Zijdesifaka

Beschrijving van de zijdesifaka

Leefgebied

De zijdesifaka leeft in een klein gebied in het noordwesten van Madagaskar, dat zich uitstrekt van het district Maroantsetra tot Andapa. Het leefgebied strekt zich verder uit tot de rivier Antainambalana in het zuiden en het Maraojejy National Park in het noorden, hoewel hij noordelijk tot aan de Bemarivo rivier bij Sambava is gespot. In het noordwesten grenst het leefgebied aan de Androranga rivier in de Tsaratanana Corridor.

De meerderheid van de zijdesifaka’s leven echter in twee beschermde gebieden op Madagaskar: het Maraojejy National Park en het Anjanaharibe-Sudreservaat. Zijdesifaka’s zijn in hun hele verspreidingsgebied zeldzaam en leven niet samen met andere soorten sifaka’s. 

Zijdesifaka’s leven voornamelijk in regenwouden in berggebieden waar een gemiddelde jaarlijkse neerslag van 2500 mm valt. Hun leefgebied kent de grootste hoogteverschillen van alle soorten de sifaka’s, variërend van 300 m hoogte in Andaparaty tot 1875 m hoogte in Marojejy. Ze geven echter de voorkeur aan hoogtes boven de 800 m. Ze leven in een aantal habitats die alleen op grote hoogte te vinden zijn waaronder clerofiel bossen en de lage ericoïde struikgebieden in het hoogste deel van hun habitat.

Uiterlijk

Zijdesifaka’s hebben een kop-romp lengte van 48 tot 54 cm, een staartlengte van 45 tot 51 cm en wegen 5 tot 6,5 kg. Ze hebben een lange zijdeachtige, roomwitte vacht. Sommige dieren hebben zilvergrijze plekken op de kruin, rug en ledematen en donkerde plekken op de onderrug en de aanzet van de staart. Het gebied rond de aanzet van de staart is soms geel. Het gezicht is kaal en grijszwart van kleur met donkeroranje ogen. Er zijn in Marojejy echter ook exemplaren waargenomen zonder huidpigment in het gezicht met roze of leigrijze gezichten. In tegenstelling tot de diadeemsifaka’s, zijn hun kale oren zwart.

In tegenstelling tot andere soorten sifaka’s, verschilt het uiterlijk van mannetjes en vrouwtjes. Mannetjes hebben namelijk een bruine vlek op de borst die tijdens de paartijd groter wordt. Soms bedekt deze vlek de gehele borst en is deze tegen het eind van de paartijd uitgedijd tot de buik. Deze vlek wordt veroorzaakt door een geurklier. Verder hebben mannetjes en vrouwtjes dezelfde kleuren.

Voortbeweging

Net als alle andere sifaka’s klampen zijdesifaka’s zich in rust, met de knieën dicht tegen de buik gebogen, vast aan een boomstam. Ze bewegen zich door het bladerdak door snel de poten te strekken en zich tegen een boomstam af te zetten om daarna een andere boomstam weer vast te grijpen. 

Wetenswaardigheden

  • Zijdesifaka’s hebben een tandenkam in de onderkaak, een rij scherpe voortanden met een onderling kleine tussenruimte, die het dier kan gebruiken voor het verzorgen van zijn vacht.
  • Mannetjes hebben een bruine vlek op de borst die tijdens de paartijd groter wordt. Deze vlek wordt veroorzaakt door een geurklier.
  • Zijdesifaka’s werden ooit als een ondersoort beschouwd van de diadeemsifaka’s. In 2004 zijn ze, op basis van uiterlijke en genetische kenmerken, als een aparte soort ingedeeld.
  • De zijdesifaka wordt ook wel de ‘engel van het bos’ genoemd.
  • Ze behoren tot de drie meest zeldzame lemuren die in Madagaskar leven.

