Zuid-Amerikaanse zeebeer

Beschrijving van de Zuid-Amerikaanse zeebeer

Leefgebied

De Zuid-Amerikaanse zeebeer komt zowel in de Atlantische als de Stille Oceaan voor van het eiland Marco bij Uruguay, aan de oostkust van Zuid-Amerika, tot aan het eiland Mayorca bij Peru, aan de westkust van Zuid-Amerika. De grootste populatie komt voor aan de oostkust van Zuid-Amerika, vooral bij de Uruguayaanse eilanden.

De kolonies zijn onregelmatig verspreid en vaak moeilijk toegankelijk en liggen over het algemeen langs rotsachtige kusten of op richels boven de kustlijn. De meeste gebieden hebben enige vorm van schaduw, zoals kliffen of rotsen en hebben een gemakkelijke toegang tot de zee. Langs de kust van het vasteland van Argentinië zijn 12 kolonies ontdekt, allemaal op eilanden. Sommige van deze plaatsen worden alleen gebruikt als overwinteringsgebieden.

Bij de Falklandeilanden zijn tien plaatsen waargenomen waar ze zich voortplanten. In de Stille Oceaan komen deze dieren vooral in de zuidelijke (Magelhaense) regio, Noord-Chili en Centraal Peru voor. Tussen de 28-43° zuiderbreedte, voor de kust van Chili, komen ze niet voor.

Van de verspreiding op zee is weinig bekend. Waarschijnlijk foerageren deze zeeberen voornamelijk bij de continentale platen en hellingen. Deze dieren zijn echter ook op 600 km uit de kust waargenomen. Sommige exemplaren zijn ook waargenomen aan de Pacifische kust van Colombia en de Juan Fernández Eilanden. Ook doen ze regelmatig het zuiden van Brazilië aan.

Uiterlijk

De Zuid-Amerikaanse zeebeer heeft zijn naam te danken aan zijn dikke vacht, maar diezelfde dikke vacht heeft er ook voor gezorgd dat er lange tijd op deze dieren is gejaagd. Een typisch kenmerk van zeeberen is dat ze duidelijke uitwendige oren hebben. In het algemeen hebben deze zeeberen een gedrongen bouw met een puntige snuit en roomkleurige oorschelpen.

Volwassen mannetjes worden gemiddeld 1,9 m lang en wegen 150-200 kg. De vacht is grijs-zwart met lange haren op de schouder en de nek. De mannetjes zijn veel forser gebouwd dan de vrouwtjes. Volwassen vrouwtjes worden ongeveer 1,4 m lang en wegen 30-60 kg. De vacht van de vrouwtjes en de jongen is op de rug grijs-zwart, maar op de buik lichter van kleur. Pasgeboren jongen zijn allemaal zwart.

Voedsel in de natuur

Zuid-Amerikaanse zeeberen eten sardientjes, ansjovis, inktvissen, kreeften, garnalen en vissen. Ze foerageren meestal ’s nachts en kunnen gedurende 3 minuten tot een gemiddelde diepte van 29 m duiken, met een maximale tijd van 7 minuten en een diepte van 170 m. Door El Niño kan de hoeveelheid ansjovis in de Stille Oceaan plotseling fluctueren, wat gevolgen kan hebben voor het voortplantingssucces van de vrouwtjes.

Gedrag

De mannetjes hebben vaak meerdere vrouwtjes en zijn territoriaal. Het vechten kan flinke wonden en littekens tot gevolg hebben. Individuele mannetjes kunnen een gebied tot 60 dagen bezet houden en maximaal 13 vrouwtjes op hun grondgebied houden.

Predatie

Natuurlijke vijanden van de Zuid-Amerikaanse zeeberen zijn grote haaien zoals de grote witte haai, orka’s, Zuid-Amerikaanse zeeleeuwen en de mens.

Voortplanting

In de oktober tot januari proberen de mannetjes een territorium te veroveren van ongeveer 50 m2 groot. Hoewel ze proberen om binnen hun territorium een harem van vrouwtjes te houden, kunnen de vrouwtjes zich gewoonlijk vrij bewegen. Dominante mannetjes hebben meer succes bij het ​​paren met meerdere vrouwtjes. De jonge mannetjes die niet paren worden meestal naar een apart gedeelte van de kolonie weggeduwd, dichter bij de oceaan. Daar nemen deze jonge mannetjes deel aan schijngevechten voor het veroveren van een stukje territorium.

