wilde katten.
Hij heeft een voorkeur voor waterrijke gebieden met dichte begroeiing zoals moerassen, rietbedden en andere gebieden met dichtbegroeide oevers of kusten. De omgeving waarin deze wateren liggen is niet belangrijk. De moeraskat kan zowel in woestijnen (bij oases en rivierbeddingen) als in vochtige wouden gevonden worden. Ook komen ze geregeld voor in landbouwgebieden, boomplantages en rond kunstmatige vijvers. De moeraskat is niet bang voor mensen en waagt zich geregeld in de buurt van nederzettingen. In de Himalaya zijn moeraskatten tot op een hoogte van 2400 meter waargenomen, in de Kaukasus tot 1000 meter.
Uiterlijk
De moeraskat is een slanke kat die hoog op de poten staat. De staart is relatief kort. De oren zijn spits en hebben een klein kwastje. Op de achterzijde van de oren heeft de kat witte vlekken. Door het pluimpje op de oren wordt het dier ook soms moeraslynx genoemd, alhoewel de moeraskat niet verwant is aan de lynxen. De vacht is egaal gekleurd. De vachtkleur zelf verschilt per individu en populatie. De meest voorkomende vachtkleuren zijn zandbruin, gelig grijs, roodbruin en grijsbruin. In India en Pakistan komen ook wel zwarte exemplaren voor.
De staart is geringd, en ook op de poten lopen donkere strepen. Jonge dieren hebben duidelijk zichtbare strepen en vlekken die later verdwijnen. Hierdoor vallen de jongen minder op in het struikgewas. Hij wordt 50-90 centimeter lang en 4 tot 9 kilogram zwaar. De staart is relatief kort en is 25 tot 35 centimeter lang. Mannetjes worden veel groter dan vrouwtjes.
Voortbeweging
Moeraskatten zijn bedreven zwemmers en duiken zelfs om vis te vangen.
Wetenswaardigheden
- Door het pluimpje op de oren wordt het dier ook soms moeraslynx genoemd.
- In India en Pakistan komen ook wel zwarte exemplaren voor.
- Jonge dieren hebben duidelijk zichtbare strepen en vlekken die later verdwijnen. Hierdoor vallen de jongen minder op in het struikgewas.
- Moeraskatten zijn bedreven zwemmers en duiken zelfs om vis te vangen.
Voedsel in de natuur
De moeraskat jaagt overdag op zoogdieren als knaagdieren en hazen, kikkers, vogels, reptielen, insecten en zelfs vissen, die hij in het water vangt. Soms eet hij bessen. Ook jonge axisherten en wilde zwijnen worden aangevallen.
Gedrag
De moeraskat leeft solitair, maar in de paartijd leven ze in familiegroepjes bestaande uit de vader, de moeder en de nakomelingen. Het mannetje houdt zich voornamelijk bezig met de verdediging van het territorium.
Ze zijn voornamelijk ’s nachts actief, met name in de schemering. In een nacht leggen ze 5-6 km af. Overdag rusten ze in dichte vegetatie, maar ’s winters liggen ze dan ook vaak te zonnen. Ze hebben een territorium van 45-180 km2.
Predatie
Predatoren zijn mensen, luipaarden en slangen.
Voortplanting in de natuur
Moeraskatten krijgen twee keer per jaar jongen. De paartijd varieert per regio. De jongen worden na een draagtijd van ongeveer 66 dagen geboren. Per worp krijgt een moeraskat-poes 3 tot 6 jongen van gemiddeld 136 gram. Ze worden per dag 22 gram zwaarder. De zoogtijd duurt 15 weken, maar na 49 dagen beginnen ze ook vast voedsel te eten. Na 6 maanden zijn de jongen onafhankelijk en kunnen ze zelf jagen. Na 11-18 maanden zijn ze geslachtsrijp. Moeraskatten kunnen 12-14 jaar oud worden.
Bedreiging
Het verlies van leefgebied vormt de grootste bedreiging voor de moeraskat. Bovendien wordt er, ter bescherming van hun pluimvee, door boeren op deze kattensoort gejaagd en worden ze vergiftigd. Ondanks wetgeving wordt er in veel landen nog steeds in deze katten gehandeld, met name voor de vacht. Hoewel de populatie vermindert staat de moeraskat door de IUCN geclassificeerd als niet bedreigd.
Bronnen:
- Animal Diversity Web: Fitzgerald, A. 2011. “Felis chaus” (On-line), Animal Diversity Web. Accessed April 12, 2016 at https://animaldiversity.org/accounts/Felis_chaus/ Accessed on 12 April 2016
- Wikipedia:https://nl.wikipedia.org/wiki/Moeraskat Accessed on 12 April 2016
Felis chaus
Naam | Moeraskat |
Klasse | Mammalia (Zoogdieren) |
Orde | Carnivora (Roofdieren) |
Familie | Felidae (Katachtigen) |
Geslacht | Felis |
Soort | Felis chaus |
Kop-romplengte | 50-90 cm |
Schouderhoogte | 35-38 cm |
Staartlengte | 25-35 cm |
Gewicht | 4-9 kg |
Paartijd | Varieert per regio |
Paringsinterval | 2 keer per jaar |
Draagtijd | 66 dagen |
Nest | Beschutte plek |
Geboorte | Varieert per regio |
Geboortegewicht | 136 gram |
Aantal jongen | 3-6 jongen |
Spenen | 15 weken |
Geslachtsrijp man | 11-18 maanden |
Geslachtsrijp vrouw | 11-18 maanden |
Levensduur | 12-14 jaar in de natuur |
Voeding in de natuur | Zoogdieren als knaagdieren en hazen, kikkers, vogels, reptielen, insecten en zelfs vissen. Soms eet hij bessen. Ook jonge axisherten en wilde zwijnen. |
Leefgebied | Van India en Sri Lanka via Zuidwest- en Centraal-Azië tot Arabië. Ook in Zuidoost-Azië tot in Vietnam en Laos. In Afrika in de Egyptische Nijldelta. |
Groep/solitair | Solitair. In de paartijd in familiegroepjes |
Fokprogramma | – |
CITES | Appendix II (1977) |
IUCN | Niet bedreigd (LC) |
Ontdek meer van zoo-dieren.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.