Voedsel in de natuur

Zijdesifaka’s zijn voornamelijk folivoren oftewel bladeters. Hun voedsel bestaat voornamelijk uit rijpe en jonge bladeren, zaden, vruchten en bloemen. Af en toe eten ze ook bloemen, schors en aarde. Uit een studie blijkt dat meer dan de helft (52%) van het foerageren wordt besteed aan eten bladeren, terwijl ongeveer 34% besteed wordt aan het eten van fruit en 11% aan het eten van zaden.

Ze voeden zich met een breed scala van planten. Zo eten ze 76 soorten planten uit 42 plantenfamilies. De belangrijkste plantenfamilies zijn de moerbei, vlinderbloemen, mirte, clusia en maagdenpalm. Het liefst eten ze fruit van de pachytrophe dimepate, zaden van sennapanten, bladeren van de plectaneia thouarsii en de eugenia. 

Gedrag

Dagelijks rusten zijdesifaka’s ongeveer 45% van hun tijd, terwijl 22% wordt besteed aan foerageren. De rest van de dag wordt besteed aan sociaal gedrag, zoals verzorging en spelen. Een erg klein deel van de dag wordt besteed aan het zich verplaatsen. Er is waargenomen dat mannetjes zich over het algemeen meer verplaatsen en meer tijd besteden aan sociaal gedrag dan vrouwtjes, terwijl vrouwtjes meestal meer rusten dan mannetjes.

Ze kennen een erg variabele sociale structuur en leven in groepjes bestaande uit meerdere mannetjes of vrouwtjes maar ze leven ook in gemengde groepjes of groepjes bestaande uit alleen vrijgezelle mannetjes. De groepsgrootte varieert meestal van twee tot negen dieren. Groepjes van slechts drie of vier dieren bestaan meestal uit een paartje en hun nakomelingen, terwijl grotere groepen waarschijnlijk uit meer dan één ouderpaar met nakomelingen en jongeren bestaan.

Terwijl agonistische ontmoetingen (een mengeling van vlucht- en aanvalsgedrag) over het algemeen zeldzaam zijn, vinden de meeste van deze ontmoetingen plaats tussen een mannetje en een vrouwtje met betrekking tot voedsel. Vrouwtjes hebben over het algemeen voorrang met eten op mannetjes. Verzorging tussen een mannetje en een vrouwtje is waargenomen, maar is zeldzamer dan verzorging tussen dieren van hetzelfde geslacht. In de meeste gevallen waarin dit tussen beide geslachten is waargenomen, werd het initiatief hiertoe door het mannetje genomen.

Er is niet veel bekend over uitwisseling van dieren tussen verschillende groepen zijdesifaka’s. Dit is slechts één keer waargenomen toen een jong mannetje in een groep werd opgenomen en een ouder dominante mannetje, dat meer dan zeven jaar in de groep had gezeten, uit de groep werd gezet. Maar met vrouwtjes is dit nooit waargenomen.

Het territorium van zijdesifaka’s is tussen de 34 en 47 ha groot.

Communicatie

Zijdesifaka’s zijn net als alle lemuren, divers in hun vormen van communicatie. Volwassen dieren communiceren met zeven verschillende geluiden. Ze communiceren o.a. door het maken van een duidelijk zzuss geluid. Dit geluid maken ze in geval van een bedreiging bijvoorbeeld wanneer ze een roofdier zien, als antwoord op het gehuil van dier die de groep kwijt is en spontaan tijdens het rusten. In sommige gevallen maken ze het zzuss geluid als reactie op een gevaar in de lucht, wanneer andere soorten maki’s in de buurt zijn of tijdens agonistische interacties binnen een groep. De meerderheid van de geluiden maken ze ’s ochtends wanneer de belangrijkste predator van de zijdesifaka’s, de fossa, het meest actief is. Ze laten verder verschillende variaties op de zzuss geluiden horen.