Vrouwtjes zijn meestal na 3 jaar geslachtsrijp en mannetjes na 7 jaar. Vrouwtjes zijn gewoonlijk 6 tot 8 dagen na het werpen weer bronstig en kunnen dan weer paren. Maar van de vrouwtjes die net geworpen hebben zal slechts 15% het volgend jaar weer een jong krijgen. Na de paring is een mogelijke bevruchting 4 maanden vertraagd. De draagtijd is gemiddeld 11¾ maanden. Er wordt slechts één jong geboren. Er treedt een piek op in de geboortes in de tijd dat er veel voedsel voorhanden is.

Als er het volgend jaar weer een pup wordt geboren resulteert dit vaak in een voedselcompetitie met betrekking tot de moedermelk. Na de geboorte wordt een jong, afhankelijk van omgevingsfactoren, namelijk 7 maanden tot 3 jaar gezoogd. Vrouwtjes kunnen gelijktijdig een 1 jaar oud jong en een net geboren jong verzorgen. De periode waarin borstvoeding wordt gegeven kan dan ook een volgende drachtperiode overlappen wat vaak resulteert in de geboorte van een kleiner jong. Studies hebben uitgewezen dat vrouwtjes die tijdens de lactatieperiode weer drachtig zijn, inderdaad kleinere jongen baren. Het kan ook tot gevolg hebben dat succesvolle geboortes slechts om de paar jaar plaatsvinden in plaats van jaarlijks.

Kort nadat de vrouwtjes teruggekeerd zijn naar de kolonies worden de jongen geboren. De geboortes vinden plaats in de maanden november en december (lente). Langs de oostkust van Zuid-Amerika worden de jongen iets eerder geboren dan langs de westkust. Pasgeboren mannetjes zijn 60-65 cm lang en wegen 3,5-5,5 kg. Pasgeboren vrouwtjes zijn 57-60 cm. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes worden met een donkere bontvacht van geboren, maar bij vrouwtjes wordt de kleur van de buik geleidelijk lichter. De jongen groeien traag, slechts 0,05 tot 0,09 kg per dag. Vrouwtjes zijn na tien jaar volgroeid.

Sterfte onder de jongen kan veroorzaakt worden door agressie van de moeder als ze naar het water gaat of er vandaan komt. Dit sterftecijfer is hoger dan bij anderen oorrobben. De jongen kunnen ook gedood worden door agressieve mannetjes of door mannetjes van Zuid-Amerikaanse zeeleeuwen.

Bedreiging

CITES: Appendix II
IUCN: Niet bedreigd (LC)

Bronnen:

Arctocephalus australis

NaamZuid-Amerikaanse zeebeer
KlasseMammalia (Zoogdieren)
OrdeCarnivora (Roofdieren)
FamilieOtariidae (Oorrobben)
GeslachtArctocephalus (Zuidelijke zeeberen)
SoortArctocephalus australis
Grootte manGem. 190 cm
Grootte vrouwGem. 140 cm
Gewicht man150 – 200 kg
Gewicht vrouw30 – 60 kg
PaartijdOktober –  januari
Paringsinterval1 keer per jaar
Draagtijd11¾ maanden
Nest
Geboortenovember – december (Lente)
Geboortegewicht3.5 -5.5 kg
Aantal jongen1 jong
Spenen7 – 36 maanden (gem. 12 maanden)
Geslachtsrijp man7 jaar
Geslachtsrijp vrouw3 jaar
Levensduur15 – 30 jaar in de natuur
VoedingSardines, ansjovis, inktvissen, kreeften, garnalen en vissen
LeefgebiedZuiden van Zuid-Amerika langs de oost- en westkusten
Groep/solitairIn kolonies
CITESAppendix II
IUCNNiet bedreigd (LC)

Ontdek meer van zoo-dieren.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Scroll naar boven