Beschrijving van de witgezichtoeistiti
Leefgebied
De witgezichtoeistiti leeft in de tropische regenwouden aan de oostkust van Brazilië.
Uiterlijk
Witgezichtoeistiti’s zijn dwergapen. Dwergapen zijn de enige apen met klauwtjes. Ze hebben op hun vingers en tenen geen platte nagels zoals andere apen, maar scherpe nagels: echte klauwtjes. Witgezichtoeistiti’s hebben een zwart-bruin lichaam, zwarte oorpluimen en een wit gezicht; hier dankt deze oeistiti zijn naam aan. De lange staart is gestreept en is géén grijpstaart.
Voortbeweging
Met hun scherpe klauwtjes hebben witgezichtoeistiti’s goed grip op de boomschors en kunnen ze razendsnel over de takken en door de bomen rennen. Ze bewegen zich voort op vier poten en kunnen zich makkelijk van de ene naar de andere tak verplaatsen door te springen. Pasgeboren jongen blijven tot bijna twee maanden op de rug van soortgenoten zitten. Ze houden zich met hun kleine klauwtjes vast aan de vacht van hun drager.
Wetenswaardigheden
- Witgezichtoeistiti’s hebben zeer goede zintuigen.
- Een belangrijke manier om hun stemming kenbaar te maken aan de groepsgenoten zijn de gezichtsuitdrukkingen. Deze vooral worden gevormd door lipbewegingen. Ook de oogleden en haren op de kop spelen hierbij een rol.
- Ze communiceren ook met elkaar door hoge, schrille geluiden te maken, dit geluid lijkt op het gefluit van vogels.
Voedsel in de natuur
Witgezichtoeistiti’s eten fruit, sappen en gom van bomen, insecten, kleine hagedissen en vogeltjes. Met hun scherpe snijtanden snijden ze kleine gaatjes in boombast, zodat ze de eruit lopende gom en plantensappen kunnen oplikken.
Gedrag
De witgezichtoeistiti is voornamelijk overdag actief. Ze slapen ’s nachts in boomgaten of in andere schuilplaatsen. De witgezichtoeistiti leeft in groepen van acht tot tien dieren. Deze groep bestaat uit een dominant vrouwtje, haar partner en hun jongen van meerdere jaren. De jongen blijven in de groep, zelfs wanneer ze volwassen zijn en zelf jongen krijgen.
De groepen leven in een eigen territorium dat niet wordt verdedigd; de territoria van verschillende groepen witgezichtoeistiti’s kunnen elkaar overlappen. Het territorium wordt afgebakend met geuren, vaak rondom favoriete gomgaten in bomen. Leden van andere witgezichtoeistitigroepen kunnen dezelfde gomgaten gebruiken, zodat deze bomen als een soort gemeenschaps ‘prikbord’ werken.
Voortplanting in de natuur
Het dominante vrouwtje baart meestal een tweeling na een draagtijd van vierenhalve maand. Alle groepsleden, inclusief de vader, helpen mee met het dragen van de jongen. De eerste twee weken zijn de jongen nog compleet afhankelijk van hun moeder en andere soortgenoten. Pas na twee maanden worden ze onafhankelijk en gaan ze zelf op zoek naar voedsel. Ze zijn na twee jaar volwassen en de levensduur is gemiddeld tien jaar.
Bedreiging
De witgezichtoeistiti is op dit moment niet bedreigd. In het verleden hebben verschillende factoren bijgedragen aan het teruglopen van de aantallen witgezichtoeistiti’s waaronder vernietiging van leefgebied, het opjagen en doden van deze apen omdat men dacht dat ze dragers waren van de voor mensen zeer besmettelijke gele koorts en malaria en zelfs het vangen van de apen voor proefdierlaboratoria. Tegenwoordig zijn de aantallen van deze apensoort in bepaalde regio’s overvloedig, waardoor deze aap als niet bedreigd wordt geclassificeerd. Vernietiging van leefgebied blijft echter een bedreiging voor deze diersoort.
In Europese dierentuinen is een fokprogramma (EEP) voor deze dwergaap opgezet om een gezonde populatie van de witgezichtoeistiti in dierentuinen te behouden.
Bronnen:
- Rylands, A.B. & Mendes, S.L. 2008. Callithrix geoffroyi. The IUCN Red List of Threatened Species 2008: e.T3572A9952962. https://dx.doi.org/10.2305/IUCN.UK.2021-1.RLTS.T3572A191701212.en Downloaded on 23 May 2016.
- Zodiac Animals
Callithrix geoffroyi
Naam | Witgezichtoeistiti |
Klasse | Zoogdieren |
Orde | Primaten |
Familie | Callitrichidae (Klauwaapjes) |
Geslacht | Callithrix |
Soort | Callithrix geoffroyi |
Grootte | 20 cm, staart 29 cm |
Gewicht | 390 – 350 gram |
Paartijd | Geen specifieke periode |
Paringsinterval | 150 – 152 dagen |
Draagtijd | 140 – 148 dagen |
Nest | Alle groepsleden, inclusief de vader, helpen mee met het dragen van de jongen |
Geboorte | Geen specifieke periode |
Geboortegewicht | Ongeveer 60 – 70 gr., 20% van het gewicht van de moeder |
Aantal jongen | 1 – 3 jongen, gemiddeld 2 |
Spenen | 5 – 6 maanden |
Geslachtsrijp | 15 – 18 maanden |
Levensduur | Tot 10 jaar |
Voeding | Fruit, nectar, gom en plantensappen, insecten en kleine hagedissen en vogels |
Leefgebied | De tropische regenwouden aan de oostkust van Brazilië. |
Solitair/groep | Groep |
Fokprogramma | EEP: MADRID-FAUNIA, Agustin Lopez Goya |
CITES | Appendix II (04/02/1977) |
EU Listing | Annex B ( 04/02/2017) |
IUCN | Niet bedreigd (LC) |
Ontdek meer van zoo-dieren.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.