Zijdesifaka’s gebruiken, net als andere halfapen, ook reuk- en geurmarkering als communicatiemiddel. Mannetjes hebben een karakteristieke talgklier op de borst en zowel mannetjes als vrouwtjes hebben genitale geurklieren naast hun geslachtsdelen. Mannetjes laten geursporen op bomen achter door verticaal met hun genitale klier en borstklier tegen boomschors te wrijven. Ze bewerken vaak eerst de bomen met behulp van hun tandenkam in de onderkaak voordat ze een geurmarkering afzetten. Dit wordt beschouwd als een vorm van communicatie omdat zijdesifaka’s geen boomschors of gom eten.

Zowel de mannetjes als de vrouwtjes plassen om het territorium af te bakenen. Mannetjes besteden meer tijd aan het afzetten van geursporen dan vrouwtjes, maar men heeft waargenomen dat geursporen van vrouwtjes reacties van de leden van de groep oproepen. Vrouwtjes gebruiken geursporen namelijk om aan te geven dat ze geslachtsrijp zijn en mannetjes gebruiken daarop hun geursporen om die van de vrouwtjes te camoufleren. Op deze manier verminderen ze de concurrentie.

Predatie

De twee belangrijkste predatoren van zijdesifaka’s zijn mensen en fossa’s. Er wordt op zijdesifaka’s gejaagd door de mens voor voedsel. Er bestaat geen lokaal taboe op het eten van vlees van zijdesifaka’s. De fossa is de grootste carnivoor van Madagaskar en de belangrijkste predator van sifaka’s. 

Verder is het onduidelijk of zijdesifaka’s door andere roofdieren worden opgegeten. Ze kijken vaak naar boven en laten alarmkreten horen bij het zien van Madagaskarbuizerds. Deze roofvogels eten echter geen lemuren en verder is het niet bekend of andere roofvogels een risico vormen.

Voortplanting in de natuur

De paring vindt ieder jaar op een paar dagen in november, december of januari plaats. Ten gevolge van de sociale structuur paart een mannetje met meerdere vrouwtjes, maar een vrouwtje maar met één mannetje (polygynie), of vormen ze paartjes.

De jongen worden in juni of juli geboren. Vrouwtjes krijgen na een draagtijd van zes maanden, meestal om de twee jaar één jong. Er zijn echter ook wel geboorten in opeenvolgende jaren waargenomen. De gemiddelde periode tussen het werpen bedraagt dan ook 1,67 jaar, wat minder is dan de meeste andere sifaka’s die in het regenwoud leven.

Net als andere sifaka’s kennen zijdesifaka’s een hoge mate van moederlijke zorg. De jongen klampen zich na de geboorte aan de buik van hun moeder vast. Als ze 4 weken oud zijn gaan ze op de rug van hun moeder zitten. De jongen slapen bij hun moeder totdat ze volwassen zijn.

Bij zijdesifaka’s worden de jongen niet alleen door de moeder verzorgd. Ze worden tot ze vierentwintig weken oud zijn door alle volwassen dieren verzorgd, ongeacht leeftijd en geslacht. Hierbij komt het verzorgen van de vacht het meest voor, gevolgd door spelen, dragen en andere verzorging. Gaandeweg neemt de hoeveelheid verzorging door andere groepsleden af en neemt de hoeveelheid spelen juist toe. Deze zorg door andere groepsleden komt bij sifaka’s alleen voor bij Milne-Edwards’ sifaka’s en zijdesifaka’s.

De levensduur in het wild is niet bekend en zijdesifaka’s overleven gevangenschap niet. De beste schatting van de levensduur komt van nauw verwante soorten sifaka’s. Van Verreauxsifaka’s is vastgesteld dat ze 23 jaar oud kunnen worden. Zijdesifaka’s hebben waarschijnlijk een vergelijkbare levensduur.

Bedreiging

Zijdesifaka’s staan als ernstig bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN. Ze zijn ook opgenomen in Appendix I van de CITES. Daarnaast staan ze zowel op de lijst van de International Primatological Society als op de lijst van de Con­ser­va­tion In­ter­na­tional van ’s werelds 25 meest bedreigde primaten in 2008.

De zijdesifaka is één van de meest bedreigde lemuren op Madagaskar. Er zijn tegenwoordig naar schatting nog maar 250 volwassen exemplaren, een aantal dat zeer waarschijnlijk verder afneemt. De grootste bedreigingen voor zijdesifaka zijn verstoring van leefgebied en de jacht. Er bestaat geen lokaal taboe of verbod op de jacht en het eten van zijdesifaka’s zoals dat van indri’s. Ze worden zelfs geconfronteerd met de gevolgen van de vernietiging van habitat en de jacht in de twee beschermde gebieden waar ze voorkomen, het Marojejy National Park en het Anjanaharibe-Sudreservaat.

Bronnen

  • IUCN: Andriaholinirina, N., Baden, A., Blanco, M., Chikhi, L., Cooke, A., Davies, N., Dolch, R., Donati, G., Ganzhorn, J., Golden, C., Groeneveld, L.F., Irwin, M., Johnson, S., Kappeler, P., King, T., Lewis, R., Louis, E.E., Markolf, M., Mass, V., Mittermeier, R.A., Nichols, R., Patel, E., Rabarivola, C.J., Raharivololona, B., Rajaobelina, S., Rakotoarisoa, G., Rakotomanga, B., Rakotonanahary, J., Rakotondrainibe, H., Rakotondratsimba, G., Rakotondratsimba, M., Rakotonirina, L., Ralainasolo, F.B., Ralison, J., Ramahaleo, T., Ranaivoarisoa, J.F., Randrianahaleo, S.I., Randrianambinina, B., Randrianarimanana, L., Randrianasolo, H., Randriatahina, G., Rasamimananana, H., Rasolofoharivelo, T., Rasoloharijaona, S., Ratelolahy, F., Ratsimbazafy, J., Ratsimbazafy, N., Razafindraibe, H., Razafindramanana, J., Rowe, N., Salmona, J., Seiler, M., Volampeno, S., Wright, P., Youssouf, J., Zaonarivelo, J. & Zaramody, A. 2014. Propithecus candidus. The IUCN Red List of Threatened Species 2014: e.T18360A16115622. https://www.iucnredlist.org/species/18360/115573359 Accessed on 18 January 2017.
  • ADW: Correa, M. 2013. “Propithecus candidus” (On-line), Animal Diversity Web. Accessed January 23, 2017 at https://animaldiversity.org/accounts/Propithecus_candidus/
  • Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Zijdesifaka Accessed on 22 January 2017.
  • Wikipedia: https://en.wikipedia.org/wiki/Vertical_clinging_and_leaping Accessed on 23 January 2017.
  • Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Polygynie Accessed on 23 January 2017.

Propithecus candidus

NaamZijdesifaka
KlasseMammalia (zoogdieren)
OrdePrimates (Primaten)
FamilieIndriidae (Indriachtigen)
GeslachtPropithecus (Sifaka’s)
SoortPropithecus candidus
Kop-romplengte48 – 54 cm
Staartlengte45 – 51 cm
Gewicht5 – 6,5 kg
PaartijdNovember – januari
Paringsinterval1 – 2 keer per jaar, gemiddeld 1,67 per jaar
Draagtijd6 maanden
NestJong klampt zich na geboorte aan buik moeder vast
GeboorteJuni – juli
Aantal jongen1 – 2 jongen
Spenen5 – 6 maanden
Geslachtsrijp3 – 5 jaar
Levensduur in het wild23 – 27 jaar
Levensduur in gevangenschapOverleven gevangenschap niet
Voeding in de natuurFolivoren oftewel bladeters. Rijpe en jonge bladeren, zaden, vruchten, bloemen, bloemen, schors en aarde. 
LeefgebiedNoordwesten van Madagaskar
Groep/solitairGroepjes
Fokprogramma EAZA
CITESAppendix I (Propithecus diadema, 01/07/1975)
EU ListingAnnex A (Propithecus diadema,26/11/2016)
IUCNErnstig bedreigd (CR)

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven